Bijna een derde van de mensen is 'jaloers'

12 oktober 2016 door MVS

De wereldbevolking valt op te delen in vier persoonlijkheidstypes: optimistisch, pessimistisch, vertrouwend of jaloers.

Negentig procent van alle mensen behoort tot een van vier basispersoonlijkheidstypes. Binnen die groep valt dertig procent onder het type ‘jaloers’. De resterende zestig procent is gelijk verdeeld over de drie andere types: twintig procent behoort tot het type ‘optimistisch’, twintig procent tot ‘pessimistisch’ en nog eens twintig tot ‘vertrouwend’. 

Samen of alleen jagen
De cijfers komen van een onderzoek aan de Spaanse universiteiten van Madrid, Barcelona, Tarragona en Zaragoza. Gedragswetenschappers legden 541 respondenten enkele honderden sociale dilemma’s voor. De antwoordmogelijkheden leidden tot ofwel samenwerking, ofwel conflict met anderen.

Een voorbeeld van een sociaal dilemma ging over alleen of in groepsverband jagen: ‘Als je met iemand samenwerkt, kun je een hert vangen. Ga je alleen op pad, dan kun je enkel konijnen jagen.’ Respondenten die antwoordden liever alleen te jagen omdat ze dan niet voor de andere jager moeten onderdoen, werden ingedeeld in het type ‘jaloers’. Optimisten kozen voor samen jagen omdat dat de beide jagers in het voordeel stelde. Pessimisten gingen voor alleen jagen omdat ze dan zeker zijn iets te zullen vangen, en vertrouwenden kozen zonder enige twijfel voor samen jagen.

Vier patronen
Een computeralgoritme dat de wetenschappers zelf hebben ontwikkeld, analyseerde de antwoorden en haalde daar vier patronen uit. Jaloersen maakt het weinig uit wat ze presteren, zolang ze maar beter zijn dan de rest. Optimisten geloven dat ze de beste keuze maken voor zichzelf en hun omgeving, terwijl pessimisten hun keuze maken als de beste uit een reeks slechte. De vertrouwenden kiezen altijd voor het samenwerken, ongeacht de gevolgen.

Negentig procent van de respondenten paste in een van de vier basispersoonlijkheidstypes. De resterende tien procent kon het algoritme in geen van de vier groepen indelen. Uit de antwoorden van die respondenten viel geen specifiek gedragstype af te leiden.