Straffen werkt belonend voor het brein

20 februari 2018 door AB

Wanneer je immoreel gedrag bestraft, activeren hersengebieden betrokken bij beloningen. Het ‘knuffelhormoon’ oxytocine speelt een rol bij de behoefte om te straffen.

Onrecht roept vaak sterke reacties op. Niet alleen bij het slachtoffer, maar ook omstanders gaan graag over tot actie. Wie onrecht aanschouwt, staat voor de keuze om ofwel de dader te straffen ofwel om het slachtoffer te helpen.

Wetenschappers van onder andere de Universiteit Leiden bestudeerden de neurale mechanismen achter deze beslissing. Hiervoor lieten zij 53 proefpersonen een zogenoemde Justice Game spelen terwijl zij onder de hersenscan lagen. Het spel bestond uit ‘takers’ en ‘partners’ die allen begonnen met 200 muntjes. De takers konden stelen van de partners, en de partners konden wraak nemen door de verzamelde muntjes van de taker te vernietigen. De deelnemers deden mee als partner of als observator. Wie observeerde kon ofwel de taker straffen door diens muntjes weg te gooien, ofwel de partner helpen door de muntjes van de taker aan de partner terug te geven.

De wetenschappers onderzochten ook de rol van oxytocine. Hoewel dit hormoon vooral bekend is vanwege zijn rol bij pro-sociaal gedrag, suggereren recente studies dat de rol van oxytocine complexer is, en mogelijk zelfs betrokken bij de neiging om anderen te straffen. Daarom ontving ongeveer de helft van de proefpersonen een neusspray met dit hormoon. De andere helft kreeg een placebo.

Het eerste wat opviel was dat de observerende deelnemers liever straften dan hielpen. Bovendien bleek de beslissing om te straffen bij alle deelnemers gepaard te gaan met een activatie in het ventrale striatium. Dit hersengebied is betrokken bij beloningen, en verklaart daarom mogelijk waarom we liever straffen dan helpen.  

Ten tweede bleek dat de proefpersonen die de oxytocine neusspray ontvingen vaker en minder hard (door minder muntjes te stelen) straften, dan diegene die een placebo kregen.

Dat oxytocine een rol speelt bij straffen, ondersteunt de hypothese dat oxytocine niet zo zeer een ‘knuffelhormoon’ is maar eerder zorgt voor een focus op eerlijke interacties tussen de leden van een groep. Verder geven de resultaten inzicht in de neurobiologische mechanismen achter maatschappelijk onrecht.

Dit artikel werd gepubliceerd in het tijdschrift JNeurosci.