Krijgt onze psyche een digitaal leven na de dood?

Als we onze hersenen kunnen digitaliseren, hebben we het eeuwige leven. Maar er zijn nog twee grote hindernissen.

Onsterfelijk worden dankzij mind uploading. Michael Graziano, psycholoog en neurowetenschapper aan de Princeton University, is ervan overtuigd dat het ooit zover zal komen. Het is volgens hem niet in strijd met de natuurwetten, al vereist het wel een technologie die nog niet is uitgevonden. Want begin er maar aan: ons brein bevat een slordige 86 miljard hersencellen of neuronen, die via honderd biljoen synapsen met elkaar in verbinding staan.

Om dat buitengewoon ingewikkelde zenuwstelsel te kunnen uploaden, moeten we volgens Graziano twee technische problemen aanpakken. De eerste stap is een kunstmatig brein met gesimuleerde neuronen bouwen. Vervolgens moeten het fysieke biologische brein en alle verbindingen tussen de neuronen nauwkeurig in kaart worden gebracht. Anders is het onmogelijk om dat patroon in het kunstbrein te kunnen nabootsen.

In elk geval is de eerste hindernis al voor een groot deel uit de weg geruimd. Het is mogelijk om kunstmatige neuronen te maken en die via synapsen met elkaar te verbinden. Op die manier vallen netwerken van duizenden of zelfs miljoenen neuronen te simuleren. Bestaande toepassingen van artificiële intelligentie, zoals de virtuele assistent Siri of zelfrijdende auto’s, zijn al gebaseerd op relatief grote kunstmatige neurale netwerken. Maar het brein nabootsen, met zijn 86 miljard neuronen, is voorlopig nog te hoog gegrepen. Toch: hoe beter de computertechnologie wordt, hoe dichter we bij dat doel komen.

Voorlopig is het brein nabootsen nog te hoog gegrepen. Maar hoe beter de computertechnologie wordt, hoe dichter we bij dat doel komen

Of de tweede hinderpaal kan worden opgelost, is onzeker. Amerikaanse onderzoekers slaagden er laatst in het volledige connectoom – de kaart van alle neurale verbindingen – van een rondworm te ontcijferen. Dat diertje heeft slechts een driehonderdtal neuronen, maar het duurde bijna tien jaar om het neurale netwerk ervan in kaart te brengen. Wil je een menselijk brein scannen, dan moet je honderd miljoen keer zoveel data verwerken. Graziano houdt er rekening mee dat het nog eeuwen kan duren voor het zover is.

En als we daarin slagen, kunnen we dan ons bewustzijn integraal naar een computer overhevelen? Dat blijft een open vraag. Graziano acht het niet uitgesloten dat we nog andere ongrijpbare aspecten van onze biologische opmaak mee moeten kopiëren.

Analoog versus digitaal

Het concept van mind uploading is niet nieuw. ‘In zijn boek Mind Children uit 1988 lanceerde roboticus en futuroloog Hans Moravec al het idee om onze hersenen laag voor laag te scannen’, zegt Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige antropologie (Erasmus Universiteit Rotterdam). ‘De totale structuur wilde hij overzetten naar een computersimulatie. Daarin voltrekken zich precies dezelfde processen als in de fysieke hersenen. Het denken wordt dus voortgezet in een ander medium, met name een machine.’

Afgezien van de filosofische vragen die je je hierbij kan stellen, kan je je ook afvragen of dit technisch realiseerbaar zou zijn. ‘Op dit ogenblik is daar nog geen denken aan. Dat heeft te maken met het feit dat de hersenen ongelooflijk complex zijn. Het is volstrekt onmogelijk om dat netwerk om te zetten in een computerprogramma.’

'Het bewustzijn in een computer nabootsen is volgens mij geen onoverkomelijk probleem’ cyberneticus Francis Heylighen (Vrije Universiteit Brussel)

De Mul betwijfelt of we ooit überhaupt in staat zullen zijn een digitale kopie van ons brein in een computer op te slaan. ‘Het grootste probleem is volgens mij dat de werkwijze van onze hersenen en die van een computer fundamenteel van elkaar verschillen. De processen in het menselijk brein verlopen parallel. Verspreid over het hele hersenweefsel kan het ettelijke miljoenen ‘berekeningen’ op hetzelfde moment verrichten. Computers werken anders. Zij gaan serieel te werk. Ze kunnen geen verschillende commando’s tegelijk uitvoeren.’

