De fietshelm: stimuleren, verplichten of afvoeren?

In het kort

Fietshelm doet in een ongeval de kans op ernstig hoofdletsel dalen met 60%

Helmdracht heeft geen invloed op kans op ongeval

Fietshelmplicht vermindert aantal ernstige hoofdletsels met 55%

Fietshelmplicht kan mogelijk leiden tot daling aantal fietsers, maar zeer gemengde resultaten

De fietshelm, voorwerp van hevige discussies tussen fervente voor- en tegenstanders. Dit artikel vat de meest recente wetenschappelijke inzichten samen. Die duiden vooral op grote voordelen van helmdracht én -plicht, tegenover weinig bewezen nadelen of neveneffecten.

Moeten we een fietshelm verplichten of juist niet? Of heeft het zelfs maar zin om die dingen aan te moedigen? In dit artikel geef ik een objectief overzicht van de wetenschappelijke evidentie hierrond. De conclusie is verrassend duidelijk: er bestaat weinig twijfel over de gunstige veiligheidseffecten van helmdracht én helmplicht, terwijl er voor de vermeende nadelen of neveneffecten meestal weinig of geen bewijs bestaat. Dit geeft aan dat het dragen van een fietshelm zeker zinvol is en gestimuleerd dient te worden, en dat zelfs het invoeren van een fietshelmverplichting ernstig overwogen moet worden. Dit neemt uiteraard niet weg dat de nadruk moet liggen op het voorkomen van fietsongevallen, niet op het beperken van de schade als een ongeval plaatsvindt. Een fietshelm (verplicht of niet) is daarom een aanvulling op, en geen vervangmiddel voor, andere maatregelen zoals veilige infrastructuur

In het vaak hevige debat over de fietshelm is het niet altijd duidelijk of opgeworpen argumenten, zowel pro als contra, voortkomen uit persoonlijke overtuiging dan wel uit wetenschappelijk bewijs. Voorstanders bepleiten de bescherming die de helm biedt bij een ongeval. Tegenstanders argumenteren onder andere:

  • Dat fietshelmen bij de meeste ongevallen geen bescherming bieden
  • Dat ze leiden tot meer verwondingen aan de nek
  • Dat fietsers met een helm zich gevaarlijker gaan gedragen (een fenomeen dat bekendstaat als “risicocompensatie” – als je je veiliger voelt, ga je je onveiliger gedragen)
  • Dat bestuurders zich gevaarlijker gedragen tegenover fietsers die een helm dragen
  • Dat minder mensen zullen fietsen als een fietshelm verplicht is

In dit artikel vat ik de bestaande wetenschappelijke evidentie rond dit verhitte onderwerp samen. Hiervoor baseer ik mij vooral op het werk van mijn collega’s van het Noorse Institute of Transport Economics (TØI). Zij voerden zeer recent twee meta-analyses uit naar de effecten van fietshelmdracht en helmplicht. Alle resultaten vermeld in dit artikel komen uit deze meta-analyses, tenzij expliciet anders vermeld.

Een meta-analyse is een statistische methode om resultaten van verschillende bestaande studies rond hetzelfde onderwerp te integreren tot één “beste schatting” van het werkelijke effect. Enkel studies van hoge wetenschappelijke kwaliteit worden opgenomen om de betrouwbaarheid van de eindresultaten te garanderen. In deze meta-analyses werden de resultaten opgenomen van 55 studies naar de effecten van de fietshelm op verwondingen, en de resultaten van 21 studies naar effecten van een fietshelmplicht op verwondingen en gedrag. De opgenomen studies zijn uit de periode 1989-2017 en komen uit verschillende landen wereldwijd.

Fietshelm reduceert kans op ernstig hoofdletsel met 60%

Uit de meta-analyse blijkt dat het dragen van de fietshelm in een ongeval de kans op het oplopen van een ernstig hoofdletsel met 60% reduceert. Uit autopsies van overleden fietsslachtoffers blijkt dat 37% van de dodelijke slachtoffers die géén fietshelm droegen het ongeval hadden kunnen overleven indien ze wél een helm hadden gedragen.

Soms wordt beweerd is dat het dragen van een fietshelm bij ongevallen zou kunnen leiden tot een toename in het aantal nekletsels. De meta-analyse vindt echter geen significante toename van het aantal ernstige nekletsels door het dragen van een fietshelm.

De fietshelm helpt weliswaar niet bij álle types ongevallen om de ernst te verminderen. Als een fietser langs achteren wordt aangereden door een voertuig, blijkt de helm minder doeltreffend dan bij zijdelingse of frontale aanrijdingen. Bij ‘hoogenergetische’ ongevallen (aanrijdingen aan zeer hoge snelheid of door zware voertuigen), helpt de fietshelm vaak weinig of niet. Voor andere types ongevallen is de fietshelm dan weer uiterst doeltreffend. Zo blijkt bijvoorbeeld dat fietshelmen de ernst van enkelzijdige ongevallen sterk kunnen verminderen. Dat zijn ongevallen die plaatsvinden zonder een andere betrokken weggebruiker, zoals een valpartij of een botsing tegen een voorwerp.

