Kern en kosmos

01 juli 2021 door RS

In zijn eerste boek vertelt Eos-­medewerker Hans Plets hoe de mens doorheen de geschiedenis dacht over het allerkleinste en het allergrootste. Volgens hem is de zoektocht nog lang niet voorbij.

In zijn beruchte lezing The Two Cultures uit 1959 hekelde de Britse wetenschapper-schrijver C.P. Snow de diepe kloof tussen de zich snel ontwikkelende natuurwetenschappen en de cultuur- en menswetenschappen die traditioneel het intellectuele debat beheersen. Ruim zestig jaar later zijn de posities gewisseld, en zwaait de wetenschappelijke benadering in steeds meer domeinen de plak. 

Hans Plets, die in Eos geregeld over astronomie en fysica schrijft, blijft na het sloopwerk door de wetenschap van menig heilig huisje nog met veel vragen zitten. Hoe bouw je uit trillende quantumvelden een betekenisvolle wereld op, waarin mensen hoop kunnen koesteren en een grondslag vinden voor hun besef van goed en kwaad? En hoe is het zo ver gekomen dat zelfs ons bewustzijn materiële grondvesten krijgt?

In Verdwaald in de werkelijkheid doorloopt Plets wat onderzoek naar en nadenken over kern en kosmos heeft opgeleverd, van de Griekse atomisten uit de 6de eeuw voor Christus tot de plannen voor een nieuwe megaversneller met een doorsnede van 100 kilometer in de ondergrond van Genève. 

‘Zijn we goed bezig?’, luidt een van de hoofdstukjes. Plets twijfelt en wil het niet bevestigen. Hij zoekt aansluiting bij het poëtisch naturalisme, dat de fysische werkelijkheid op meerdere manieren wil benaderen. Niet alleen wetenschappelijk, maar ook ethisch of esthetisch. Een dichterlijke beschrijving van een bijzonder natuurfenomeen vertelt evenzeer iets over de werkelijkheid als een natuurkundige analyse.

Verdwaald in de werkelijkheid bevat enorm veel informatie, maar is in wezen een filosofisch boek waarin volop gereflecteerd wordt over deeltjesfysica en kosmologie.