Tinnitus betrapt in het brein

Die pieptoon, rinkelende bel of drilboor in jouw oor hoort verder niemand. Maar voor het eerst kan ik hem nu wel in je hersenen opsporen. Met die nieuwe methode wil ik later kunnen bepalen welke behandeling voor jou de beste keuze is.

Foto: Bart Vandersnickt

Onophoudelijk word je geteisterd door een geluid dat van nergens lijkt te komen. Je hoort het elk moment van de dag, maar onder woorden brengen wát je nu precies hoort, blijkt niet zo eenvoudig. Klinkt het als een hoge pieptoon, of toch eerder een laag gebrom? Misschien hoor je ’s ochtends nog het vredevolle ruisen van de zee, maar klinkt het ’s avonds eerder als een drilboor die de binnenkant van je schedelpan onder handen neemt.

Iedereen ervaart tinnitus op een andere manier

Wat je ervaart heet tinnitus, en je bent niet alleen: wereldwijd kampt ongeveer één op zes met hetzelfde probleem. Het stopt bovendien niet bij dat vervelende geluid. Vaak ondervinden mensen met tinnitus moeilijkheden om in slaap te vallen of om zich te concentreren. Tinnitus kan er ook voor zorgen dat je moeite hebt om anderen te verstaan of gesprekken te volgen. In ernstige gevallen kan het zelfs klachten van angst of depressie met zich meebrengen. Iedereen ervaart tinnitus op een andere manier. Al die verschillen maken het niet eenvoudig om tinnitus vast te stellen, laat staan te behandelen.

De sleutel om die verschillende klachten te begrijpen, bevindt zich verrassend genoeg niet in het oor, maar in de hersenen. In mijn doctoraatsonderzoek ontdekte ik immers dat tinnitus een duidelijke handtekening nalaat in het brein. Sommige hersenregio’s zijn zodanig in de ban van die tinnitus, dat ze minder goed reageren op geluiden van de buitenwereld. Dankzij mijn onderzoek kunnen we tinnitus nu zelfs objectief opsporen in de hersenen. Uitgerust met die informatie wil ik het in de toekomst makkelijker maken om te bepalen welke behandeling voor jou de beste optie is, zodat de volumeknop van die drilboor eindelijk omlaag kan.

Brein in de ban van tinnitus

Tijdens mijn doctoraat ontdekte ik dat tinnitus ervoor zorgt dat de hersenen minder goed reageren op externe prikkels. Ik liet proefpersonen met en zonder tinnitus luisteren naar verschillende tonen, en registreerde ondertussen welke elektrische activiteit dat in de hersenen teweegbracht. Op eender welk omgevingsgeluid geven je hersenen wel enige reactie. Maar wanneer je een belangrijk en frappant geluid te horen krijgt (pakweg een brandalarm, je wekker, of de nieuwe single van Lizzo), zullen je hersenen veel sterker reageren. En bij deze reactie speelt tinnitus duidelijk voor stoorzender. Ik ontdekte dat, bij personen met tinnitus, bepaalde hersenregio’s minder goed reageren op die belangrijke geluidsprikkels.

Foto: Bart Vandersnickt

Met een eenvoudige meting ga ik op zoek welke regio’s in de hersenen in beslag worden genomen door tinnitus.

Het lijkt erop dat deze hersenregio’s de voorkeur geven aan tinnitus. Ons gehoorcentrum blijkt bijvoorbeeld zodanig in de ban van het tinnitusgeluid dat het minder adequaat reageert op belangrijke informatie van buitenaf. Maar ook andere regio’s van de hersenen worden door de tinnitus in beslag genomen. Zo vond ik hetzelfde patroon terug in de insula, een belangrijke emotionele kern, en de parahippocampus, een regio die een cruciale rol speelt bij het opslaan en oproepen van herinneringen. Het is dus niet verwonderlijk dat tinnitus vaak zo’n emotionele respons oproept, of dat personen met tinnitus soms concentratie- of geheugenproblemen ervaren: al die verschillende klachten kunnen verklaard worden door de invloed die tinnitus op de hersenen uitoefent.

Verrassend genoeg zijn niet enkel het gehoorcentrum, maar ook andere cruciale hersenregio’s in de ban van tinnitus.

Deze hersenactiviteit is wel degelijk een ‘handtekening’ van tinnitus: je kan er tinnitus effectief mee opsporen. Ik ontwikkelde aan het eind van mijn doctoraat immers een model dat in staat is het tinnitusbrein te herkennen. Je zou het een sorteermodel kunnen noemen, want zijn functie is om een grote verzameling gegevens te sorteren in twee groepen: een tinnitusgroep en een tinnitusvrije groep. Louter op basis van de eenvoudige hersenmeting die we afnamen, waarbij we registreerden hoe goed de hersenen reageren op externe prikkels, slaagde het sorteermodel erin om die opdracht tot een goed einde te brengen. Tinnitus kan, met andere woorden, accuraat gedetecteerd worden in de hersenen.

Op pad naar een stillere toekomst

Voor het eerst kunnen we nu, dankzij mijn doctoraatsonderzoek, tinnitus objectief opsporen in het brein. Dat is alvast een belangrijke stap vooruit. Hoewel iedereen tinnitus op een andere manier ervaart, blijkt er namelijk toch een gemeenschappelijke basis te zijn: de handtekening van tinnitus in de hersenen. Dat kan een belangrijk aanknopingspunt worden voor verder onderzoek.

De juiste behandeling voor tinnitus vinden is niet altijd eenvoudig

Informatie uit de hersenen kan ons bijvoorbeeld helpen om tinnitus beter te behandelen. Hoewel mensen vaak te horen krijgen dat ze ‘maar met die tinnitus moeten leren leven’, bestaan er wel degelijk behandelingen die de impact van tinnitus behoorlijk kunnen verminderen. Maar de juiste therapie vinden is niet altijd eenvoudig. Aan de hand van dezelfde hersenmeting wil ik in de toekomst nagaan of ik kan voorspellen hoeveel baat je zal hebben bij een bepaalde behandeling. Op die manier zouden we heel wat tijd en moeite kunnen uitsparen, en je zo snel mogelijk op weg zetten naar een stillere toekomst.

Emilie Cardon dingt mee naar de Vlaamse PhD Cup 2022. Ontdek meer over dit onderzoek op www.phdcup.be.