Podcast

Kunnen we koolstofdioxide terug uit de lucht halen?

Eos-redacteur Kim Verhaeghe vraagt het aan professor biogeochemie Filip Meysman van de Universiteit Antwerpen.

Tot voor kort leek het eenvoudig: om de klimaatverandering tegen te gaan, moesten we minder broeikasgassen uitstoten. Volgens heel wat klimaatexperts is het niet meer zo eenvoudig. We moeten de CO2 die we al hebben uitgestoten ook terug uit de lucht halen. Hoe realistisch is dat?

In de podcast "Vraag het Aan" beantwoordt een wetenschapper een vraag uit de Vlaamse Wetenschapsagenda. Heb je zelf een vraag? Bezorg ze ons dan via mail of sociale media.

Je kan dit gesprek ook beluisteren via deze podcastkanalen:

Dit podcastinterview in het kort

De klimaatconferentie van Parijs in 2015 was de laatste grote internationale afspraak over de klimaatverandering? Wat is daar beslist?

‘De internationale gemeenschap sprak in Parijs af om de klimaatopwarming te beperken tot maximaal twee graden Celsius, bij voorkeur zelfs tot anderhalve graad. Er is een duidelijk doel vastgelegd, maar geen weg om daar te geraken. De mogelijkheden zijn nochtans bekend: ontbossing tegengaan, energiezuiniger worden, hernieuwbare energie ontwikkelen en vermijden dat CO2 in de lucht wordt gedumpt. We slagen er niet in om rond die maatregelen bindende afspraken te maken. We zijn verslaafd aan CO2, en afkicken blijkt ontzettend moeilijk. Het ziet er daarom ook naar uit dat we het doel niet zullen halen. Wetenschappers berekenden ondertussen dat enkel minder uitstoten niet meer zal volstaan. We moeten de CO2 die we al hebben uitgestoten ook terug uit de atmosfeer halen.’

Hoe gaan we dat doen?

‘Er zijn heel wat manieren om dat te doen. Eén ervan is de technologische. Je kan lucht borrelen door een oplosmiddel waarin CO2 makkelijk oplost. De CO2 wordt zo uit de lucht gefilterd en vloeibaar gemaakt. Die vloeibare koolstofdioxide zou je vervolgens ondergronds kunnen stockeren. Die technologie wordt hier en daar al toegepast maar staat nog in zijn kinderschoenen. Het probleem is dat deze “artificiële bomen” heel veel energie nodig hebben. De huidige testinstallaties staan bijvoorbeeld in IJsland, omdat geisers daar gratis warmte leveren. In Vlaanderen hebben we geen energie-overschot en dus is CO2 afvangen ook nog niet haalbaar.’ 

Kan de afgevangen CO2 ook gebruikt worden om landbouwgewassen te laten groeien?

‘Ja, maar als je CO2 uit de atmosfeer wil verwijderen heeft die aanpak weinig zin. De koolstofdioxide kan bijvoorbeeld in de serreteelt gewassen beter doen groeien. Maar als wij die gewassen vervolgens opeten, of ze komen op de composthoop terecht, dan komt CO2 terug vrij.’

Kunnen bomen ons helpen?

‘Slechts gedeeltelijk. Een hectare bos vangt vijf ton CO2 per jaar. De gemiddelde Vlaming stoot jaarlijks ongeveer het dubbele uit. Voor elke Vlaming hebben we dus ongeveer vier voetbalvelden bos nodig. In mijn gezin zijn we met vier. We hebben dus zestien voetbalvelden nodig om onze uitstoot te compenseren. Die ruimte hebben we niet, ook niet op wereldschaal. We moeten met andere woorden vooral inzetten op het drastisch verkleinen van onze uitstoot. Bomen kunnen dan de hardnekkige, laatste loodjes compenseren.’

U onderzoek hoe natuurlijke ecosystemen ons kunnen helpen om CO2 te vangen. Een belangrijke is de oceaan. Hoe kan die ons helpen?

‘Oceanen hebben een enorme opslagcapaciteit voor CO2. Aan de rand van de oceanen zijn bijvoorbeeld mangrovebossen en zoutmoerassen heel efficiënt in het opslaan van koolstof. Die ecosystemen staan onder grote druk, onder andere door de aanleg van garnalenkwekerijen. Mangrovebossen behouden en herstellen zou al een stap in de goede richting zijn. Daarnaast kunnen we proberen om de buffercapaciteit van de oceanen te verhogen. Een manier om dat te doen heet “versnelde verwering”: zo reageert vergruisd gesteente met zeewater en zet het CO2 om in carbonaten die op de zeebodem vallen. We zouden op grote schaal vergruisd gesteente in de oceaan kunnen oplossen om dit proces te stimuleren.’

Welke methode breekt volgens u het eerst door?

‘De technologische oplossingen vragen nog tijd om zich ten volle te ontwikkelen. Bossen beschermen en heraanplanten zijn de nu beschikbare quick wins. We moeten bossen een economische waarde geven. Zo kan een eigenaar van een bos geld krijgen om bomen te laten staan in plaats van ze te kappen. Of we kunnen landbouwers stimuleren om hun landgebruik om te gooien van CO2-verbruikend naar CO2-capteren. Die maatregelen zijn helemaal niet zo moeilijk als we denken.’