Oervlinder toont kleurenpracht

12 april 2018 door SST

Een andere naam voor de orde der vlinders is schubvleugeligen. Het zijn precies deze schubben die de insecten hun rijke kleurenpracht bezorgen.

Een internationaal team van biologen heeft een handvol vlinderfossielen, opgesloten en bewaard in klompjes barnsteen, onderzocht met een resem van microscopische technieken. Zo konden ze de microscopisch kleine schubben bestuderen waaruit de vleugels van de insecten zijn opgebouwd. De fossiele vlinders dateren allemaal van het begin van het Jura, omstreeks tweehonderd miljoen jaar geleden.

Daarmee hebben de vorsers meteen al aangetoond dat de schubvleugelstructuur even oud is als de vlinders (Lepidoptera) zélf. Sterker, volgens de onderzoekers zijn de klompjes Birmese barnsteen – ze werden oorspronkelijk gevonden in het huidige Myanmar, toen dat nog een Britse kolonie was – het oudst tastbare bewijs van kleuren die niet gevormd worden door pigmenten, maar door structuren.

Het lukte de biologen ook om de kleuren van de oervlinders te reconstrueren. Dat deden ze aan de hand van de omvang van de schubben, waaruit ze de golflengte van het weerkaatste licht konden berekenen. De vlinders bleken tweehonderd miljoen jaar geleden een overwegend metaalachtige kleur te hebben gehad, iets wat we nu nog terugzien bij de oermotten (Micropterigidae).

Om welke vlindersoorten het precies gaat, kunnen de onderzoekers niet zeggen. Zelfs al konden ze de fossielen bevrijden uit het barnsteen, dan nog zou een precieze determinatie vrijwel onmogelijk zijn.