Column

Afscheid nemen van je therapeut doe je zo

Patiënten kunnen het vertrek van hun therapeut ervaren als een afwijzing. Maar ook bij de behandelaar kunnen gevoelens van onrust, verdriet en boosheid opduiken. Hoe ga je daarmee om?

“Wat heb je toch al veel bereikt het afgelopen jaar”, benoem ik trots in mijn gesprek met Fatima*. We kijken samen terug naar het verloop van haar behandeling en staan stil bij de doelen die behaald zijn. Het is gelukt om meerdere medicijnen af te bouwen, maar Fatima is ook assertiever geworden dankzij haar inzet tijdens verschillende psychotherapieën en ze weet beter wat ze wil. Trots kijkt ze me aan en vraagt me hoe het nu verder gaat.

Fatima heeft een bipolaire stoornis en gebruikt lithium, een stemmings­stabilisator. Dat werkt goed en gelukkig heeft ze weinig bijwerkingen, al moet ze wel elk half jaar via een bloedtest laten checken of haar nieren en schildklier het nog goed doen. Beide organen kunnen in de loop van de jaren minder goed gaan werken bij het gebruik van lithium, en vaak voel je daar niets van. Ik geef aan dat een collega bij haar in de buurt haar verder kan opvolgen. Dat scheelt reistijd. Daarnaast kan de intensiteit van de contacten met een behandelaar omlaag, omdat Fatima veel zelfredzamer is geworden.

Ze gaat akkoord en we spreken af dat ik haar bij mijn collega aanmeld. Over een week kan ze er al terecht. Enkele weken later zie ik Fatima voor een afscheidsgesprek. Ze barst in huilen uit. Het intakegesprek bij de nieuwe behandelaar is tegengevallen en ze heeft spijt van de overdracht. Ik realiseer me dat de overgang te snel is gegaan. Ook voor mij.

Een behandeling beëindigen kan verschillende redenen hebben. Soms beslissen behandelaar en patiënt samen om een behandeling te beëindigen, als dat bijvoorbeeld bij aanvang zo is afgesproken. Maar het kan ook eenzijdig zijn, bijvoorbeeld doordat een patiënt verhuist of door ziekte, deeltijds werken of zelfs het overlijden van de behandelaar.

De behandelaar moet samen met de patiënt door het rouwproces van het afscheid nemen heen

Ongeacht de reden voor het vertrek van de behandelaar kan de patiënt dat ervaren als een afwijzing: de therapeut wil niet verder met hem of haar. Het vertrek roept vaak gevoelens van angst en verdriet op, mogelijk door negatieve associaties met afscheid nemen in het verleden. Daarnaast kunnen ook gevoelens van woede, kwetsbaarheid en verlating een rol spelen. Die gevoelens kunnen in de eindfase van de behandeling benoemd en ervaren worden tijdens de therapiesessies; als behandelaar kun je merken dat het ineens veel slechter gaat met patiënt.

Maar ook bij de behandelaar kunnen gevoelens van onrust, verdriet en boosheid opduiken. Het afscheid kan aanvoelen alsof je je patiënt in de steek laat en schuldgevoelens kunnen de kop opsteken. Je vraagt je na afloop soms af hoe het nu met je voormalige patiënt zou gaan.

Een behandelrelatie heeft net als andere relaties betekenis voor zowel patiënt als therapeut. Een vertrek voorbereiden is daarom van essentieel belang voor beiden en moet niet onderschat worden. Het afronden van de behandeling moet tijdig worden aangekaart, er moet een einddatum worden vastgesteld en de behandelaar moet samen met de patiënt door het rouwproces van het afscheid nemen heen om tot een goede overdracht naar een eventuele volgende collega te komen.

Tijdens het afscheidsgesprek met Fatima bespreken we hoe we het voor haar makkelijker kunnen maken om de nieuwe behandelaar een kans te geven. We zullen een volgende keer met z’n drieën afspreken en dan samen afstemmen wat voor Fatima belangrijk is. Snikkend neemt ze afscheid en bedankt me voor de hulp die ik haar heb geboden. Diep in mijn hart hoop ik dat ze datzelfde vertrouwen kan opbouwen met mijn collega.

*Fatima is niet de echte naam van de patiënt.