Eos Blogs

Poëzie, renpaarden en levensadvies - hoe een middeleeuwse leerkracht zijn studenten bij de les grammatica hield

Ook tien eeuwen geleden klaagden leerkrachten al over ‘luie studenten’ en zochten ze manieren om hen gemotiveerd te houden. De Byzantijnse leerkracht Niketas van Herakleia was er een meester in. Zijn Griekse gedichten over grammatica geven inzage in zijn bijzondere leven.

Je zit in de les Nederlands en de leerkracht draaft door over de dt-regel, of het vormen van de verleden tijd, of geeft een dictee met moeilijk te spellen woorden. Terwijl je moeite moet doen om wakker te blijven omdat al die regeltjes oh zo saai zijn, preekt je leerkracht dat dit belangrijke lessen zijn die je voor de rest van je leven zal nodig hebben. Herkenbaar?

Voor de leerkracht in dit scenario is het een uitdaging om de studenten aandachtig te houden. Niketas van Herakleia, een 11de-eeuwse leraar en auteur, kampte met hetzelfde probleem. Hij gaf les over Griekse grammatica in Constantinopel, de toenmalige hoofdstad van het Byzantijnse rijk. Doorheen zijn carrière schreef hij verschillende zogeheten ‘didactische gedichten’ – dat zijn gedichten die in een schoolcontext gebruikt werden om leerlingen over bepaalde onderwerpen iets bij te leren.

Niketas schreef zo’n vierentwintig didactische gedichten, waarvan een groot deel over de Griekse taal. Zo schreef hij gedichten over moeilijk te spellen woorden, een paar over het vervoegen van werkwoorden, en een zeer lang gedicht over vier van de acht delen van de Griekse spraakkunst. Door deze gedichten te bestuderen krijgen we niet alleen een blik in Niketas’ leven, maar we leren ook veel bij over de pedagogische praktijken in die periode. Niketas gebruikte namelijk meerdere methodes om zijn studenten geïnteresseerd te houden, waarvan het schrijven in dichtvorm nog maar het begin was.

“De paardenliefhebber die lesgeeft”

Eén van Niketas’ favoriete methodes om zijn didactische gedichten ‘leuker’ te maken, was om metaforen te gebruiken. Net zoals een leerkracht geschiedenis zijn of haar lessen koppelt aan de actualiteit, zo zijn grammatica-lessen ook beter te verdragen wanneer ze gelinkt worden aan één van je interesses. In het geval van Niketas’ leerlingen waren dat vooral de paardenraces.

In zijn gedicht Over Syntax onderbreekt Niketas zijn uitleg over samengestelde werkwoorden om zijn les te vergelijken met zo’n race, en zijn leerling met een renpaard:

We hebben al één koers intens gelopen.

Het mooiste paard heeft hard gewerkt voor mij, maar moet blijven lopen.

Hij mag niet uit het theater weglopen omdat hij omringd is door fluiters,

want er is maar één koers meer over. (vers 56-59)

De “fluiters” zijn vermoedelijk rivalen van Niketas – andere leerkrachten die zijn reputatie willen bedoezelen en zijn leerling willen ‘stelen’. Niketas laat dit echter niet zomaar gebeuren. Hij trekt de metafoor verder door en geeft zo zichzelf (en zijn student) complimenten:

Laat er nu een paardenliefhebber zijn die lesgeeft,

die het lof op de paarden vlecht, die vlucht van de bestraffers,

die zegt: “Oh hoe ook ik me verwonder over mijn paard,

want zoveel deugden als er zijn onder paarden, hij heeft ze allemaal verzameld.” (vers 67-70)

Hier vergelijkt Niketas zichzelf met een paardenliefhebber, wat logisch is gezien zijn leerling een racepaard is. Niketas stoeft ook over hem (of zoals hij het zelf verwoordt ‘vlecht het lof’), want zijn leerling is blijkbaar zeer getalenteerd. De ‘bestraffers’ (of letterlijker ‘zij die kastijden’) verwijst opnieuw naar Niketas’ rivalen, die blijkbaar graag kritiek gaven op hem.

