Minder mooi weer in warmere wereld

Mooi weer komt bij ons vaker voor, maar neemt wereldwijd af.

Doorgaans horen we berichten over de invloed van de klimaatverandering op orkanen, droogte, stortregens en andere extreem weer. Maar hoe zit het met de invloed op ‘mooi weer’, vroegen de onderzoekers zich af? Dat definieerden ze als een maximum temperatuur tussen de 18 en 30 graden Celcius, minder dan één millimeter regen, en een dauwpuntstemperatuur onder de 20 °C – een maat voor de luchtvochtigheid.

De onderzoekers gingen uit van een klimaatscenario tussen het meest ambitieuze klimaatbeleid en business as usual in, waarin de broeikasgasemissies pieken rond 2040 en de gemiddelde temperatuur rond 2100 wellicht met 1.8 °C toeneemt.

In dat geval neemt het aantal dagen waarop het volgens hun definitie mooi weer is wereldwijd met ongeveer tien procent af. Zijn het er nu gemiddeld 74, dan zijn er dat tegen het eind van eeuw tien minder.

In sommige gebieden kan het tegen het einde van de eeuw tot 50 dagen minder mooi weer zijn

Vooral in de tropen zal het warmer en vochtiger worden. Afrika, Azië en Latijns-Amerika zullen de verandering het hardst voelen. In sommige gebieden kan het tegen het einde van de eeuw tot 50 dagen minder mooi weer zijn.

En hoe zit het bij ons? ‘Dagen die aan onze criteria voldoen, komen in België en Nederland vooral voor in de zomer’, zegt onderzoekster Karin van der Wiel, tijdens het onderzoek verbonden aan Princeton University en de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA), en vandaag aan het Nederlandse KNMI. ‘De kans op een mooie dag in de zomer is nu ongeveer 50 procent. Door de klimaatverandering neemt de kans op een mooie dag tegen het eind van de eeuw een beetje toe.’

MildWeather_map_EU_NL

De wetenschappers voerden simulaties uit voor een aantal steden, waaronder Amsterdam. Nu is het gemiddeld 64 dagen per jaar mooi weer. Dat worden er acht meer tegen 2035, en 19 meer tegen 2100. De grootste verandering vindt plaats in de zomermaanden: van 41 naar 51 dagen mooi weer. Ook in de herfst en de lente komen er een paar mooie dagen bij. In de winter blijft het te koud en te nat en verandert er niets.

Op de kaart van Europa valt vooral op dat het aantal dagen mooi meer in Zuid-Europa daalt, doordat het er ’s zomers te warm wordt.