Leverfibrose opsporen kan nu ook sneller, goedkoper en minder pijnlijk

Leverfibrose is binnenkort vast te stellen via een eenvoudige bloedtest.

Overmatig alcoholgebruik, obesitas of virale infecties zoals hepatitis C kunnen leiden tot leverfibrose. Dat is een chronische leveraandoening waarbij een verharding en verlittekening van de lever optreedt. Wordt leverfibrose niet tijdig ontdekt, dan kan dat evolueren tot levercirrose of leverkanker.

Tot nu toe werd leverfibrose vooral vastgesteld door een dure en pijnlijke leverbiopsie. Maar onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel en van het UZ Brussel wisten verschillende merkers in het bloed te identificeren die het mogelijk maken om leverfibrose via een bloedanalyse op te sporen.

Onderzoeker Joeri Lambrecht en prof. Leo van Grunsven voerden in het Universitair Ziekenhuis in Jette verschillende tests uit op 205 proefpersonen met chronische leverziekten. Ze stelden vast dat er in het bloed van patiënten met leverfibrose hogere waardes te vinden waren van PDGFRbeta dan in het bloed van proefpersonen zonder de aandoening. PDGFRbeta staat voor bloedplaatjes afgeleide groeifactor, receptor beta. Naarmate de fibrose verder gevorderd was, steeg de waarde.

De onderzoekers combineerden deze parameter met 2 andere klinische bloedparameters die ze veel gebruiken wanneer ze een vermoeden hebben van een leveraandoening: bloedplaatjes en albumine. De drie parameters vormen samen de PRTA-score, een nieuw diagnose-algoritme waarmee artsen kunnen bepalen of een patiënt leidt aan leverfibrose en in welk stadium de aandoening zit.

De PRTA-score is veel gevoeliger dan andere niet-invasieve manieren om levercirrose vast te stellen. Bovendien kan ze de aandoening veel vroeger opsporen. In vergelijking met een biopsie, waarbij een stukje van de lever operatief moet verwijderd worden in het ziekenhuis, is ze veel goedkoper en veel minder pijnlijk, omdat alleen een bloedafname noodzakelijk is om de diagnose te stellen.

Volgens Lambrecht is het belangrijkste voordeel van deze techniek dat ze voor de drempel voor onderzoek verlaagt. ‘In de toekomst zouden patiënten niet meer naar het ziekenhuis moeten gaan voor een biopsie, maar kunnen ze gewoon bloed laten afnemen door hun huisarts, zoals ze dat gewoon zijn om bijvoorbeeld hun cholesterol te laten bepalen’, vertelt hij.  ‘Hierdoor kunnen we ook veel meer patiënten screenen wanneer we vermoeden dat ze een groot risico lopen op leverfibrose.’

Doordat artsen de aandoening in een veel vroeger stadium kunnen ontdekken, heeft de patiënt een veel grotere kans op genezing. Soms is daarvoor een aangepaste levensstijl al voldoende.