En als we nu al een vaccin hadden?

Terwijl grote buur Spanje bijzonder zwaar getroffen is door het coronavirus, lijkt Portugal de dans te ontspringen. Hetzelfde zien we in de voormalige DDR, dat minder besmettingen en doden laat optekenen dan de rest van Duitsland. Mogelijk zorgt een bestaand vaccin tegen tuberculose er voor wat bescherming.

Van het zogeheten BCG-vaccin tegen tuberculose, dat al in de jaren 1920 werd ontwikkeld en dat top op vandaag een van de meest toegediende vaccins ter wereld is, weten we sinds enkele jaren dat het iets bijzonders doet met het immuunsysteem. De entstof prepareert niet alleen het verworven immuunsysteem (dat trager in actie schiet en ziektekiemen gericht aanpakt, om deze daarna in het ‘geheugen’ op te slaan). Het vaccin houdt ook de aangeboren immuniteit in een status van verhoogde waakzaamheid. Daardoor kan dat aangeboren systeem ook infecties door andere bacteriën en virus aan, blijkt uit verschillende studies. Het vaccin zou bijvoorbeeld beschermen tegen het virus dat gele koorts veroorzaakt, al zou dat voornamelijk het geval zijn in de eerste jaren na inenting – en mogelijk enkel bij kinderen en jongvolwassenen.

De vraag die vele wetenschappers vandaag bezighoudt: beschermt het BCG-vaccin ook tegen het coronavirus? Als dat zo is, dan zou dit voor een stuk de opvallende verschillen tussen nochtans heel vergelijkbare landen en regio’s kunnen verklaren. Bijvoorbeeld waarom het voormalige Oost-Duitsland minder hard getroffen wordt dan het zuiden en westen van de Bondsrepubliek. En waarom Portugal grotendeels – en voorlopig – lijkt te ontsnappen aan het virus, terwijl grote buur Spanje tot de zwaarst getroffen landen behoort.

Inentingsprogramma’s vergeleken

Frankrijk kende tot 2007 een algemene BCG-vaccinatie.

Natuurlijk zijn er vele andere verklaringen mogelijk (minder internationale contacten, een veel kleinere instroom van burgers die teruggekeerd zijn uit bijvoorbeeld Noord-Italië of Tirol, kleinere steden, of gewoon toeval), maar feit is wel dat zowel Portugal als de vroegere DDR er een strikt vaccinatiebeleid tegen tuberculose op nahouden of –hielden. Portugal voegde het BCG-vaccin in de jaren 1960 bij het verplichte nationale inentingsprogramma voor zuigelingen, en het vaccin wordt er tot op vandaag toegediend. Dit terwijl Spanje begin jaren 1980 stopte met vaccineren tegen tuberculose (omdat het gevaar was geweken). Het communistische Oost-Duitsland startte, net als vele andere Oostbloklanden, al vroeg in de jaren 1950 met een massale vaccinatiecampagne. In West-Duitsland begon die pas ruim tien jaar later.

Landen als België, Italië en Nederland en de Verenigde Staten hebben dan weer nooit een algemene BCG-vaccinatie gekend (enkel voor risicogroepen). Volgens een nog ongepubliceerd onderzoek van Amerikaanse wetenschappers, dat al dateert van eind maart, kan dit tot het relatief hoge aantal besmettingen en doden in deze landen hebben geleid. De vorsers vergeleken een twintigtal landen met elkaar die al dan niet verplichte vaccinatieprogramma’s hebben (of recent nog hadden) lopen. Aan het ene uiterste staat het zwaar getroffen Italië, aan het andere eind Japan, waar de BCG-vaccinatie al sinds 1947 verplicht is – Japan heeft momenteel iets meer dan vijfhonderd officiële coronadoden. Dat staat ook in schril contrast met Iran, een Aziatisch land dat wél hard is getroffen maar dat eveneens al jaren tegen tuberculose vaccineert. Volgens de auteurs van de paper die momenteel op de preprintserver Medrxivrondwaart, komt dat doordat het Iraanse vaccinatieprogramma nog maar loopt sedert 1984.

Geen toevallige correlatie

Natuurlijk zijn vergelijkingen tussen landen onderling moeilijk te maken – kijk maar naar de officiële cijfers die overheden dagelijks verspreiden, en die het resultaat zijn van vaak verschillende methodieken. Dat ‘lage-inkomenslanden’ veel minder hard getroffen lijken te worden zou een gevolg kunnen zijn van onderrapportage en een gebrek aan testinfrastructuur. Bovendien schoot het aantal besmettingen in verschillende van deze landen na de verschijning van de preprint eind maart alsnog de hoogte in, zoals blijkt uit een kritisch artikel op de website van het magazine Forbes.

Toch is het niet zo gemakkelijk om het BCG-vaccinatiebeleid zomaar af te serveren als een toevallige correlatie tussen landen of gebieden die minder hard worden getroffen door corona. In een ander preprintartikel dat sinds gisteren online staat, schrijven de Amerikaanse auteurs ervan dat de epidemiologische curve in landen met verplichte vaccinatie minder vlug stijgt en bovendien sneller afvlakt dan in andere landen. De onderzoekers keken specifiek naar het stijgingspercentage van de curve tijdens de eerste 30 dagen na de uitbraak, om het verstorende effect van verschillende tijdsevoluties weg te nemen. Die aanpak helpt ook om beperkende maatregelen door overheden weg te filteren: in ons land begon de uitbraak begin maart, maar de lockdown die halfweg de maand werd geïnitieerd had pas twee weken later effect.

Dodentol in de VS

Over hun eigen land laten de vorsers trouwens een opvallende vaststelling optekenen. Volgens hun model zou de dodentol in de VS eind maart vijf keer lager zijn geweest als het land al decennialang de BCG-vaccinatie had toegediend bij zijn bevolking. Nog opmerkelijk: landen die dit tijdens de twintigste eeuw gedurende lange tijd hebben gedaan maar daar jaren geleden mee zijn gestopt, zijn niet per se beter af – zoals Frankrijk, dat ermee kapte in 2007. De bescherming door het BCG-vaccin zou volgens dit onderzoek enkel werken als een voldoende groot deel van de bevolking het heeft gehad, en er zich dus een zekere vorm van groepsimmuniteit heeft kunnen ontwikkelen.

Beschermt het BCG-vaccin echt tegen corona? Daarover moeten gerandomiseerde testen straks uitsluitsel brengen, waarvan er de afgelopen weken verschillende werden opgestart – onder meer in Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Daarbij worden zorgmedewerkers ingeënt en opgevolgd, zodat kan worden bekeken of ze al dan niet minder vatbaar zijn voor het coronavirus.