Geschiedenis

De opkomst en tragische neergang van het eiland Testerep

Tientallen eilanden en dorpen werden in de loop der eeuwen verzwolgen door het wassende water van de Noordzee. Van één eiland in het bijzonder zindert de herinnering levendig na: Testerep. Archeologen starten een gelijknamig onderzoek naar de geschiedenis van het kustlandschap in en rond Oostende, dat ook aanbevelingen voor de toekomst moet opleveren.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Beeld: Impressie van de Noordzeekust tijdens de vroege middeleeuwen. Het was een getijdenlandschap, met geulen die tot diep in het binnenland doordrongen. ­Bewoners leefden op de hogere delen, soms op zelf opgeworpen terpen. Credit: Mikko Kriek; Gemeente Middelkerke; VLIZ

Dit artikel verschijnt ook in de Eos special Onze Noordzee, die vanaf 23 juni in de winkel ligt.

Tot aan het eind van de laatste ijstijd kon je vanaf wat nu Vlaanderen en Nederland is naar Groot-Brittannië wandelen. Maar dan begonnen de ijskappen te smelten en liep het Kanaal opnieuw vol. Zo ontstond de huidige Noordzee.

De afgelopen millennia heeft de Noordzee – en zeker de kustgebieden erlangs – wel aanzienlijke veranderingen ondergaan. Veranderingen die tot op vandaag zichtbaar zijn, in de vorm van verdronken eilanden en resten van menselijke bebouwing en activiteit op en onder de zeebodem. Maar evengoed zijn er overblijfselen landinwaarts van de kracht van de zee en de natuur in het algemeen.

Een voorbeeld van zo’n overblijfsel op het land is de directe omgeving van het Fort van Nieuwendamme, gelegen in Middelkerke. Tot diep in de middeleeuwen bevond zich hier een verbinding tussen de rivier de IJzer, die bij Nieuwpoort in de Noordzee uitmondt, en een getijdengeul die zich uitstrekte in noordoostelijke richting. Die geul sloot een deel van het toentertijd typische getijdenlandschap van onze kuststreken af van de rest van het land. Dat deel heette Testerep.

Op het einde van de geul lag een zandwad dat bij vloed overstroomde en dat van het schiereiland Testerep dan een echt eiland maakte. Het eiland is historisch van belang: hier was het dat in de 13de eeuw de stad Oostende werd gesticht.

De ligging van het (schier)eiland Testerep op een kaart van de kust vandaag.
Verdwenen onder de Noordzee

Testerep is niet het enige eiland dat in de middeleeuwen werd verzwolgen door de golven van de Noordzee. In de monding van de Westerschelde, tussen het huidige Breskens (Zeeuws-Vlaanderen) en Vlissingen (Walcheren), lag vroeger een trio van eilanden. Wulpen was daarvan het grootste – de andere twee heetten Koezand en Schoneveld. Eeuwenlang is Wulpen bewoond geweest, tot een stormvloed in 1377 het grootste deel van het eiland verwoestte. Verschillende dorpen, zoals Sint-Lambert-Wulpen, Avenkerke maar ook Westende en Oostende (het waren blijkbaar populaire benamingen), werden weggevaagd. Begin 16de eeuw verdween het laatste stukje onder het water van de Westerschelde.

Ook verder naar het noorden langs de Noordzeekust liggen er ooit bewoonde eilanden op en onder de zeebodem. Het Noord-Friese Waddeneiland Strand, voor de kust van de huidige Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein, verdween tijdens een stormvloed in 1634 onder de golven. Duizenden bewoners van het eiland verdronken. Ze waren nochtans gewaarschuwd. Halfweg de 14de eeuw was Strand al eens zwaar getroffen door een vloed. Daarbij was toen het havenstadje Rungholt verdwenen. Dat stadje werd het onderwerp van sagen en legenden. Er werd gezegd dat men op windstille dagen nog steeds de kerkklokken van Rungholt onder water kon horen luiden.

De bekendste watersnoodramp, na die van 1953, is wellicht die van de Allerheiligenvloed. We schrijven 1 november 1570. Langs de hele Noordzeekust van de Lage Landen en ook langs de Westerschelde waren er overstromingen die grote stukken land blank zetten. Tientallen eilanden en stukken ervan verdwenen, zoals het Waddeneiland Bosch dat in de buurt van Schiermonnikoog lag. Het was ook tijdens deze vloed dat een heerlijkheid genaamd Saeftinghe, in het huidige Zeeuws-Vlaanderen, overstroomde. Het leefde daarna verder als een Verdronken Land bestaande uit slikken en schorren. Alsof de klok duizend jaar werd teruggedraaid.

