Drink verstandig, drink niet

Alcohol heeft altijd negatieve gevolgen.

Aan het begin van de jaren negentig viel het onderzoekers op dat er in Frankrijk, een land van vette kaas en wijn, minder hartinfarcten waren dan in de andere West-Europese landen. Dit schreven ze toe aan het antioxiderend effect van rode wijn. Dat leidde tot het gezondheidsadvies dat matige alcoholconsumptie, een tot twee glazen per dag, goed is voor het hart.

Zelden omarmden we een gezondheidsadvies zo liefdevol en zelden was de uitroep santé zo op zijn plaats. Helaas, de gezondheidsvoordelen van alcohol berustten op zwakke wetenschap. Dat beweert de Canadese verslavingsspecialist Tim Stockwell. Zijn team analyseerde 87 studies over alcohol en sterfte. Slechts dertien studies voldeden aan de wetenschappelijke vereisten en die toonden geen enkel voordeel van alcohol aan.

Volgens Stockwell vergelijken de meeste studies de matige drinkers met geheelonthouders. Daardoor hadden matige drinkers altijd een lagere sterfte dan de geheelonthouders. De groep geheelonthouders is geen goede vergelijkingsgroep, want wie maakt deel uit van die groep? Gewone mensen die geen alcohol lusten, maar ook drinkers die gestopt zijn en mensen die om medische redenen niet mogen drinken. Niet verwonderlijk dat die groep het slechter doet dan de matige drinkers.

Stockwell gebruikte als vergelijkingsgroep ‘mensen die occasioneel een glas drinken’, want volgens Stockwell kan zo’n lage dosis alcohol onmogelijk een effect hebben op het lichaam. Vergeleken met de af-en-toe-drinkers hadden matige drinkers geen enkel gezondheidsvoordeel, maar ook geen enkel nadeel.

Dat laatste is misschien ook niet helemaal waar. Bij vrouwen neemt het risico op borstkanker toe met 5 tot 10 procent vanaf een consumptie per dag. Dit komt overeen met een jaarlijkse toename van 125-250 extra borstkankergevallen, per miljoen vrouwen.

Veel nadelen

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zet de grens voor mannen op maximaal 21 consumpties per week en voor vrouwen op 14 consumpties. Een consumptie bier, wijn of sterkedrank in het eigen glas is een eenheid. Een Hoegaarden-glas tot boven vullen met wijn is dus meer dan een eenheid. Bij mannen neemt het risico toe vanaf drie glazen per dag en bij vrouwen vanaf twee per dag.

Overmatig alcoholgebruik is buiten proportie verantwoordelijk voor dodelijke ongevallen, huiselijk geweld, zelfmoord en minstens zestig chronische ziektes. Alcohol kan gezinnen, carrières en sociale contacten vernietigen. Leven met een alcoholafhankelijk persoon is ondraaglijk.

Hoewel er meer rook- dan drankverslaafden zijn, is alcohol wereldwijd even schadelijk als roken. Dat komt omdat alcohol veel meer vroegtijdige sterfte oplevert bij jonge mensen. Ze verliezen levensjaren door geweld, ongelukken en zelfdoding. De desastreuze afrekening van roken komt pas op latere leeftijd.

Ook kanker

Vanaf meer dan drie consumpties per dag is alcohol ook voor mannen kankerverwekkend. Dat komt door het toxisch effect van het vrijgekomen acetaldehyde, het eerste afbraakproduct van alcohol. De link tussen alcohol en darmkanker bij mannen zou een gevolg zijn van de darmbacteriën die met het acetaldehyde aan de slag gaan.

Hoe meer je drinkt, hoe hoger het kankerrisico. Alcohol gerelateerde kankersoorten zijn: mond-, keel-, slokdarm-, darm-, lever- en borstkanker. Vele drinkers roken. Roken en drinken is een dodelijke combinatie die het kankerrisico versterkt.

Alcohol is alomtegenwoordig

De meeste mensen beginnen te drinken met schoolmakkers. Alcohol is overal verkrijgbaar en goedkoop. In het openbaar drinken is sociaal aanvaard en reclame voor alcohol is alomtegenwoordig. ‘Mannen weten waarom.’

