Kunnen blinden in beelden dromen?

Blindheid kent meerdere vormen. Je kunt blind geboren zijn of op latere leeftijd blind zijn geworden. De meeste blinden kunnen nog wel wat zien: een soort tunnel, vlekken, alleen de randen van het gezichtsveld, wazige beelden... Hoe dromen zij?

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ben je blind als je gezichtsscherpte minder is dan of gelijk aan één twintigste. Dat wil zeggen dat als iemand met goede ogen een voorwerp op twintig meter afstand scherp ziet, een blind persoon dat voorwerp pas op één meter ziet. Je bent ook blind als je gezichtsscherpte minder dan één tiende is én je gezichtsveld beperkt is.

Het antwoord op de vraag of blinden in beelden dromen, is niet kraakhelder. Ze wordt al eeuwen gesteld en roept op haar beurt weer andere vragen op. Wat zijn die ‘beelden’ precies? Wat ‘zien’ mensen met goede ogen als ze dromen? Echte plaatjes? Of hebben ze conceptuele en abstracte gedachten, waardoor het lijkt alsof ze iets zien? Bovendien kun je ook via andere zintuigen, bijvoorbeeld door te horen, ruiken of voelen, een bepaalde plek of omstandigheid gewaarworden. Droom je dan ‘in beeld’?

Wie op latere leeftijd blind wordt, droomt doorgaans nog in beelden, dat weten we wel. Althans, zij dromen net als niet-blinden. Hun voorstellingsvermogen is vrijwel gelijk aan dat van mensen met goede ogen. Ze kunnen zich bijvoorbeeld een voorstelling maken van hoe een weiland met schapen eruit ziet. De visuele cortex – het hersengebied dat visuele informatie verwerkt – is bovendien net zo actief tijdens het inbeelden van dat weiland als wanneer je werkelijk in het weiland staat.

Blinden verwerken ’s nachts wat ze overdag gehoord, gevoeld of geroken hebben

Mogelijk veranderen de dromen van blind geworden mensen wel een beetje. Want je hersenen spelen ’s nachts als het ware nog eens af wat je overdag meemaakte, om het geheugen te versterken. Verbindingen tussen hersencellen worden sterker. Dat noemen we consolidatie. Dromen worden soms gevoed door dit proces. Blind geworden mensen zullen daarom vooral informatie van niet-visuele zintuigen verwerken als ze slapen. Daarnaast zijn hun dromen misschien gebaseerd op wat zij nog wel kunnen zien. Denk aan vlekkerig of wazig beeld. Maar tijdens het dromen kunnen ze natuurlijk ook putten uit hun herinneringen.

We weten niet zeker of blindgeboren mensen ook in beelden kunnen dromen. Er zijn aanwijzingen dat hen dat lukt. In ieder geval in een soort voorstellingen. Of die ‘beelden’ ook lijken op wat mensen met goede ogen zien, is nog de vraag. Blindgeborenen kunnen zich wel dingen inbeelden, zelfs wie zonder ogen geboren is. Uit hersenonderzoek weten we ook dat de hersenen van blindgeborenen goed in staat zijn om beelden te verwerken. De structuur van de visuele cortex is hetzelfde als bij ziende mensen. Maar we weten ook dat die gebieden voor andere dingen gebruikt worden, zoals voor de verwerking van tast, geluid of smaak.

Blindgeboren mensen slagen ook voor opdrachten waarbij je je moet voorstellen hoe een plattegrond van een kubus er opgevouwen uitziet. Onderzoekers discussiëren nog over hoe zij dat vraagstuk precies oplossen. Misschien zien ze het niet voor zich, maar komen ze via een andere weg tot een oplossing. 

Richard van Wezel is hoogleraar Visuele Neurowetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij onderzoekt de link tussen visuele perceptie en de elektrische activiteit van zenuwcellen. Wetenschapsjournalist Anouk Bercht legde hem deze vraag voor en tekende zijn antwoorden op.

In deze rubriek beantwoordt een wetenschapper een vraag uit de Vlaamse Wetenschapsagenda.