Ook in sommige andere didactische gedichten gebruikt Niketas deze paardenmetafoor. Zo eindigt hij zijn gedicht over de conjunctief aorist (een complexe werkwoordstijd in het Grieks) vrij abrupt met de volgende twee verzen:

Mijn mooiste/beste paard heeft de koers al voltooid,

en hij lijkt te hijgen. Bijgevolg moeten we stoppen. (vers 122-123)

Gezien het moeilijke onderwerp van dit gedicht, is het geen wonder dat de leerling uitgeput is na deze les.

Levensadvies – met een twist

Een andere manier waarop Niketas zijn gedichten interessant maakt voor zijn studenten, is door hen advies te geven over het leven. Hij slaat hiermee zelfs twee vliegen in één klap, want hij past de grammaticale regels die hij zonet heeft uitgelegd praktisch toe in zijn raadgevingen.

In hetzelfde gedicht over de conjunctief aorist spoort Niketas zijn leerling aan om ‘zijn nuttige woorden niet vergeefs te laten zijn’, om ‘luiheid, de bron van slechte dingen, achterwege te laten’ en zeker ook niet in te geven aan ‘genotzucht en zorgeloosheid’. Maar liefst dertig verzen van zijn gedicht wijdt hij aan dergelijke adviezen, waarvan hij zelf zegt dat ze ‘zeer nuttig zijn voor de toeschouwer van deze koers’ en zullen zorgen voor succes in het leven.

Niketas heeft de zinsconstructies van zijn raadgevingen echter goed overwogen. Het is namelijk niet gemakkelijk voor zijn studenten om te onthouden wanneer je wel de conjunctief aorist gebruikt, en vooral ook wanneer niet. Om die reden geeft Niketas praktische voorbeelden met de correcte vormen, die tegelijkertijd inhoudelijk makkelijk te onthouden zijn. Daarenboven zijn ze ook ritmisch, wat als extra mnemotechnisch middeltje kan dienen. Hiermee verzekert Niketas dat zijn studenten zoveel mogelijk onthouden uit zijn lessen.

“Een belofte van je leraars liefde”

Wat enorm opvalt wanneer we Niketas’ didactische gedichten lezen, is hoe begaan hij is met zijn leerling(en). In de voorgaande fragmenten konden we al zien hoe hij zijn student vergelijkt met een prachtig, getalenteerd renpaard, en hoe Niketas een bijna vaderlijke rol opneemt met zijn goedbedoelde adviezen. Maar hij reflecteert ook explicieter hierover in andere delen van zijn poëzie.

Het gedicht Over de vier delen van de spraakkunst begint namelijk als volgt:

Ik wil schrijven voor een respectabel, hooggeboren kind,

en ik zal hem een serieuze soort van tijdverdrijf geven,

zodat hij de ernst overhoudt, zelfs als hij lijkt te spelen.

Voor mij, onderwijzend op een speelse manier,

hoop ik dat dit een kort werk van één nacht wordt,

een troost voor het lijden des levens.

Want altijd bieden intelligente conversaties

ons opluchting voor erge kwalen.

De syntaxis van de taal en de delen van de spraakkunst

zal ik proberen over te leveren op een beknopte manier,

ernst met spel mengend, in politische verzen,

zodat je een belofte zou hebben van je leraars liefde.

Niketas vat hier heel mooi de essentie samen van wat hij hoopt te bereiken, waarom hij de moeite doet om serieuze materie op een speelse manier te verpakken in een gedicht. Hij wil dat zijn student zoveel mogelijk onthoudt van wat hij probeert aan te leren, dat het hem kan helpen door de zware momenten in het leven, en dat hij weet dat zijn leerkracht om hem geeft – een sentiment dat ook vandaag de dag voor veel leerkrachten herkenbaar zal zijn.