Moderne mens dwong mammoet en neanderthaler richting afgrond

Zowel onze voorouders als onze verre uitgestorven neven joegen op mammoeten en ander groot ‘wild’. Maar de Homo sapiens joeg veel intensiever, blijkt nu uit een analyse van botten in de Belgische grotten van Spy en Goyet.

Zo’n veertigduizend jaar geleden maakten de neanderthalers in Europa plaats voor Homo sapiens, onze voorouder. Hoe het precies komt dat de ene mensensoort het moest afleggen tegen de andere, is nog altijd voer voor speculatie.

Aan een verschillend dieet kan het niet hebben gelegen. Zowel de neanderthaler als de moderne mens was omnivoor: naast vruchten en knollen aten ze beiden vlees, vooral van groot wild zoals rendieren en natuurlijk mammoeten. En de neanderthaler at zeker niet minder mammoet, zo blijkt nu uit een isotopenonderzoek op botten van neanderthalers en moderne mensen, gevonden in Belgische en Duitse grotten.

De Belgische vindplaatsen liggen in Spy en Goyet, in de provincie Namen. Beide grotten zijn wereldberoemd omdat hier – decennia geleden al – de resten van de laatste neanderthalers werden gevonden, tussen 40.000 en 45.000 jaar oud. De grot van Goyet is zelfs de enige in de wereld waar zowel botten van neanderthalers als van Homo sapiens zijn gevonden.

Waar maakte de moderne mens dan wel een verschil voor de mammoet? Het staat immers vast dat de mammoetpopulaties in Europa vanaf de intrede van Homo sapiens begonnen af te kalven. Volgens de Belgische wetenschappers die de analyse uitvoerden, joeg de moderne mens veel intensiever op mammoeten dan zijn neef de neanderthaler. Daardoor nam de druk toe en werd de ecologische niche van de mammoet steeds meer ingevuld door het (wilde) paard.

De onderzoekers zagen in de istotopenanalyse dat de neanderthalers van Spy en Goyet vooral in de directe opgeving joegen – de menselijke en dierlijke botten droegen vergelijkbare zwavelisotopen, waarvan de precieze verdeling afhankelijk is van de plaatselijke ondergrond. Dit terwijl de botten van de moderne mensen in Goyet en de Duitse grot wél grote verplaatsingen – zowel van jagers als van prooidieren – lieten optekenen.

Het lijkt er dus op dat de moderne mens een gevarieerder en sterker regionaal netwerk had, iets wat niet alleen de mammoeten in het nauw dreef, maar misschien ook wel de neanderthalers.