Energiefabriekjes maken schoon schip bij stress

12 april 2018 door SST

De mitochondriën in onze cellen produceren continu stoffen die onze energiebevoorrading verzekeren. Dat doen ze aan een vast tempo. Hen opjagen heeft geen zin.

Een fabrieksarbeider aan de lopende band heeft misschien de neiging (of de instructies van de baas) om een versnelling hoger te schakelen als er even méér werk voorbijkomt. Maar bij gistcellen moet je met dat stressregime niet afkomen, zo hebben Amerikaanse celbiologen ontdekt. Zij hebben onderzocht hoe de mitochondriën van gistcellen, energiefabriekjes die over eigen DNA beschikken, omgaan met plotse overbelasting.

De biologen manipuleerden gistcellen zo dat hun mitochondriën méér eiwitten, aangemaakt op basis van de code in het kern-DNA, per tijdseenheid te verwerken kregen dan normaal. Daarna keken ze nauwgezet naar wat er zou gebeuren. Zouden de mitochondriën, die uit eiwitten allerhande nuttige stoffen maken die cruciaal zijn voor het functioneren van de cel, een tandje bijsteken? Of zouden ze ongestoord verder werken?

Het tweede, ontdekten de onderzoekers. Met die kanttekening dat de mitochondriën tegelijkertijd voorkomen dat de overvloed aan aangevoerde eiwitten leidt tot een ophoping en eventueel een verstopping. De biologen konden immers een stresssignaal identificeren dat leidt tot de onmiddellijke afbraak van de ‘eiwitten in de wacht’.

Welke implicaties de vondst heeft voor medisch onderzoek – bijvoorbeeld kankeronderzoek, want tumoren bestaan precies uit op hol geslagen cellen – is nog niet duidelijk. Het is trouwens maar de vraag of hetzelfde stresssignaal- en opruimmechanisme ook voorkomt in dierlijke en menselijke cellen.