Alcoholverbruik en ook misbruik en afhankelijkheid komen vaker voor in onze tolerante alcoholcultuur. In een lage dosis is alcohol aangenaam, ontstressend, angstremmend, geeft meer zelfvertrouwen en de sociale contacten verlopen gemakkelijker. Zo ontstaat conditionering. Mensen koppelen dit aangename gevoel automatisch aan alcohol en ze denken onbewust dat ze alcohol nodig hebben om zich prettig te voelen.

Bij een hogere dosis ontstaat hersenintoxicatie, dronkenschap. Het reactievermogen daalt en de roekeloosheid stijgt, nog meer drinken leidt tot verlies van evenwicht, wauwelen, ontremde emoties en een black-out nadien. Als dat geregeld gebeurt, nemen de risico’s op letsels, geweld en ziekte snel toe. Bij herhaaldelijk drinken treedt gewenning op. Voor eenzelfde effect is er een grotere dosis alcohol nodig. De conditionering onderhoudt de gewoonte om te drinken en dat kan de drinker, die steevast gelooft dat hij met een vingerknip met drinken kan stoppen, ongemerkt in de problemen brengen.

Bij ons maakt een derde van de mannen en een vijfde van de vrouwen tijdens hun leven, vooral tijdens de jongvolwassen jaren, een periode van alcoholmisbruik door. Zodra je vast werk hebt, samenwoont en een gezin sticht, neemt het misbruik af. Toch blijft misbruik vaak onder de radar, slechts een op tien krijgt ooit een behandeling.

Alcoholmisbruik en -afhankelijkheid

Alcoholmisbruik en alcoholafhankelijkheid zijn niet hetzelfde. Hoe word je afhankelijk van alcohol? Professor Matthys legt het uit met de drie m’en: mens-milieu-middel. ‘Mens wil zeggen dat er een erfelijke aanleg is. Studies van tweelingen tonen aan dat de helft van de kans op drankverslaving genetisch bepaald is. Omgekeerd bestaat er een gen-type dat de verslavingskans sterk vermindert. Een beschermend gen. Mensen met deze genen worden nooit afhankelijk, want zodra ze drinken, beginnen ze te zweten en te blozen, krijgen hoofdpijn en worden misselijk. Een kwart van alle Aziaten hebben deze ‘beschermende’ genen. Bij Europeanen komen die genen haast niet voor.’

Milieu is de tweede factor. Heb je problemen in je relatie of op je werk? Voel je je angstig en impulsief met weinig zelfcontrole? Als alcohol je problemen verzacht, ontwijkt of oplost, neemt de kans op afhankelijkheid toe. Forse drinkers hadden vaak geen goede jeugd, met ouders die zich weinig bekommerden of zelf dronken. Er is meer alcoholafhankelijkheid bij gemarginaliseerde mensen. ‘Er zijn ook mensen die om positieve redenen beginnen te drinken omdat alcohol hoort bij feestjes en recepties, als amusement zeg maar, maar receptieschuimers kunnen ook in de problemen komen.’

Tot slot is er het middel. ‘Alcohol is in hoge mate beschikbaar en de samenleving tolereert het.’ De schade die alcohol aanricht, is voor de helft het gevolg van misbruik. Ik denk vooral aan jonge mannen die niet afhankelijk zijn, maar wel episodisch te veel drinken en dan overlast, agressie en ongelukken veroorzaken. De andere helft van de schade komt op rekening van de echte alcoholafhankelijken.

‘Afhankelijkheid is ernstiger dan misbruik en kan lichamelijk en geestelijk zijn. ‘Mijn lichaam smeekt naar alcohol’ en ‘ik functioneer niet meer zonder alcohol’. Iemand die dagelijks veel drinkt, een ober bijvoorbeeld, ontwikkelt op den duur ook afhankelijkheid. Op termijn wordt hij ziek. Iemand die zich om de veertien dagen half lazarus drinkt, misbruikt alcohol maar is er niet afhankelijk van. Deze persoon riskeert vooral een ongeluk of idiote dingen te doen door controleverlies.’

