Antwerpse wetenschappers analyseren fijn stof op aardbeiblaadjes

12 mei 2014 door KV

Meer dan duizend Antwerpenaren plaatsten de voorbije twee maanden een aardbeiplantje op hun vensterbank. Wetenschappers gaan nu op basis van de hoeveelheid fijn stof op de blaadjes een gedetailleerde kaart van de Antwerpse luchtkwaliteit maken.

Begin maart werden aardbeiplantjes verdeeld onder enthousiaste Antwerpenaren die zich voor het AIRbezen-project kandidaat hadden gesteld. Een enorm succes, want aanvankelijk hoopten de onderzoekers op een honderdtal deelnemers. De vrijwilligers plaatsten hun aardbeiplantje buiten op de vensterbank en verzorgden het gedurende twee maanden. Afgelopen weekend (10 en 11 mei) knipten ze enkele blaadjes af, die nu geanalyseerd worden in het lab van de Universiteit Antwerpen.

“In feite werden de aardbeiplantjes ingezet als meetstations voor fijn stof”, legt professor Roeland Samson uit, die samen met doctoraatsstudent Jelle Hofman het initiatief nam voor dit project. ‘Het verzamelde fijn stof op en in de bladeren is immers een goeie indicatie voor de lokale luchtkwaliteit.”

Van de duizend deelnemers stuurden er 720 hun blaadjes naar de universiteit. ‘Helaas overleefden een aantal plantjes de droge eerste lenteweken niet, en werden er ook een aantal gestolen. De grootte van de teruggestuurde blaadjes wordt bij aankomst in ons lab eerst gemeten om later de hoeveelheid fijn stof die we erop aantreffen te kunnen herschalen. Grotere blaadjes vangen immers meer fijn stof dan kleine. Daarna gaan alle blaadjes in plastiek folie en in een potje, en worden ze blootgesteld aan een magnetisch veld. De fijn stof deeltjes waarnaar we op zoek zijn – de zogenaamde ‘magnetiseerbare’ deeltjes, zoals ijzer – worden op die manier zichtbaar onder een elektronenmicroscoop. Op basis van de concentratie magnetiseerbare deeltjes kunnen we vervolgens een inschatting maken van de concentratie fijn stof waaraan de plant gedurende de voorbije twee maanden is blootgesteld. Hoe hoger het magnetisch signaal, hoe meer fijn stof. Net voor de zomervakantie hopen we dan te kunnen uitpakken met een gedetailleerde fijnstofkaart van Antwerpen en de districten.’

De Antwerpse luchtkwaliteit wordt nu al gemeten aan de hand van drie vaste meetstations in de stad, maar die aanpak heeft zijn beperkingen.’ Drie meetplaatsen is eigenlijk te weinig om de luchtvervuiling in kaart te brengen’, vertelde Jelle Hofman ons al net voor aanvang van het project. ‘Tien meter van elke installatie kan de concentratie fijn stof immers al anders zijn. Voor opschaling door de stad is de meetapparatuur echter te duur. Planten meten fijn stof net zo goed, maar zijn goedkoper en eenvoudiger te verspreiden.’ Uit de eerste heel beperkte resultaten (van Antwerpen-Noord) blijkt nu dat er inderdaad grote verschillen in luchtkwaliteit zijn tussen nochtans dicht bij elkaar liggende wijken.

De “AIRbezen-methode” is een relatieve methode: de resultaten zijn afhankelijk van onder andere de soort plant die je gebruikt en het weer tijdens de meetperiode. “Als het veel regent, zal minder stof zich op de blaadjes hebben verzameld”, verduidelijkt Roeland Samson. “Daarom je de meetresultaten altijd vergelijken met dezelfde soort planten die gedurende dezelfde periode stof hebben verzameld. Bovendien hebben we ook aardbeiplantjes staan in de buurt van bestaande meetstations van de Vlaamse Milieu Maatschappij, waardoor we hun metingen met het resultaat op de blaadjes kunnen vergelijken.”

Het project is trouwens nog niet afgelopen. De onderzoekers beslisten onlangs om nu ook de groei van de aardbeien in het oog te houden. ‘We vragen de vrijwilligers om regelmatig foto’s van de groeiende aardbeien te mailen. Op basis daarvan willen we bekijken of de groei van de aardbeien te linken is aan de lokale luchtkwaliteit.” (kv)

Meer info: www.uantwerpen.be/airbezen