Misschien zal de quantumcomputer het wel mogelijk maken om de complexe parallelle hersenprocessen adequaat te simuleren, oppert De Mul. ‘Die lijkt met zijn vele tussenstappen tussen nul en een meer op een analoog brein dan de huidige digitale computer. Al zal nog moeten blijken of de quantumcomputer het parallellisme van onze hersenen zal kunnen evenaren.’

Bewuste machine

Ook cyberneticus Francis Heylighen (Vrije Universiteit Brussel) vindt het een interessant vraagstuk. ‘Idealiter simuleren we het volledige brein in een computer. We zouden de hersenen op moleculair niveau moeten scannen om te zien waar alle verbindingen zich bevinden en hoe sterk elke verbinding is. Daar zijn we nog lang niet aan toe. Onderzoekers vermoeden dat het over enkele decennia haalbaar is, maar ik heb daar mijn twijfels over.’

Misschien hoeven we niet het volledige brein te simuleren. ‘Waarschijnlijk hebben we niet alle details nodig om de essentiële eigenschappen van iemands karakter en kennis via een computerprogramma na te bootsen. Met een wat ruwere scan van de hersenen zouden we het grootste deel van iemands persoonlijkheid wellicht kunnen simuleren. Ook het bewustzijn in een computer nabootsen is volgens mij geen onoverkomelijk probleem.’

Heylighen definieert bewustzijn als een manier waarop de activatie in de hersenen circuleert. Die activatie kan worden gemonitord; een deel van het brein kan ‘zien’ wat er in het andere deel van het brein aan de gang is en vervolgens interveniëren. ‘De onbewuste processen lopen rechtstreeks van punt A naar punt B. Er is geen manier om daarbij tussen te komen.’

‘Als een bewustzijn zich kan ontwikkelen in menselijke hersenen, dan kan het ook in een machine ontstaan’ Jos de Mul, hoogleraar wijsgerige antropologie (Erasmus Universiteit Rotterdam)

‘Dat is anders bij bewuste processen. Die blijven een tijdje circuleren in de zogenoemde global work space. Dat is een soort werkruimte in het brein waarin gedachten worden onderworpen aan een nauwkeurige interpretatie en evaluatie. Bepaalde gedachten worden geconfronteerd met andere gedachten en andere gevoelens. Dat laat je toe keuzes te maken: wat ga ik nu doen, waaraan besteed ik aandacht, enzovoort. Het bewustzijn is minder mysterieus en wazig dan de meeste mensen denken.’

De Mul ziet het nog niet gebeuren dat we ons bewustzijn in machines pompen. ‘Dat een computer kan beseffen welke betekenis bepaalde informatie heeft, acht ik tot dusver onmogelijk. Het is niet omdat computers steeds sneller en complexer worden dat ze op een bepaald moment bewust kunnen worden. Anderzijds: als bewustzijn zich kan ontwikkelen in menselijke hersenen, dan is het beslist niet uitgesloten dat het ook in een machine kan ontstaan. Alleen betwijfel ik of dat ooit in de huidige computers zal kunnen gebeuren.’

Ruimtereizen zonder lichaam

Als mind uploading mogelijk wordt, zal die technologie alleszins een aantal ethische en filosofische vragen doen rijzen. Wat rest er bijvoorbeeld van het idee van de individualiteit als je biologisch brein er een digitale replica bij krijgt? Volgens Graziano ontstaan er dan twee ikken: het ene in een sterfelijk omhulsel, het andere in de onsterfelijke cloud. Je karakter, bewustzijn en levensloop vertakken zich. In plaats van een individu ben je voortaan een dividu, een verdeelde persoonlijkheid.

Een groot voordeel van mind uploading ziet Graziano in de kans om ruimtereizen te ondernemen die vanuit fysiek oogpunt nooit mogelijk zijn. Hele kolonies van geüploade breinen, zo speculeert hij, kunnen dan naar de sterren worden gestuurd, op een verkenningstocht die onbegrensd is in ruimte en tijd.

Heylighen ziet wat minder spectaculaire perspectieven. ‘Mind uploading is nog niet voor morgen, maar ondertussen neemt AI wel een hoge vlucht. We worden beter in het nabootsen van de menselijke intelligentie. Zo is het perfect mogelijk om een computerprogramma te leren hoe ik doorgaans reageer. Als dat programma helemaal op punt staat, zou het mij kunnen vervangen en bijvoorbeeld evengoed e-mails beantwoorden als ik dat zelf zou doen. Zelfs na mijn dood zou mijn digitale persoonlijkheid die taak kunnen blijven behartigen.