Terug naar de big bang

Wie dezer dagen meer wil weten over het heelal moet naar Leuven. Twee tentoonstellingen geven een mooi overzicht van hoe de kennis van het universum zich ontwikkelde en zowel de kunst als de wetenschap diepgaand beïnvloedde. Met dank aan ‘Leuvenaar’ Georges Lemaître.

De Egyptische hemelgodin Noet kijkt je frontaal aan als je de tentoonstelling De verbeelding van het universum in M Leuven binnenkomt. Haar zwarte lichaam is met sterren bezaaid, en terwijl ze op het punt staat de zon in te slikken, schenkt ze het leven aan een vollemaan. Aan weerszijden verbeelden vrouwenfiguren de twaalf uren van dag en nacht. Noet staat afgebeeld op de binnenkant van het deksel van de mummiekist van Peftjaoeneith (ca 650 v. Chr.). Als personificatie van de oud-Egypische hemel en de eeuwige kosmische cycli moest ze de dode begeleiden naar de wederopstanding. 

De sarcofaag is niet het oudste object in de tentoonstelling. In dezelfde ruimte zitten twee laatneolithische beeldjes broederlijk naast elkaar. De zevenduizend jaar oude Denkers van Hamangia worden beschouwd als de oudste uitbeelding van menselijke verwondering en introspectie. Maar, zo moet ook curator Jan Van der Stock toegeven, de eigenlijke betekenis ervan is niet bekend.

De denkers van Hamangia. Zevenduizend jaar oude verwondering. (Nationaal Natuurhistorisch Museum Roemenië).

De beeldjes uit de Hamangiacultuur en de sarcofaag zijn echte topstukken, en Van der Stock en zijn team slaagden erin om nog tientallen andere prachtige voorwerpen – boeken, beelden en schilderijen, maar ook wandtapijten, globes, planetaria enz. – te verzamelen rond het centrale thema van de eeuwige verwondering van de mens over de kosmos. Ze zijn getuigen in het verhaal van de sterke relatie tussen waarneming en verbeelding. De blik is vooral Europees en joods-christelijk, al is er ruime aandacht voor het belang van de Arabische wetenschap in de overdracht van oude kennis in de middeleeuwen. Fraai is ook de rijstpapieren rol waarop de 17de-eeuwse Vlaamse jezuïet Ferdinand Verbiest, keizerlijk astronoom in Beijing, de verschillende fases in de maansverduistering van 25 maart 1671 in het Mandarijn en Mantsjoe optekent.

Verbiest is als priester-astronoom een verre voorloper van Georges Lemaître, die de centrale figuur is in de expositie Voorbij de oerknal in de Universiteitsbibliotheek. Waar het verhaal in Museum M blijft steken in het concept van een statisch universum dat eindigt met Newton, wordt in de tweede tentoonstelling die visie opengebroken door Lemaître en consorten. Lemaître staat aan de wieg van de moderne kosmologie en is de centrale figuur van het KNAL-stadsfestival waarvan deze exposities een onderdeel zijn. Negentig jaar geleden ontwikkelde hij in hetzelfde Leuven de theorie van de oerknal, een logisch gevolg uit het idee van het uitdijende heelal, dat hij in 1927 opperde.

Grafiek van de evolutie in de tijd van de straal van het heelal. Tekening van Georges Lemaître uit 1927. (Archives Georges Lemaître, UCL)

Voorbij de oerknal is opgebouwd rond drie figuren uit de 20ste-eeuwse kosmologie. Albert Einstein, die met zijn relativiteitstheorie de basis legde waarop Lemaître kon voortbouwen, komt als eerste aan de beurt. Dat Stephen Hawking met zijn multiversum het rijtje vervolledigt, is geen toeval. Curator en Leuvens kosmoloog Thomas Hertog promoveerde bij Hawking, werkte nadien nauw met hem samen en lokte hem zelfs voor een lezing naar Leuven, een gebeurtenis waarover ze in de Dijlestad nog praten.

Schoolbord in het kantoor van Stephen Hawking. (Science Museum Group)

Hertog wilde naar eigen zeggen de open vlakte tussen wetenschap en kunst verkennen. Cocurator Hannah Redler Hawes zorgde voor een mix van werk van internationale gerenommeerde kunstenaars én eerder onbekende visuele kunstenaars als Sarah Pickering en Katie Paterson. Er worden mooie parallellen gelegd tussen de theorie van Einstein en het werk van tijdgenoot Malevitch, of tussen het het concept van het kosmisch ei van Lemaître en Le Commencement du monde van Constantin Brancusi die in dezelfde periode in ovale structuren zocht naar antwoorden op het mysterie van de mens en het begin van de tijd.

Ook in deze expositie trekken enkele bijzondere voorwerpen de aandacht, zoals de Burroughscomputer die Georges Lemaître voor de Leuvense universiteit aankocht, een kookpot die als vacuümkamer in een CERN-experiment werd gebruikt of een volgekrabbeld schoolbord uit het kantoor van wijlen Stephen Hawking. ‘It doesz work!!!’, staat er.

Niet twijfelen.

Praktisch:

Verbeelding van het Universum, in M Leuven, van 22/10/2021 tot 16/01/2022.

Voorbij de Oerknal, in Universiteitsbibliotheek Leuven, van 22/10/2021 tot 16/01/2022

Organisatie KU(N)ST Leuven

Bekijk het hele programma op: www.knalfestival.be

 

Beeld boven: De vollemaan, zoals geschilderd door amateur-astronoom Maria Clara Eimmart (1676-1707). (Museo della Specola, Bologna)