Spinazie spoort landmijnen op

02 november 2016 door Eos-redactie

Met nanotechnologie kunnen wetenschappers de bladeren transformeren tot sensoren.

Door genetische modificatie kunnen planten sterker en sneller gaan groeien of beter bestand worden gemaakt tegen ziekten en plaaginsecten. Maar er zijn nog andere manieren om welbepaalde eigenschappen van planten te versterken, of er zelfs volledig nieuwe te creëren. Met nanotechnologie kunnen de bladeren van planten bijvoorbeeld getransformeerd worden tot hyperprecieze sensoren voor chemische stoffen naar keuze.

Amerikaanse nanotechnologen hebben dat nu gedaan bij de spinazieplant, die zich hier dankzij zijn zeer grote en actieve bladeren perfect voor leent. Met koolstofnanobuizen bouwden ze een paar microscopisch klein sensoren die ze vervolgens inbouwden in de stukjes van de bladeren waar de fotosynthese plaatsgrijpt. De sensoren waren zó ontworpen dat ze gevoelig waren voor een welbepaalde klasse van chemicaliën, namelijk stikstofaromaten. Die worden veelvuldig gebruikt in vooral één type van toepassingen: landmijnen.

Het idee is dat de stikstofaromaten worden opgezogen door de wortels van de spinazieplant, waarna het slechts tien minuten duurt vooraleer ze de bladeren bereiken en de ingebouwde sensors een infrarood signaal uitzenden. Dat signaal kan vervolgens worden opgepikt door een computer of een smartphone in de buurt.

De ‘slimme’ spinazieplanten zouden bijvoorbeeld kunnen worden ingezet in gebieden die nog van landmijnen moeten worden gezuiverd – de huidige praktijk met onder andere metaaldetectors en ontmijningshonden verloopt traag en is erg duur. De planten daarentegen zouden meteen signaleren als er stikstofaromaten afkomstig van landmijnen in het grondwater zitten, waarna de dodelijke explosieven kunnen worden opgeruimd. (sst)