Diagnose

Volgens Matthys komt 90 procent van de mensen met een alcoholprobleem niet op consultatie. De diagnose van drankmisbruik gebeurt vaak toevallig. Omdat de patiënt op de spoeddienst belandt na een ongeval of als blijkt uit de vooronderzoeken voor een operatie dat de patiënt leverafwijkingen heeft.

Er bestaan goede vragenlijsten om de diagnose van problematisch alcoholverbruik of verslaving na te gaan: de Alcohol Use Disorders Identification Test (Audit). De test vind je op het internet en duurt maar twee minuten. Ook de huisarts kan de test afnemen. Bij een score van 8 tot 15 geeft hij het advies om minder te drinken, is de score tussen 16 tot 19 moet de arts de patiënt opvolgen en bij een score van meer dan 20 is een doorverwijzing naar een specialist nodig.

De huisarts levert goed werk door op een niet belerende manier de probleemdrinker te helpen met de vragen ‘hoe kan ik minder drinken?’ en ‘tot welk niveau is drinken veilig?’ Niemand is fier op zijn afhankelijkheid.

Behandeling

De meeste probleemdrinkers minderen uit noodzaak omdat ze ziek worden of problemen krijgen op hun werk of thuis. ‘Definitief stoppen is moeilijk. Omdat er zo weinig mensen met een alcoholprobleem in therapie gaan, moeten er redelijk wat zijn die veel drinken en dan toch, zonder professionele hulp, van de ene op de andere dag stoppen. Sommigen slagen er zelfs in om gecontroleerd af en toe iets te drinken.’ Dat laatste is vaak een pragmatische tussenstap om de verslaafde te overtuigen zich te laten behandelen. ‘Neen, je hoeft het drinken niet helemaal op te geven.’

De basis van de behandeling van alcoholverslaving is de mix van psychotherapie en medicatie tegen ontwenningsverschijnselen in gespecialiseerde centra. Welke hoge verwachtingen heb je van alcohol? Verminder die verwachting, doorbreek de conditionering, zoek naar wat alcoholgebruik uitlokt en leer daar neen tegen zeggen.

Preventie

‘Hoe jonger je met alcohol begint, hoe groter het risico op alcoholmisbruik. Jonge hersenen zijn kwetsbaar. In theorie drink je best geen alcohol onder de 24 jaar. Het prefrontale hersendeel, dat instaat voor planning, organisatie en impulscontrole, is pas op die leeftijd volledig uitgerijpt. In de praktijk is alcohol uitstellen tot 24 jaar een onhaalbare doelstelling’, beseft Matthys.

Volgens de Belgische federale overheidsdienst Volksgezondheid heeft 10 procent van de Belgen een problematisch alcoholgebruik. De maatschappelijke kostprijs zou 4,2 miljard euro per jaar bedragen. De overheidsdienst vraagt al enkele jaren naar een alcoholplan. De overheid kan veel leren van de tabakspreventie. De minimumleeftijd voor drankgebruik verhogen tot 18 jaar, zoals in Nederland, moet adolescenten afschrikken. Duurdere alcohol maakt het jongeren en probleemdrinkers moeilijker. Ze wil ook het aantal verkooppunten van alcohol verminderen, de promoties aan banden leggen, strikt toezicht op reclame, waarschuwingen op de verpakking voor de gezondheidsrisico’s en meer alcoholcontroles op de weg.

‘De alcoholindustrie lobbyt tegen de leeftijdsgrens. Nochtans moeten we actie voeren bij de bron. We moeten jeugdbewegingen en -clubs aanzetten om geen alcohol meer te drinken. Bij de twaalf- tot veertienjarigen is het alcoholverbruik sterk verminderd, waarschijnlijk als gevolg van de alcoholgrens op 16 jaar. Gaat de grens naar 18 jaar, dan verwachten we een daling bij de vijftien- tot zestienjarigen.’