‘Hoopgevend’ maar nog grote vragen

Het Pfizer-vaccin tegen covid-19 lijkt voor negentig procent effectief. Maar belangrijke vragen over de aard en duur van de bescherming blijven nog onbeantwoord.

Het is ongezien. Zo’n tien maanden nadat de wereld onaangenaam kennismaakte met SARS-CoV-2 lopen de eerste resultaten binnen van fase III-onderzoek naar een vaccin. Farmabedrijf Pfizer en het Duitse BioNTech kondigen op basis van voorlopige resultaten aan dat hun vaccin voor negentig procent effectief lijkt.

De studie loopt bij ruim 43.000 proefpersonen in verschillende landen, waarvan één groep het experimentele vaccin kreeg, en een andere een placebo. Sinds de start van het onderzoek werden bij de proefpersonen 94 besmettingen vastgesteld. Pfizer geeft daarover in zijn persbericht geen verdere informatie, maar een effectiviteit van negentig procent zou impliceren dat ongeveer 86 infecties in de placebogroep plaatsvonden, tegenover een achttal in de gevaccineerde groep.

Dat is veel beter dan de verwachte 50 à 70 procent bescherming. ‘We weten bijvoorbeeld dat een griepvaccin bij 55-plussers in het beste geval 55 tot 70 procent bescherming biedt’, zegt epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen). ‘Deze resultaten zijn erg hoopgevend. Ook met het oog op de andere vaccins in ontwikkeling. We zien namelijk een vergelijkbare concentratie opgewekte antistoffen in eerdere fasen van het onderzoek naar die andere vaccins. Het is dus mogelijk dat de resultaten daar ook dezelfde positieve richting uitgaan.’

Het is nog onduidelijk of het vaccin voorkomt dat iemand het virus bij zich draagt en doorgeeft zonder zelf symptomen te vertonen

Tegelijk ontbreekt nog cruciale informatie om de verdienste van het kandidaat-vaccin goed te kunnen beoordelen. Zo is het niet duidelijk in hoeverre het beschermt tegen het meest ernstige verloop van covid-19. ‘Aangezien hospitalisaties zeldzamer zijn, moet de studie nog langer doorlopen om daar op basis van meer gevallen uitspraken over te kunnen doen’, zegt Van Damme. Evenmin weten we of het vaccin voorkomt dat iemand het virus bij zich draagt en doorgeeft zonder zelf symptomen te vertonen. ‘Daarvoor zouden we moeten weten of het vaccin de aanmaak van antistoffen in de slijmvliezen stimuleert’, zegt Van Damme. Eveneens cruciaal is de vraag of het vaccin alle leeftijdsgroepen – en vooral de ouderen – even goed beschermt. ‘We weten wel dat er ook 55-plussers aan deze studie meedoen, maar nog niet of die negentig procent bescherming ook voor hen geldt’, aldus Van Damme.

Nieuwe technologie

Om dergelijke vragen te kunnen beantwoorden, zal de studie nog doorlopen tot er 164 infecties zijn vastgesteld. Om meer inzicht te krijgen in mogelijke bijwerking, zullen de proefpersonen tot twee jaar na hun tweede dosis worden opgevolgd. ‘Voorlopig weten we dat de bijwerkingen beperkt blijven tot de klassieke spierpijn en koorts na de inenting, en blijven echt serieuze neveneffecten uit’, zegt Van Damme. Na een eventuele markttoelating moeten zogenoemde fase IV-studies meer duidelijkheid verschaffen over effecten op langere termijn en de duur van de bescherming. ‘Sommige vaccins beschermen vijf jaar, andere meer dan dertig jaar’, zegt Van Damme. ‘Dat kan je dus enkel door langlopend onderzoek te weten komen.’

Hier en daar was ook kritiek te horen op dit soort ‘wetenschap per persbericht’. De resultaten zijn immers niet in een peer-reviewed publicatie gegoten. ‘Toon ons de data’, zeggen de critici. ‘De analyse is uitgevoerd door een onafhankelijke expertencommissie die de studie overziet, en niet door het bedrijf zelf’, zegt Van Damme. ‘De informatie is tegelijk ook aan de autoriteiten bevoegd voor goedkeuring bezorgd. De hele wereld zit hierop te wachten en met een wetenschappelijke publicatie ben je al snel een maand verder. In dat opzicht vind ik dit wel verdedigbaar.’

Het Pfizer vaccin is een zogenoemd RNA-vaccin. Dat levert de code voor de aanmaak van het bij een infectie cruciale krooneiwit op de buitenkant van het virus. De productie van dat eiwit lokt vervolgens een reactie van het immuunsysteem uit. Het zou de eerste keer zijn dat zo’n vaccin op de markt komt. RNA-vaccins hebben als voordeel dat ze sneller en goedkoper te maken zijn. Het farmabedrijf werkte eerder al aan RNA-vaccins tegen griep, maar covid-19 bracht het onderzoek in een stroomversnelling. ‘Als dit een succes wordt, kan dat ook een positieve impact hebben op de ontwikkeling van vaccins tegen andere ziektes, zoals griep of RSV’, zegt Van Damme.

Eén nadeel, het vaccin moet bij min 80 graden Celsius worden bewaard, wat de nodige logistieke uitdagingen met zich meebrengt. Pfizer verwacht 50 miljoen dosissen te kunnen produceren tegen eind dit jaar, en 1,3 miljard dosissen in de loop van 2021.