Oorzaak van de ‘zonnesprieten’ lijkt gevonden

23 juni 2017 door Govert Schilling

Op elk moment van de dag ontspringen er miljoenen jets van heet plasma op het oppervlak van de zon. Nieuwe computersimulaties laten zien hoe deze ‘zonnesprieten’ ontstaan.

Het waarnemen van spicules is een lastige zaak. Elke spriet zakt maximaal tien minuten na zijn ontstaan weer ineen. Hierdoor valt het niet mee om nieuwe (computer)modellen aan de werkelijkheid te toetsen.

Tot nu toe werd er bij het opstellen van zulke modellen ervan uitgegaan dat het onderste deel van de zonneatmosfeer uit ‘plasma’ bestaat – een heet gas van elektrisch geladen deeltjes. Maar deze eenvoudige modellen konden het optreden van spicules niet reproduceren. Bij het nieuwe model is neutraal gas aan het plasma toegevoegd. Dat is verdedigbaar, omdat het deel van de zonneatmosfeer waarin de spicules optreden betrekkelijk koel is.

Deze toevoeging van de neutrale gasdeeltjes maakt het rekenwerk wel een stuk ingewikkelder. Maar na een jaar rekenen was de Pleiades-supercomputer van NASA eruit: de aanwezigheid van het neutrale gas helpt het plasma erbij om zich los te maken van het zonsoppervlak. Omdat de neutrale deeltjes ongevoelig zijn voor magnetische velden, geven zij het uit de diepte opborrelende plasma, dat anders door de magnetische velden aan het zonsoppervlak gebonden zou blijven, als het ware meer drijfvermogen.

Het nieuwe model blijkt waarnemingen van spicules, zoals die zijn gedaan met de NASA-satelliet IRIS en de Swedish Solar Telescope op het Canarische eiland La Palma goed te kunnen reproduceren. En dat niet alleen: het laat ook zien dat bij het ‘losschieten’ van het plasma, dat de spicules veroorzaakt, zogeheten Alfvén-golven doet ontstaan. Van deze krachtige magnetische golven wordt vermoed dat zij een sleutelrol spelen bij de extreme opwarming van de hogere delen van de zonneatmosfeer en het ontstaan van de ‘zonnewind’.