Eos Blogs

Een expert is geen wetenschapper

In het kort

Experten staan centraal in onze maatschappij

Expertise is niet hetzelfde als wetenschap

Expertise is een recent begrip

Vijf verschillen met wetenschap worden hier verkend

Expertise wordt vaak gelijkgesteld met wetenschap. Dat miskent de eigenheid van expertise. Vijf verschillen tussen wetenschap en expertise worden hier verkend.

In de huidige coronacrisis is er sprake van een comeback van de expert. Voor sommigen lijkt het alsof ons leven wordt beheerst door de talloze expertengroepen die ons vertellen hoe we ons al dan niet moeten gedragen. Terwijl in het begin het vertrouwen in deze experts groot leek, wordt deze de laatste maanden steeds vaker openlijk bevraagd: waarom zouden die experts het beter weten?

Dat scepticisme is niet nieuw. Het was al een onderwerp in debatten rond post truth en nepnieuws. In aanloop van het Brexitreferendum sprak de Britste politicus Michael Gove dan ook de fameuze woorden: 'Ik denk dat de mensen in dit land genoeg hebben gehad van experts'.

'Ik denk dat de mensen in dit land genoeg hebben gehad van experts' Brits conservatief politicus Michael Gove in 2016

Maar experts worden vaak gelijkgesteld met wetenschappers en dat lijkt me te kort door de bocht. Niet enkel omdat er experten rondlopen buiten de wetenschappen, maar vooral omdat dit de eigenheid van expertise in het maatschappelijk debat miskent. Vandaar een oproep om de eigenheid van expertise eens te onderzoeken. Hier wil ik een korte aanzet geven door op vijf verschillen tussen expertise en wetenschap te wijzen.

Allereerst iets over de term zelf: expert of deskundige. Het is belangrijk te beseffen dat deze term pas recent in gebruik geraakt is. Oorspronkelijk betekende de term louter dat iemand ervaring had over een bepaalde kwestie. Na de Tweede Wereldoorlog is het ook beginnen verwijzen naar iemand die moet wegen op politiek beleid.

Google N-Gram van frequentie waarmee term expertise voorkomt in Engelstalige boeken

Een drakendeskundige

Het is dus belangrijk die twee betekenissen uit elkaar te houden. Brigitte Nerlich geeft het treffende voorbeeld van drakendeskundigen. Hoewel het uiteraard over fictieve wezens gaat, zijn er toch artikels in Nature verschenen over drakenecologie, en zelfs over de impact van klimaatverandering op de mythologische vuurspuwers.

De auteurs van deze studie zijn experts omtrent draken, in de zin dat ze kennis van zaken hebben. Maar het zijn geen experts die met wetenschappelijke kennis wegen op beleidsbeslissingen via rapporten, commissies of expertgetuigenissen. In deze tweede groep heeft men niet zozeer expertise, maar is men een expert. Het gaat om een bepaalde taak die men krijgt of op zich neemt, eerder dan een eigenschap die men bezit.

In het vaktijdschrift Nature zijn er artikels verschenen over drakenecologie, en zelfs over de impact van klimaatverandering op de mythologische vuurspuwers

Deze twee betekenissen overlappen niet geheel met elkaar. Niet alle kennis is relevant of wordt gehoord door het beleid; en niet iedereen die in een expertengroep zit heeft noodzakelijk de juiste kennis van zaken. Hieruit zijn twee conclusies mogelijk.

Enerzijds kan men pleiten voor een terugkeer naar expertise in de eerste zin. Het is enkel door politieke en bureaucratische spelletjes dat we nu zitten met experts zonder expertise (in de zin van kennis van zake). De boodschap is dan een terugkeer naar de personen die echt iets van de zaak afweten.

Niet alle kennis is relevant of wordt gehoord door het beleid; en niet iedereen die in een expertengroep zit heeft noodzakelijk de juiste kennis van zaken

Ik wil hier echter de andere optie verkennen, namelijk dat de rol van experts in beleidsdebatten, gaande van Brexit tot covid-19, niet te reduceren valt tot het hebben van de juiste kennis. Er is wel degelijk iets vernieuwend gebeurd met expertise na de Tweede Wereldoorlog. De sociale rol van expert valt niet gelijk te stellen met die van de wetenschapper.

