Eos Blogs

Internet of Things: een brede blik op gezondheidszorg

Covid-19 heeft het pijnlijke tekort aan – en onderwaardering van – het zorgpersoneel in ons gezondheidsstelsel blootgelegd. Maar het aantal zieken zal in de volgende decennia enkel maar toenemen. Daarom moet er dringend gekeken worden naar oplossingen, zoals Internet of Things, die de gezondheidszorg betaalbaar en toegankelijk houden.

Het gezondheidscontinuüm

Ons gezondheidsstelsel staat onder druk. Enerzijds is dat omdat onze bevolking aan het groeien en vergrijzen is, waardoor chronische ziektes steeds meer de kop opsteken. Anderzijds is dat ook omdat het ontwikkelen van hoogtechnologische snufjes en innovatieve medicijnen een peperdure investering is voor onze maatschappij. Om dat allemaal te kunnen blijven betalen, zal de gezondheidszorg zoals we die nu kennen, moeten evolueren. 

Daarvoor zal onze visie op gezondheid moeten verbreden. Momenteel is het ziekenhuis het mekka van onze gezondheidszorg. Een patiënt wordt in het ziekenhuis dagelijks opgevolgd door verplegers die verschillende testen doen en de vitale functies in de gaten houden. Als de patiënt gezond wordt geacht, mag die opnieuw naar huis. Maar eenmaal terug in zijn thuisomgeving wordt de patiënt amper nog opgevolgd. Dat maakt het systeem heel erg fragmentarisch. We leven, bij wijze van spreken, van de ene ziekenhuisopname naar de andere, met weinig aandacht voor wat er daar tussenin gebeurt. En dat terwijl we weten dat onze levensstijl – wat we eten, hoe vaak we bewegen, etc. – een enorme invloed heeft op de ziektes die we oplopen, en de kansen op herval. Die beperkte blik op gezondheid moet dringend veranderen.

De kracht van preventie

Een ziekte in zijn beginfase is veel makkelijker terug te draaien is dan een vergevorderde ziekte. Dat is niet alleen aangenamer voor de patiënt, maar ook gewoon een stuk goedkoper voor de maatschappij. Om de gezondheidszorg efficiënter te maken moet er dus veel meer ingezet worden op het voorkomen en vroeger opsporen van ziektes. Hierin kan Internet of Things (IoT) een geweldige rol spelen. Het concept van IoT is eenvoudig: alles kan verbonden worden met het internet. Elk object dat we vasthouden of gebruiken kan deel uitmaken van een geconnecteerd netwerk dat informatie opslaat, uitwisselt en verwerkt. Een eenvoudige smartwatch kan onze hartslag en bloeddruk op elk moment van de dag meten en ergens opslaan. Er schuilt dan ook een enorme kracht in het continu monitoren van onze patiënten – in het ziekenhuis én thuis – om preventie en vroege opsporing mogelijk te maken. Zo kan stilaan de nadruk van ons gezondheidssysteem verschuiven van het ziekenhuis naar de thuisomgeving van de patiënt. 

De ziekte van Parkinson onder de loep

Neem het volgende voorbeeld: de ziekte van Parkinson. Parkinson is een progressieve neurologische aandoening die begint met motorische moeilijkheden, zoals instabiliteit, maar kan uiteindelijk leiden tot dementie. Eén van de dingen waar patiënten met parkinson last van hebben, zijn de zogenaamde ‘freezing episodes’ – korte momenten waarin ze plots heel even niet meer kunnen bewegen. Voor een huisdokter die de patiënt maar een kwartiertje in zijn praktijk te zien krijgt, is het praktisch onmogelijk om te weten hoe serieus die episodes zijn. Maar stel je voor dat we de patiënt thuis enkele dagen laten rondlopen met een bewegingssensor die elke stap registreert en opslaat. Door onregelmatigheden in het wandelpatroon van de patiënt te bestuderen, kan de dokter bijvoorbeeld de lengte en frequentie van zo’n episodes veel beter inschatten. Als deze toenemen, kan dat een teken zijn om de medicatie bij te stellen. Dankzij een veelvuldigheid aan metingen via relatief eenvoudige software krijgt de dokter zo een veel completer beeld van de toestand van de patiënt en kan de therapie veel beter op de noden van die specifieke patiënt afgestemd worden.

Een waaier aan opties

IoT gaat veel verder dan het analyseren van wandelpatronen. Diabetespatiënten kunnen via continuous glucose monitoring op de hoogte gesteld worden van gevaarlijke fluctuaties in hun suikerspiegel. Op een gelijkaardige manier kunnen risicopatiënten voor hart- en vaatziekten hun hartritme laten monitoren en analyseren. Wanneer er dan plots een gevaarlijke onregelmatigheid optreedt, kan een simpele melding op een app volstaan om de patiënt te waarschuwen dat er iets aan de hand is. Zo moet het mogelijk zijn om in de toekomst bijvoorbeeld een groot deel van de hartaanvallen te voorkomen, of er tenminste veel sneller op te reageren. Preventie kan in dit opzicht ver gaan: zelfs mensen die nog nooit in een ziekenhuis opgenomen zijn, kunnen via IoT achterhalen hoe het gesteld is met hun bloeddruk, en wat voor actie ze zouden moeten ondernemen als blijkt dat die de laatste maanden eigenlijk net iets te hoog is. 

De zorg van morgen

Het grote voordeel van IoT is dat er meer aandacht uitgaat naar de complete toestand van de patiënt, zonder dat er specifiek meer tijd gevraagd wordt van de dokter. Zo kan continue monitoring de totale kost van de gezondheidszorg beperken, het aantal hospitalisaties doen dalen en ook de druk op het zorgpersoneel stelselmatig doen afnemen. Het wegnemen van eenvoudige taken die evengoed door technologie uitgevoerd kunnen worden, geeft meer ruimte aan het zorgpersoneel om zich te focussen op de echt dringende interventies. 

Om de gezondheidszorg van morgen betaalbaar te houden is het dus cruciaal dat preventie en tijdige opsporing even belangrijk worden als diagnose en behandeling. Met IoT kunnen we de eerste stappen zetten om de ‘ziekenzorg’ van nu te transformeren in een veel completer en breder gezondheidscontinuüm, waarin er aandacht wordt besteed aan de patiënt voor, tijdens én na de ziekte.