Podcast

Waarvoor dient een weerballon?

Het KMI lanceert drie keer per week een weerballon met radiosonde in Ukkel. Waarvoor dient die weerballon? Weerman Bram Verbruggen legt het uit.

Een weerballon is vrij groot, met een diameter van ongeveer twee meter. De ballon is meestal gevuld met helium. Alleen een ballon laten vliegen, zou ons weinig of geen informatie geven. Daarom hangen we onder een weerballon een kleine parachute en een radiosonde. Dat is een soort van waarnemingsdoosje met aan boord verschillende meetinstrumenten.

Het geheel wordt gelanceerd (in feite gewoon losgelaten) en zal niet alleen stijgen, maar ook meegevoerd worden door de wind. Waarheen? Tja, dat weten we niet op voorhand, dat gaan we nu net meten.

Tot hoe hoog gaat hij? Meestal tot zo een 25 à 30 kilometer hoogte. Daar knapt de weerballon en de radiosonde komt aan het parachuutje naar beneden om vervolgens ergens in de natuur te verdwijnen. De modernste exemplaren zijn bio-afbreekbaar, gelukkig.

Terwijl de ballon stijgt, zal de radiosonde continu verschillende parameters meten. Luchttemperatuur en dauwpunttemperatuur bijvoorbeeld. Daaruit kunnen we dan ook de luchtvochtigheid afleiden en dus bepalen op welke hoogte er wolkenvorming is.

Ook luchtdruk wordt gemeten en in sommige gevallen ook andere parameters zoals bijvoorbeeld ozon. De radiosonde stuurt die continue metingen door via radiosignalen naar het grondstation, waar alles geregistreerd wordt en waar het uiteindelijke eindresultaat cijfermatig en grafisch wordt samengesteld. En zo krijgen we dan een verticaal temperatuur- en drukprofiel van de lucht boven ons, tot op een hoogte van ongeveer dertig kilometer.

Meestal wordt een radiosonde ook gevolgd via GPS-signaal. Hierdoor weten we de exacte locatie op elk moment en kunnen we dus gaan meten hoe snel en in welke richting de sonde afgedreven wordt door de wind en dus wat de windsnelheid en -richting op verschillende hoogtes bedraagt. Zo krijgen we niet alleen een verticaal temperatuurprofiel van de lucht boven ons, maar ook een verticaal windprofiel, wat zeer nuttige informatie is voor het bepalen in welke richting wolken zich bijvoorbeeld zullen verplaatsen en aan welke snelheid. Maar ook voor ballonvaarders bijvoorbeeld is die windinformatie van groot belang, aangezien zij enkel en alleen van richting kunnen veranderen door te stijgen of te dalen.

Deze waargenomen verticale profielen worden ook in weercomputers gepompt, die dan voorspelde verticale profielen berekenen, dewelke dagelijks gebruikt worden door meteorologen.

Een zeer nuttig instrument dus, zo een weerballon met radiosonde. Wereldwijd zijn er zo een 1300 meetstations die radiosondes lanceren. Sommige moeten manueel bediend worden (een persoon moet de ballon opblazen, de sonde klaarmaken en lanceren), maar er zijn er heel wat die volautomatisch werken. In de Alpen heb ik ooit zo eens een automatische lancering gezien vanuit een skilift, per toeval. Plots zag ik het deksel van een grote ton open gaan en de weerballon vertrok. In België vindt er dagelijks één lancering plaats, door Meteo Wing op de militaire luchtmachtbasis in Bevekom, rond middernacht. Ook het KMI lanceert drie maal per week een weerballon in Ukkel met radiosonde, telkens rond 11u30 in de middag en dat op maandag, woensdag en vrijdag.