Beschermengel bij enkelzijdige fietsongevallen – een verrassend groot probleem

Het belang van enkelzijdige fietsongevallen in de problematiek van fietsveiligheid mag trouwens niet onderschat worden. Uit internationale schattingen blijkt dat 60-95% van de fietsers die opgenomen worden in een ziekenhuis of behandeld worden op de spoedafdeling hun verwondingen opliepen bij een enkelzijdig ongeval. Het aandeel van enkelzijdige ongevallen bij de dodelijke fietsslachtoffers is kleiner, maar zeker niet verwaarloosbaar; 5-30% van de dodelijke fietsslachtoffers valt bij een enkelzijdig fietsongeval.

Géén hogere ongevalsbetrokkenheid door gedragsaanpassingen

Een andere relevante vraag is of het dragen van een fietshelm ook een effect heeft op de kans om betrokken te geraken in een ongeval. De meta-analyse onderzocht of het dragen van een fietshelm een effect heeft op andere gedragingen. Meer bepaald werd onderzocht of het dragen van een fietshelm leidt tot ‘compensatiegedrag’ waarbij fietsers zich onveiliger gedragen wanneer ze een fietshelm dragen. De meta-analyse bestudeerde het effect van fietshelmdracht op meerdere vormen van risicovol fietsgedrag (bv. fietssnelheid, fietsen onder invloed,…), maar vond geen bewijs dat fietsers die een helm dragen zich onveiliger zouden gedragen.

Er zijn weinig studies die onderzochten of ándere weggebruikers zich anders gedragen ten opzichte van fietsers met fietshelm versus fietsers zonder fietshelm. Eén (vaak aangehaalde) studie vond dat fietsers die een fietshelm dragen door bestuurders ingehaald worden met een kleinere laterale afstand dan fietsers zonder fietshelm. De resultaten van deze studie zijn enigszins gecontesteerd. Een latere studie die dezelfde data heranalyseerde nuanceerde dat het dragen van een fietshelm niet leidt tot meer gevaarlijke inhaalbewegingen (met een laterale afstand kleiner dan 1,0m), en dat het eerder gevonden effect dus enkel optrad bij inhaalsituaties waarbij de laterale afstand sowieso al voldoende groot was.

De oorspronkelijke auteur publiceerde onlangs een paper met (opnieuw) een heranalyse van de oorspronkelijke data om aan te tonen dat de oorspronkelijke resultaten wél valide waren. Hoe dan ook mogen we niet vergeten dat het in de feiten slechts gaat over één (eerder kleine) studie die een mogelijk effect suggereert. Het bewijs dat bestuurders zich risicovoller zouden gedragen ten opzichte van helmdragers is dus zeer minimaal.

Kerncijfers voor België
  • In 2016 overleden 71 fietsers bij verkeersongevallen en raakten er 9.604 fietsers gewond. Fietsers representeren 19% van het totale aantal verkeersslachtoffers in België. Zij zijn de grootste groep verkeersslachtoffers na auto-inzittenden.
  • België telt 7,4 fietsdoden per miljoen inwoners. Dat is het hoogste cijfer van WestEuropa, en dus ook méér dan Nederland en Denemarken, de landen waar het meest gefietst wordt in Europa.
  • Bij 26% van de gehospitaliseerde fietsers is een schedel of hersenletsel de belangrijkste verwonding; en bij nog eens 9% is dat een hals-, gezichts- of ander hoofdletsel.
  • 85% van de fietsers die opgenomen worden in het ziekenhuis liepen hun verwondingen op in een enkelzijdig ongeval.

Fietshelmplicht vermindert het aantal ernstige hoofdwonden bij fietsers met 55%

Uit de resultaten van de meta-analyse blijkt duidelijk dat het invoeren van een helmplicht inderdaad ook leidt tot meer helmdracht. Het gevolg hiervan is dat het aantal ernstige hoofdwonden daalt met 55%, en het totaal aantal hoofdwonden met 20% wanneer de fietshelm verplicht wordt voor iedereen.

In sommige landen geldt enkel een fietshelmplicht voor kinderen tot een bepaalde leeftijd. Zowel een helmplicht voor alle fietsers als een helmplicht enkel voor kinderen blijken een gunstig effect te hebben op de verkeersveiligheid. Een helmplicht die enkel geldt voor kinderen, blijkt wel alleen gunstige effecten te hebben op de veiligheid van de fietsende kinderen zelf. Er is geen ‘spillover’ effect op volwassenen.

Omgekeerd blijkt echter wél dat een helmplicht voor alle fietsers leidt tot een nog groter veiligheidseffect voor fietsende kinderen dan een helmplicht die enkel geldt voor kinderen. Wanneer ook volwassenen verplicht worden een helm te dragen, is het veiligheidseffect voor de kinderen dus groter. Wellicht is dat omdat volwassenen zo een positief rolmodel zijn voor de kinderen en er mogelijk ook strenger op toezien dat hun kinderen de helm dragen.

