Franse studie met genetisch gemodificeerde mais onder vuur

20 september 2012 door DDC

Ratten die een leven lang genetisch gemodificeerde mais eten, sterven vroeger en ontwikkelen meer tumoren dan ratten op een controledieet. Die conclusies van Franse wetenschappers worden door andere experts kritisch onthaald.

De onderzoekers, onder leiding van Gilles-Eric Séralini, deelden 200 ratten - 100 vrouwelijke en 100 mannelijke - in verschillende groepen van telkens tien dieren op. Sommige kregen genetisch gemodificeerde mais te eten die op het veld al dan niet was behandeld met de onkruidverdelger Roundup, waartegen de planten resistent zijn. Andere kregen onbehandelde gewone mais en variabele dosissen Roundup in hun drinkwater, waarbij de laagste concentratie volgens de onderzoekers ook in drinkwater voorkomt. Een controlegroep kreeg gewone mais en gewoon water voorgeschoteld.

Het experiment duurde twee jaar, de normale levensduur van een rat. Dat maakt de studie volgens de onderzoekers waardevoller dan eerdere, kortere studies en de wettelijk verplichte proeven die de biotechbedrijven moeten uitvoeren, die standaard 90 dagen duren.

De ratten die transgene mais te eten kregen, stierven vaker voortijdig. Dat was voor 50 procent van de mannelijke en 70 procent van de vrouwelijke ratten het geval, terwijl het in de controlegroep maar om repsectievelijk 30 en 20 procent van de dieren ging. De dieren ontwikkelden vaker tumoren en kregen meer lever- en nierproblemen.

Volgens de Franse wetenschappers toont het onderzoek aan dat zowel de tegen Roundup resistente mais als het herbicide zelf schadelijk zijn. In een begeleidend persbericht stellen ze de doeltreffendheid van de huidige risico-analyses in vraag.

Kritiek
De studie, gepubliceerd in het vakblad Food and Chemical Toxicology, lokt kritische reacties uit bij andere wetenschappers. Die hebben onder meer bedenkingen bij het gebruikte type rat. 'De zogenaamde Sprague-Dawley-ratten die Séralini gebruikte zijn enorm vatbaar voor het ontwikkelen van kanker', zegt bio-ingenieur Jeroen Crappé van de Universiteit Gent. 'Verschillende studies tonen aan dat 50 tot 80 procent van dieren spontaan kanker ontwikkelt voor ze de leeftijd van twee jaar bereiken. Als je ratten gebruikt met zo'n grote kans op tumoren, dan vind je waarschijnlijk ook tumoren...'

'De grote kans op spontane kankers, in combinatie met het beperkte aantal dieren per groep (elke groep bevatte slechts 10 dieren, red.) maakt dat de verschillen die Séralini vond gewoon aan toeval te wijten kunnen zijn', zegt Jo Bury, Managing Director van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). 'Ik begrijp niet dat dit onderzoek gepubliceerd is geraakt.'

Dat de onderzoekers geen melding maken van gemiddelden en standaardafwijkingen, gangbaar bij dit soort onderzoek om na te gaan of resultaten significant zijn, doet collega-wetenschappers de wenkbrauwen fronsen. In de plaats gebruikte het team van Séralini een alternatieve statistische analyse die de Britse hoogleraar Tom Sanders van het Londense Kings College als 'statistisch gevis' bestempelde.

Ook merkwaardig is dat de onderzoekers geen verband konden aantonen tussen de dosis transgene mais of Roundup die de dieren binnenkregen en de mate waarin ze gezondheidsproblemen kregen - terwijl een grotere dosis van een schadelijk stof doorgaans sterkere effecten veroorzaakt. Volgens de wetenschappers betekent het dat een schadelijk effect zelfs bij erge lage dosissen optreedt en gelijk blijft bij hogere dosissen. 'Die conclusie kan je op basis van hun studie niet trekken', zegt Crappé. 'Dat de effecten helemaal niet aan de transgene mais of de Roundup te wijten zijn en enkel aan natuurlijk variatie is minstens even waarschijnlijk.' Crappé merkt ook op dat in hetzelfde vakblad al andere langetermijnstudies werden gepubliceerd waarbij geen schadelijke effecten werden gevonden.

Niet onbesproken
Gilles-Eric Séralini is zelf geen onbesproken figuur. Eerder onderzoek van de man waaruit de schadelijkheid van transgene mais zou blijken werd al door de European Food Safety Authority (EFSA) van tafel geveegd wegens gebrekkige statistische analyse en resultaten die even goed aan toeval te wijten konden zijn.

Séralini staat bekend als een tegenstander van transgene gewassen en is auteur van boeken als 'Génétiquement incorrect', 'Après nous le déluge?' en 'Nous pouvons nous dépolluer!'.

Ook de manier waarop de studie wordt gepubliceerd en openbaar gemaakt roept vragen op. Foto's van ratten met afschuwelijke tumoren hebben volgens collega-onderzoekers weinig wetenschappelijke meerwaarde, maar doen het wel goed in de media. De titel van het begeleidende persbericht 'Iedereen proefkonijn! Ernstige toxische effecten van een ggo en het belangrijkste herbicide ter wereld' blinkt evenmin uit in wetenschappelijke nuance.

EFSA liet weten de relevantie van het onderzoek te zullen nagaan. (ddc)