‘Nanokunstmest’ werkt trager en dus beter

26 januari 2017 door Eos-redactie

Alternatieven voor kunstmest die langer meegaan en dus goedkoper zijn, dringen zich op.

Intensieve landbouw kan niet zonder voldoende bemesting. Maar kunstmest is duur en mede daardoor hebben boeren in het Zuiden het vaak moeilijk. Alternatieven die langer meegaan en dus goedkoper zijn, dringen zich op.

De aarde zou nooit zoveel mensen kunnen voeden als vandaag als boeren geen beschikking hadden gehad over kunstmest. Het is precies dankzij de ontwikkeling van betere meststoffen dat in de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw de zogenaamde Groene Revolutie kon ontstaan.

Maar aan kunstmest zijn ook nadelen verbonden. Zo bevatten ze zeer vaak stikstofverbindingen (in de vorm van ureum) die als ze wegspoelen milieuverontreinigende stoffen zoals ammoniak kunnen vormen. Bovendien is stikstofdioxide – een belangrijk uitstootproduct van de landbouw – een kwalijk broeikasgas.

Bovendien zijn meststoffen vaak ook duur, waardoor vooral boeren in arme landen het lastig hebben om de productie van hun akkers jaar na jaar op peil te houden. Een van de problemen is dat de huidige, op ureum gebaseerde meststoffen snel afbreken en wegspoelen, waardoor gewassen weinig tijd krijgen om er hun voordeel mee te doen. En waardoor boeren er grote hoeveelheden van moeten gebruiken.

Chemici uit Sri Lanka hebben nu echter de ureummoleculen zo bewerkt dat ze veel minder snel afbreken. Ze deden dat door nanodeeltjes van het mineraal hydroxyapatiet (waaruit onder andere onze tanden zijn opgebouwd) als coating te gebruiken. Het resultaat mocht er zijn: in water bleek de afgifte van stikstof door het ureum twaalf keer trager te verlopen.

Toen ze hun nieuwe ‘nanokunstmest’ uittesten op een rijstveld merkten de onderzoekers dat er liefst de helft minder van nodig was dan met gewone meststof. (sst)

Bron: Gehan Amaratunga, Institute of Nanotechnology, Homagama, Sri Lanka in ACS Nano