Vijf verschillen

Laat ik de eigenheid van de rol van expert benadrukken door te wijzen op vijf manieren waarop de verwachtingen omtrent expertise anders gestructureerd zijn dan die van een wetenschapper.

Allereerst speelt een andere tijdschaal mee. Wetenschappelijk onderzoek ontwikkelt zich op lange termijn en vormt zich daar ook naar. Het heeft geen problemen met langlopende onderzoek zonder vast eindpunt. Bij expertise zit dat anders: we verwachten van experts een beslissing die op korte termijn plaatsvindt. We konden bijvoorbeeld geen maanden wachten vooraleer op het coronavirus te reageren. Dat moest snel en meteen gebeuren. Volgens sommigen is dat nog altijd te traag gebeurd.

Wetenschappelijk onderzoek ontwikkelt zich op lange termijn en vormt zich daar ook naar. Bij expertise verwachten we een beslissing op korte termijn

Ten tweede kenmerkt expertise zich door zwart-witdenken: er moeten duidelijke beslissingen worden genomen. Ofwel een lockdown ofwel niet. Halve maatregelen, of maatregelen met te veel interpretatieruimte of uitzonderingen worden typisch niet in dank afgenomen. Wetenschappelijk onderzoek daarentegen wordt juist door openheid en onzekerheid gekenmerkt: onderzoek is altijd voorlopig en enkel geldig met marges van onzekerheid en interpretatie. Dit punt zorgt voor veel wrijving en wanbegrip omtrent wetenschap en beleid.

Een derde verschil ligt in het feit dat een expert de vertegenwoordiger wordt van een heel vakdomein. Hij of zij spreekt in naam van de hele discipline of zelfs de hele wetenschap. In wetenschappelijk onderzoek is dat uiteraard niet het geval. Het is de bedoeling dat de individuele wetenschapper een eigen stelling inneemt binnen bestaande debatten. Wetenschap is gefascineerd door punten van onenigheid, terwijl expertise draait om het uitdragen van consensus. Ook hier treden vaak duidelijke spanningen op.

Wetenschap is gefascineerd door punten van onenigheid, terwijl expertise draait om het uitdragen van consensus

Ten vierde staat dat vaak in verband met een andere vorm van autoriteit: waarom de wetenschap geloven? Binnen wetenschap steunt die autoriteit vooral op hoe de wetenschappelijke claims worden opgenomen in volgende publicaties. De autoriteit van de claim hangt dan af van de reacties van andere wetenschappers: ze het kunnen accepteren, bekritiseren of, nog erger, simpelweg negeren.

Bij de stellingen van een expert ligt dat anders, aangezien de expert voor een ander publiek spreekt, dat de middelen noch de taak heeft om die beweringen adequaat te evalueren. Typisch steunt daardoor de autoriteit van een expert eerder op het vorige punt: de claim in naam van de hele wetenschap te spreken. Maar wanneer iedereen zelf op het internet kan zoeken naar alternatieve meningen is dit een problematisch punt geworden.

Expertise wordt gekenmerkt door een reeks vaste rituelen die gevolgd worden bij het gebruik ervan. We zien dit duidelijk bij de coronacrisis

Dat brengt me tot het laatste punt. Een andere manier om die autoriteitsvraag te ondervangen is via de introductie van officiële procedures die de kwaliteit van de expert zouden moeten bevestigen. Met andere woorden: expertise wordt gekenmerkt door een reeks vaste rituelen die gevolgd worden bij het gebruik ervan. We zien dit duidelijk bij de coronacrisis: dagelijks rapporteren van het aantal besmettingen; het organiseren van persconferenties op vaste momenten en locaties; enzovoort. Die situatie is niet uitzonderlijk. Op een zelfde manier wordt omgegaan met experts die voor een commissie of in een rechtszaak verschijnen.

Met deze vijf eigenschappen pretendeer ik niet alle verschillen te vatten noch claim ik dat deze verschillen altijd meespelen. Ik hoop enkel dat dit een eerste aanzet is om na te denken over de eigenzinnige aard van expertise, zonder die simpelweg gelijk te stellen met wetenschap of vakkennis.