Helmplicht voor alle fietsers leidt tot nog groter veiligheidseffect voor fietsende kinderen dan helmplicht enkel voor kinderen

Vermindert een fietshelmplicht het aantal fietsers? Zeer gemengde resultaten

Vaak vreest men dat het invoeren van een helmplicht kan leiden tot een afname in het aantal fietsers. Dit zou een ongewenst neveneffect zijn, aangezien er duidelijke voordelen aan fietsen zijn vanuit gezondheidsoogpunt en vanuit het oogpunt van het verminderen van emissies en files. Daarnaast is er ook een aangetoond ‘safety-in-numbers’ effect. Dit betekent dat naarmate meer mensen fietsen, het ongevalsrisico voor iedere fietser afneemt waardoor fietsen dus in feite automatisch veiliger wordt wanneer meer mensen fietsen.

Het wetenschappelijke bewijs rond de effecten van een helmplicht op het fietsgebruik is echter zeer uiteenlopend. Er bestaan studies die inderdaad een daling vonden van het aantal fietsers na invoering van een fietshelmplicht, maar ook studies die geen effect vonden op fietsgebruik, en zelfs studies die een toename in fietsgebruik vonden na de invoering van een helmplicht. Ook is het vaak moeilijk om aan te tonen of een verandering in fietsgebruik wel echt terug te leiden is tot de helmwetgeving. Het blijkt namelijk dat mensen een eventuele helmplicht veel minder doorslaggevend vinden bij hun keuze voor de fiets dan andere factoren die fietsgebruik kunnen aan- of ontmoedigen. De aanwezigheid van goede en veilige fietsinfrastructuur speelt bijvoorbeeld een veel grotere rol.

In de meeste studies waarbij een daling van het fietsgebruik  wordt gevonden na invoering van een helmplicht, bleek dit een vrij beperkt en korte termijneffect dat op langere termijn weer verdween. Ook bleek dat mensen die stoppen met fietsen na de invoering van een helmplicht vooral degenen zijn die sowieso al erg weinig fietsten.

Leidt helmplicht tot minder fietsers...? Zeer gemengde resultaten, en eventuele dalingen zijn vaak beperkt en/of van korte duur

Conclusie

Ondanks de kanttekening dat de fietshelm niet bij alle ongevallen kan bijdragen tot een vermindering van de letselernst, is het globale gunstige effect van de fietshelm op letselernst duidelijk bewezen en zeer aanzienlijk. De kans op het oplopen van een ernstig hoofdletsel vermindert met 60%, en er is geen significante toename in het aantal nekletsels.

Er is weinig bewijs dat fietshelmdracht of -plicht het ongevalsrisico verhoogt door ongewenste gedragseffecten; noch effecten op het gedrag van de fietsers, noch effecten op bestuurders.

Een fietshelmverplichting, zowel een gedeeltelijke verplichting die enkel voor kinderen geldt als een algemene verplichting, draagt bij aan een verhoging van de helmdracht en een vermindering van het aantal hoofdletsels. Of een fietshelmplicht een effect heeft op het fietsgebruik is onduidelijk. Hierover is het beschikbare wetenschappelijk bewijs sterk verdeeld. Een daling in het aantal fietsers als gevolg van een fietshelmverplichting kan mogelijk optreden, hoewel in eerdere studies een eventuele daling meestal beperkt bleek in omvang en hoofdzakelijk een korte termijneffect dat op langere termijn weer verdween.

Het beschikbare onderzoek bevestigt dus vooral de positieve veiligheidseffecten van een helmdracht en -plicht. Er is daarentegen weinig onderzoek dat ongunstige neveneffecten aantoont. De conclusie is dat er geen argumenten zijn om de fietshelm niet actief te stimuleren, en dat ook het invoeren van een fietshelmplicht ernstig overwogen kan worden. Het draagvlak voor een fietshelmplicht is in België voorlopig vrij beperkt. In een internationale enquête geeft slechts 46% van de Belgen aan voorstander te zijn van een fietshelmplicht, hetgeen beduidend minder is dan het Europese gemiddelde (59%).

Helmtips
  • Draag steeds een fietshelm om jezelf te beschermen, zeker in moeilijke omstandigheden (bv. bij kans op gladheid)
  • Koop alleen een helm met een CE-markering; dit garandeert een goede kwaliteit
  • Let op: voor een zogenaamde ‘speed pedelec’ (een elektrische fiets die tot 45 km/u haalt) ben je nu al verplicht om een helm te dragen. Deze fietsen worden beschouwd als een speciale categorie. 
  • Vervang je helm steeds na een ongeval, ook wanneer er geen zichtbare schade is. Er kan onzichtbare schade zijn waardoor de helm niet veilig meer is. Ook verslijt een helm ongemerkt bij gebruik. Er wordt aangeraden de helm om de drie à vijf jaar te vervangen.
  • Koop een fietshelm nooit tweedehands, want dan weet je niet of hij nog in goede staat is.
  • Laat je kinderen van kleins af aan een fietshelm dragen, en geef zelf het goede voorbeeld door er ook één te dragen