Het eerste Oostende

Testerep ontstond in de vroege middeleeuwen, wellicht omstreeks de 5de en 6de eeuw. In die tijd werd de kust van de Lage Landen getekend door slikken, schorren, stranden en duinen. En door getijdengeulen zoals die van Testerep.

Het kustlandschap bestond al millennia lang. Rond 3000 v.Chr. was de zeespiegel gestabiliseerd en was er relatieve rust in de landschapsvorming. Toch duurde het nog tot de 10de eeuw vooraleer er zich mensen op Testerep vestigden. Wellicht kwam dat doordat er zich dan pas een duinengordel had ontwikkeld die belette dat het land regelmatig overstroomde.

Het was de tijd van de opkomst van de graven. Onder hun bewind bloeide Vlaanderen op tot het economische en culturele hart van Europa. Op Testerep werden onder impuls van de graven boerderijen opgericht. Vooral voor schapen – die in het schorrengebied rijke graasweiden hadden – maar ook voor runderen.

Het orgelpunt van de rampspoed lag in de nacht van 22 januari 1394, toen de Sint-Vincentiusstorm de stad grotendeels vernielde

Om de boerderijen en weiden te beschermen werden dijken aangelegd. Die gingen langs de kustlijn en de Testerep-geul. Begin 11de eeuw verrees dan het eerste dorp, met ook de eerste kerk. Schriftelijke bronnen hebben het over het dorp Villa de Testerep en over de kerkgemeenschap Testerpsi parrochia.

Met de menselijke bewoning en activiteit kwamen ook ingrijpende aanpassingen van het kustlandschap. Zo werd in de 12de eeuw de Testerep-geul ingepolderd en drooggelegd. Dat gebeurde onder meer door de bouw van een dijk tussen de geul en de IJzermonding – vandaar de naam van het fort van Nieuwendamme. Een stukje kustgebied dat de Noordzee eigenlijk uit zichzelf ter beschikking had gesteld aan het land werd op die manier door de mens aan dat land vastgeklonken.

Toch zouden de natuurelementen uiteindelijk het laatste woord krijgen. Want hoewel de ingepolderde Testerep-geul en een deel van het vroegere eiland nu deel uitmaken van het kustgebied, ligt een ander deel al eeuwenlang onder de zeebodem. Zo ook het ‘eerste’ Oostende.

Snel verval

Reliëfbeeld van de kustpolder tussen. De voormalige Testerepgeul (groen) is zichtbaar als een lagergelegen zone.

In de vroege en hoge middeleeuwen kende het Noordzeegebied – de kusten van het huidige Noord-Frankrijk, Engeland, Nederland, Duitsland en Denemarken – een bloeiende economie. Via de zee werden wol, zout en vis verhandeld, allemaal producten die lokaal werden gewonnen of geproduceerd. Meer dan met de bewoners van de Lage Landen landinwaarts hadden de kustbewoners contact met hun collega’s elders langs de Noordzee.

Toch werden de banden met het graafschap Vlaanderen vanaf de late 10de eeuw versterkt. Met als een belangrijk wapenfeit de stichting van Oostende in 1266, door gravin Margareta van Constantinopel. Zij koos op het oostelijke uiteinde van Testerep, dat inmiddels verbonden was met het vasteland, een plek uit voor een havenstad.

De stad moest een regionaal centrum worden voor kooplieden, vissers en ambachtslui. Er verrezen huizen, een kerk, een haven, een marktplein, een stadshal en stadswallen. Maar echt bloeien deed Oostende niet. Het ging ook de concurrentie niet aan met steden in de buurt, zoals Sluis en Ieper. Brugge bevond zich al helemaal op een ander niveau.

Oostende kreeg daar simpelweg ook de tijd niet voor. Luttele decennia na de stichting zette het verval al in. Niet door menselijke hand, maar wel door de natuur. De kust van het ingepolderde Testerep kreeg immers in de 13de en zeker in de 14de eeuw sterk te lijden onder de natuurelementen. De zeespiegel steeg – klimaatwetenschappers hebben het over een lichte, tijdelijke opwarming tijdens de hoge middeleeuwen. En doordat het natuurlijke schorrelandschap met al zijn geulen was verdwenen, beukten de golven van de Noordzee nu vol in op het strand en de duinen van Testerep.

De gevolgen waren desastreus. Hele stukken kust werden afgeslagen en verzwolgen door de zee. Duinen schoven landinwaarts en overstromingen, veroorzaakt door stormen zetten het gebied regelmatig blank. Het orgelpunt lag in de nacht van 22 januari 1394, toen de Sint-Vincentiusstorm het eerste Oostende grotendeels vernielde.

