Wat is ebola, en hoe gevaarlijk is het virus?

08 augustus 2014 door KV

Ebola is een ernstige virusziekte. Het virus is snel en dodelijk, maar moeilijk over te dragen. Het risico op een globale pandemie is dan ook zeer klein.

 

Wat is ebola?

Ebola is een ernstige virusziekte. Het virus is snel en dodelijk, maar moeilijk over te dragen. Daardoor bleven uitbraken tot nu toe kleinschalig, met gewoonlijk minder dan 100 doden. De huidige epidemie is de grootste in de – gerapporteerde - geschiedenis. Na het eerste geval in Guinee, verspreidde het virus zich naar de buurlanden Liberia en Sierra Leone. Voorgaande uitbraken bevonden zich vooral in Centraal-Afrika.

Hoe verloopt een besmetting?

De incubatietijd van ebola is 2 tot 21 dagen. Meestal ontwikkelt de patiënt na 7 dagen de eerste ziekteverschijnselen. Nadat de eerste symptomen (koorts, zeer zware hoofdpijn en sterke pijnscheuten) zich voordoen, kan de ziekte snel verergeren: bloedneuzen, bloederige urine, overgeven, ernstige diarree, orgaanfalen en shock. Meestal sterft de patiënt in de tweede week. Het sterftecijfer kan onder onbehandelde mensen kan oplopen tot 90 procent. Het virus ontloopt mogelijk aanvallen van het afweersysteem door een sleuteleiwit (interferon) in besmette cellen te verhinderen om afweergenen te activeren.

Bestaat er een vaccin of geneesmiddel tegen ebola?

Neen. Een geneesmiddel is er niet. Een vaccin evenmin. De enige manier om het virus te stoppen is door de patiënten zo snel mogelijk te isoleren. Artsen kunnen alleen de symptomen behandelen, onder andere door vocht toe te dienen. Dat kan tien tot vijftien procent van de patiënten redden. Inspanningen vanuit de wetenschap lijken magertjes. Het experimenteel middel ZMapp werd gebruikt bij twee Amerikaanse ontwikkelingswerkers, die ebola overleefden. Voor nog drie andere patiënten, kon het middel echter niet meer baten. Het middel bewees eerder wel al succesvol te zijn bij de behandeling van met ebola besmette apen. De voorraad van ZMapp is voorlopig op.

Andere experimentele middelen kennen wisselend succes. TKM-ebola van het Amerikaanse Tekmira werd, samen met een bloedtransfusie van een overlever, succesvol toegepast bij een Amerikaanse arts die in Liberia besmet raakte. Bij gezonde vrijwilligers veroorzaakt het middel ook ontstekingen en griepachtige verschijnselen. Een ander medicijn, Favipiravir, gemaakt door het Japanse Fujifilm, is ook al met succes gebruikt bij een Franse verpleegster en een Oegandese arts. En dertien van vijftien patiënten die behandeld werden met lamivudine, een middel dat oorspronkelijk werd ontwikkeld tegen hiv, overleefden.

Sinds wanneer kennen we het virus?

De Belgen Peter Piot en Guido van der Groen ontdekten het ebolavirus in 1976. ‘Dat was puur toeval', zei Piot daarover eerder in Eos. 'In 1976 kwamen bloedmonsters binnen van katholieke zusters die in Kinshasa waren gestorven. Er werd vermoed dat ze gele koorts hadden, maar het bleek een totaal onbekend virus te zijn. Ik ben toen naar Zaïre getrokken om de eerste epidemie te onderzoeken. Dat was niet ongevaarlijk, want we hadden geen flauw benul hoe het virus werd overgedragen. Maar ik was veel te opgewonden om zo’n kans te laten liggen.’

Kan ebola via een vliegtuigpassagier ook naar Europa komen?

De eerste besmetting van de huidige epidemie werd in Guinee vastgesteld, waarna het virus zich over land ook naar Liberia en Sierra Leone heeft verspreidt. Op 20 juli introduceerde een geïnfecteerde man het virus ook in Lagos, Nigeria, nadat hij met een vlucht vanuit Liberia het land was binnengekomen. Kunnen vliegtuigpassagiers het virus op dezelfde manier ook Europa binnenbrengen? Die kans is klein. En als het gebeurt, dan worden patiënten in isolatie verpleegd. Dat is effectief om de verspreiding tegen te gaan, zo vermeldt het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Maar ondanks quarantaine en toegang tot moderne zorg zijn er onlangs toch twee besmettingen ter plaatse geweest, in Spanje en de VS.

Hoezo, de 'beperkte besmettelijkheid' van ebola?

Hoewel iets meer dan de helft van de mensen die door ebola besmet raakt, overlijdt, is het vrij moeilijk om het virus binnen te krijgen. In tegendeel tot het griepvirus, dat zich makkelijk via de lucht verspreidt, kan het ebolavirus enkel doorgegeven worden door nauw contact met een geïnfecteerde patiënt. De lichaamsvloeistoffen (urine, speeksel, bloed, sperma, stoelgang, urine) van een besmet persoon moeten in contact komen met het speeksel of een huidwonde van iemand anders. De overdracht kan ook gebeuren via kledij of beddengoed dat met deze lichaamsvloeistoffen is vervuild, of door het eten van besmet voedsel. Een griepepidemie kan zich in een paar weken over de ganse wereld verspreiden, en is moeilijk te stoppen, terwijl ebola lokaal toeslaat en uiteindelijk de kop ingedrukt kan worden.

Worden mensen die ebola overleven immuun voor het virus?

Wel tegen de virusstam die de huidige epidemie veroorzaakt. Het ebolavirus muteert soms, en dan is het niet zeker dat genezen mensen er nog immuun voor zullen zijn. In het bloed van ebola-overlevers zitten afweerstoffen tegen ebola, waardoor andere patiënten met een bloedtransfusie geholpen kunnen worden. Een 'medicijn' kan je zo'n bloedtransfusie echter nog niet noemen.