Belgen zijn onvoldoende voorbereid op een kernramp

Na de ramp in de kerncentrale van Tsjernobyl in 1986 stelden dokters in het besmette gebied veel meer gevallen van schildklierkanker vast. Voor haar masterscriptie onderzocht Hanne Vindevogel, studente farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen, in welke mate de Belgen voorbereid zijn op een gelijksoortig nucleair incident.

Ze deed dat omdat er zich vijf nucleaire sites in België bevinden en er enkele buitenlandse sites vlakbij de Belgische grens liggen.

Vindevogel stelt dat als we geconfronteerd worden met een nucleair incident, een goede voorbereiding en een goede organisatie van het grootste belang zijn. Om na te gaan hoe het daarmee in België gesteld is, voerde ze drie enquêtes uit: 442 Belgen (van wie 51 procent binnen een zogenaamde noodplanningszone in de buurt van een nucleaire site woont) vulden de vragenlijst in, naast 105 directieleden van scholen in de provincie Antwerpen en 177 apothekers (waarvan 44 procent in een noodplanningszone).

Hoewel iedere Belg kaliumjodidetabletten gratis kan afhalen bij de apotheker, heeft 54 procent van de Belgen in de grootste risicogebieden geen tabletten in huis

Alle inwoners van gebieden binnen een straal van 20 kilometer rond een nucleaire site worden sterk aanbevolen om kaliumjodidetabletten in huis te nemen die een beperkte bescherming bieden tegen het radioactief jodium dat vrijkomt bij een nucleair incident. Hoewel sinds 2018 iedere Belg de tabletten gratis kan afhalen bij de apotheker op eenvoudig vertoon van de identiteitskaart, blijkt dat 54 procent van de Belgen in de grootste risicogebieden geen tabletten in huis heeft. ‘De meerderheid geeft als reden dat ze onvoldoende geïnformeerd zijn’, vertelt Vindevogel.

Uit de bevraging van de apothekers blijkt dat 77 procent zelf geen actie heeft ondernomen om hun klanten aan te sporen tabletten af te halen. 52 procent meent dat de informatiecampagnes rond de tabletten geen succes zijn geweest.

Hoewel het vooral kinderen zijn die de tabletten moeten innemen, is maar 24 procent van de deelnemers in een noodplanningszone daarvan op de hoogte. Ook scholen zijn slecht voorbereid. Van de ondervraagde scholen heeft 83 procent van de instellingen die binnen de noodplanningszone liggen een voorraad tabletten ter beschikking, maar daarbuiten is dat slechts 36 procent. 16 procent van de directieleden heeft geen idee hoe ze het moeten aanpakken om de tabletten door hun leerlingen te laten innemen. 74 procent van hen zegt dat ze vragende partij zijn om meer informatie te krijgen.

De volledige paper is raadpleegbaar op de website van het Tijdschrift voor Geneeskunde en Gezondheidszorg.