Is er een verband tussen kunstmatige voortplanting en ontwikkelingsstoornissen?

Een nieuwe studie suggereert dat bepaalde vormen van kunstmatige voortplanting een risico met zich meebrengen op autisme en ontwikkelingsachterstanden. Experts twijfelen aan die bevinding. ‘De conclusie lijkt me voorbarig.’

1978 was een doorbraakjaar in de medische wereld. Toen werd voor het eerst een baby geboren die was verwekt met IVF (in vitro fertilisatie). Vandaag is Louise Brown zelf moeder van twee kinderen. En inmiddels zijn er al meer dan 10 miljoen nakomelingen verwekt via IVF en andere geassisteerde voortplantingstechnieken. Maar sommige experts maken zich zorgen over de neurologische ontwikkeling van kindjes die met een van die technieken zijn verwekt. Zo zijn er vermoedens dat er een verband is tussen onvruchtbaarheid van de ouders en de neurologische gezondheid van hun nakomelingen. Maar hoe zit dit dan precies?

Voor een nieuwe studie gepubliceerd in JAMA Network Open1 voerden wetenschappers onderzoek uit naar een mogelijk verband tussen onvruchtbaarheid, een voortplantingstechniek genaamd ICSI (intracytoplasmatische spermainjectie) en de hersenontwikkeling van de nakomelingen. ICSI is net als IVF een kunstmatige vorm van inseminatie, maar dan invasiever. Bij IVF worden meerdere zaadcellen in het laboratorium bij de eicellen in een kweekschaaltje gelegd. Bij ICSI wordt in elke eicel één zaadcel naar binnen gebracht.

Verhoogd risico?

Het team heeft gekeken naar 1.575.971 geboren kindjes en suggereert op basis van de resultaten dat er een verhoogd risico lijkt te zijn op autismespectrumstoornis (2,5 keer zo hoog) en ontwikkelingsachterstand (2 keer zo hoog) bij nakomelingen van wie de ouders onvruchtbaar waren. Nakomelingen van paren met mannelijke of vrouwelijke onvruchtbaarheid die geen ICSI-interventie kregen, hadden geen verhoogd risico op autisme en ontwikkelingsachterstand.

Expert op het gebied van opvolging van kinderen geboren na vruchtbaarheidsbehandelingen Florence Belva (UZ Brussel): ‘Ik heb enkele bedenkingen bij de resultaten van deze studie. De conclusie dat er een associatie is tussen autisme en kunstmatige vormen van voortplanting is niet eenduidig in de literatuur. Volgens een meta-analyse van zeven studies is er geen sprake van een verhoogd risico op autisme en in een grote Amerikaanse studie werd er ook geen associatie gevonden tussen autisme en IVF of ICSI in vergelijking met kinderen van vruchtbare ouders.’

‘Het grote probleem in deze studie is dat er geen definitie is wat onder mannelijke onvruchtbaarheid wordt verstaan. Er worden geen sperma-waarden gegeven en dus is er geen uitspraak over het type afwijkingen en de ernst. Parallel hiermee, wordt er niet aangegeven wat onder de term vrouwelijke vruchtbaarheid begrepen wordt. Dit kan gaan over slechte eicelkwaliteit, eileiderafwijkingen of over een ziekte genaamd polycysteus ovarieel syndroom (PCOS). De impact hiervan op de gezondheid van de kinderen is erg uiteenlopend. Zo zijn kinderen van moeders met PCOS blootgesteld aan grote hoeveelheden androgenen (mannelijke hormonen), wat gelinkt is aan aandoeningen als autisme en ADHD.’

Tekortkomingen

Hoogleraar em. Voortplantingsgeneeskunde Bart Fauser (Universiteit Utrecht): ‘De sterkte van een dergelijke studie is dat ze een heel grote dataset behelst, maar er zijn ook vele tekortkomingen die eenduidige conclusies in de weg staan. Is de groep paren die ICSI heeft ondergaan wel goed te vergelijken met de andere paren die IVF hebben ondergaan? Kan je de mogelijkheid uitsluiten dat de afwijkingen bij kinderen niet samenhangen met de gezondheid van de betreffende ouders, en hun leeftijd in plaats van de ICSI-behandeling zelf? Daarnaast worden de kinderen maar voor korte tijd gevolgd. De conclusie dat de geconstateerde afwijkingen bij kinderen uitsluitend aan ICSI is toe te schrijven lijkt mij dan ook voorbarig. Kortom, Ik ben niet overtuigd.’

De populariteit van ICSI neemt wereldwijd toe. De auteurs vermoeden een associatie van ICSI met de neurologische gezondheid van het nageslacht, maar de meningen in het werkveld zijn niet eenduidig. Vervolgonderzoek zal hier dus meer duidelijkheid in moeten scheppen.

Is autisme erfelijk?

Lees hier het antwoord