'Houd de DSM weg bij euthanasie'

Psychiatrische patiënten die euthanasie willen, worden gereduceerd tot hun DSM-diagnoses. Dat moet anders, vindt psychiater Ivo Uyttendaele.

Moeten psychiatrische diagnoses op de schop? is de titel van een artikel dat eerder op deze website verscheen. Aanleiding is een advies van de Hoge Gezondheidsraad over de dubieuze waarde van classificatiesystemen als DSM en ICD bij psychiatrische diagnostiek.

Volgens de HGR geven die diagnoses geen juist beeld van de symptomen en zorgbehoeften en zouden zij vaak niet voldoende betrouwbaar zijn. Ook bij euthanasie wordt de problematiek van de psychiatrische patiënten op een onaanvaardbare wijze gereduceerd tot een DSM-diagnose met enkel een biomedische component.

Wat zegt de wet?

Het doodsverlangen is bij die patiënten immers ook dikwijls gebaseerd op psychosociale factoren en relationele gevolgen van de aandoening, maar daar houdt de DSM geen rekening mee. Gevolgen worden als oorzaak gebracht omdat de Belgische wet nu eenmaal eist dat het om een ernstige ziekte moet gaan. De Nederlandse rechtspraak zegt dat een “medisch geclassificeerde somatische of psychische ziekte of aandoening” de oorzaak moet zijn.

Aan die vereiste wordt volgens alle ingewijden voldaan. Sinds 2012 publiceert de Federale Commissie Euthanasie om de twee jaar het aantal gevallen van euthanasie per DSM-diagnose en in het jaarverslag van de Nederlandse Toetsingscommissie Euthanasie staan cijfers over hoe vaak euthanasie bij psychiatrische patiënten is uitgevoerd. Aan DSM-diagnoses waagt de Nederlandse Commissie zich niet.

De impact van codering

De Belgische commissie doet dit wel, met alle gevolgen van dien. Zo schrijft Sigrid Dierickx, werkzaam voor Levenseindezorg van de universiteiten van Gent en Brussel, in BMC Psychiatry van juni 2017 dat op grond van de aan haar verstrekte gegevens  42 psychiatrische patiënten met inbegrip van dementerenden in 2012 euthanasie kregen. Maar de Commissie zelf, vertrekkend van identiek dezelfde gegevens, telt met inbegrip van dementen 53 psychiatrische patiënten. Daarnaast ziet Dierickx in die groep 22 depressies en vindt de Commissie er 31. Dat illustreert de impact van de codering op de betrouwbaarheid van de DSM-diagnostiek.

In mijn boek De Wetstrijd vindt u een vergelijkend onderzoek van de diagnoses bij 88 gevallen van euthanasie bij psychiatrische patiënten in de jaren 2014-2015 in België en Nederland. De meest opvallende vaststelling: posttraumatische stress-stoornis en obsessieve-compulsieve stoornis als grond voor euthanasie wordt in België zelden (4) vermeld worden terwijl dit in Nederland schering en inslag is (24). Gaat het ook hier om blinde vlekken van de codeur of is er een andere reden die dit verschil kan verklaren?

Zwijgen over de DSM

Volgens de VVP (Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie) is er bij de psychiaters “een geringe bereidheid om zelf de euthanasie uit te voeren” waardoor vooral huisartsen uitvoerder zijn en de registratiedocumenten invullen. Hierbij baseren zij zich meestal op specialistische verslagen, die bij complexe aandoeningen nogal eens uiteenlopende diagnoses vermelden. Als het enigszins kan, kiezen zij voor eenvoudige diagnoses. In Nederland wordt de overgrote meerderheid van de gevallen van euthanasie bij psychiatrische aandoeningen uitgevoerd door artsen verbonden aan de Levenseindekliniek, die psychiater zijn of veel ervaring hebben met psychiatrische patiënten en moeiteloos complexe diagnoses voor een toetsingscommissie kunnen toelichten.

Een belangrijk punt is dat veel uitvoerders van euthanasie bij psychiatrische patiënten zich vaak beperken tot een evaluatie van de juridische voorwaarden waaronder de noodzakelijke aanwezigheid van een ziekte. Vandaar dat zij gretig DSM-gegevens invullen en nauwelijks oog hebben voor de kritiek op die diagnostiek. Volgens de VVP dient gedurende de evaluatieperiode de behandeling verder te lopen. Daarbij moet niet enkel gekeken worden vanuit een biomedische, maar ook vanuit een existentiële en bio-psychosociale invalshoek, die diagnostisch en therapeutisch veel meer mogelijkheden bieden. Bij een tweesporen-benadering kijken uitvoerende en evaluerende artsen dikwijls enkel vanuit de wet en de behandelaars vanuit de totaliteit van het lijden.

De Federale Commissie publiceert psychiatrische diagnostiek waarbij zij zich baseert op misleidende gegevens. Het zou beter zijn van zich, zoals de Nederlandse Toetsingscommissie, te beperken tot het aantal gevallen van euthanasie bij psychiatrische patiënten en over de DSM te zwijgen.