Geen tweede Testerep

Na ruim een eeuw werd de stad dus alweer verlaten en teruggegeven aan de zee. Een stuk ervan bleef nog wel tweehonderd jaar als een eilandje voor de kust liggen. Als een herinnering aan en waarschuwing voor wat de zee met al haar kracht vermag. Ze was gericht aan de inwoners van het nieuwe, ‘tweede’ Oostende dat landinwaarts werd gebouwd, net ten oosten van Testerep.

Die waarschuwing heeft gewerkt: het tweede Oostende is er nog steeds. Vanaf de vroegmoderne periode kende het een sterke bloei, met als toppunt de architectonische uitbouw van de ‘koningin der badsteden’ in de 19de eeuw. Vanaf de 17de eeuw werd de kustlijn beschermd en verdedigd door haar te verharden. Er kwamen dijken, golfbrekers en strandhoofden. Dat gebeurde ook in andere kustplaatsen die met hun naam nog herinneren aan hun ligging op het vroegere eiland Testerep, zoals Middelkerke en Westende.

Het Duitse waddeneiland Norderney illustreert hoe Testerep er ooit moet hebben uitgezien. Credit: Shutterstock

Vandaag worden we opnieuw geconfronteerd met een sterker stijgende zeespiegel. Deze keer zijn we daar zelf de oorzaak van. Zo worden de Vlaamse en Nederlandse kust opnieuw bedreigd door het wassende water van de Noordzee. Mede daarom willen Vlaamse wetenschappers in het kader van een gloednieuw project de evolutie van het Vlaamse kustlandschap gedurende de laatste vijfduizend jaar gedetailleerd in kaart brengen.

Het doel van het Testerep-project is om meer inzicht te krijgen in de impact van natuurlijke veranderingen zoals de zeespiegelstijging en menselijke ingrepen op de dynamiek van het kustlandschap.

‘We willen teruggaan tot ongeveer 3000 v.Chr., omdat de snelheid van de zeespiegelstijging sindsdien min of meer constant is gebleven tot het begin van de 20ste eeuw’, zegt Soetkin Vervust, landschapsarcheoloog aan de VUB en coördinator van het project.

De menselijke invloed begon vanaf de ijzertijd (de laatste eeuwen voor het begin van onze jaartelling) en de Romeinse tijd. Vooral vanaf de middeleeuwen drukten kustbewoners hun stempel op de kustdynamiek. Ze draineerden het land en bouwden dijken. Het natuurlijke getijdenlandschap, dat op gezette tijden onderliep en was getekend door slikken en schorren, veranderde stukje bij beetje in een strakke kustlijn.

De komst van dijken en de inpoldering van het achterliggende landschap ontregelden de natuurlijke waterhuishouding en het transport van sediment. Hoe dat de vorm van ons kustlandschap juist veranderde, wanneer dat gebeurde en welke invloed het had op de frequentie van overstromingen, dat wil het multidisciplinaire team van wetenschappers – archeologen, mariene geologen maar ook hydrodynamische ingenieurs en zelfs ontwikkelaars van videogames – nog tot eind 2025 onderzoeken.

Beleid en burger

De wetenschappers focussen dus op het vroegere schiereiland Testerep, zowel op het zuidelijke deel dat werd omgevormd tot de polders en het strand waarop de kustbewoners en -bezoekers vandaag nietsvermoedend wandelen, als op het noordelijke deel dat eeuwen geleden werd verzwolgen door de zee.

Op het land gebeurt het onderzoek onder meer met boringen en de analyse van archeologische resten, om zo oude landschapsfasen te reconstrueren. Op zee wordt de zeebodem ‘gescand’ met geluidsgolven en magnetische velden.

‘We zoeken bijvoorbeeld naar sporen van vroegere dijken en oude getijdengeulen in het landschap van vandaag, die we ook zullen proberen te dateren’, aldus Vervust. ‘Op zee wordt onder meer gezocht naar de zeewaartse grens van Testerep, naar getijdengeulen en restanten van het eerste middeleeuwse Oostende.’

Met het project hopen de wetenschappers ook beleidsmakers en burgers te bereiken. ‘Wat we hier leren kunnen we rechtstreeks inzetten bij de kustbescherming. En met sterke visualisaties, burgerwetenschap en themawandelingen willen we iedereen betrekken.’

Zie ook ‘Oostende en Testerep, een verhaal van glorie en heropbouw’ in De Grote Rede, een tijdschrift van VLIZ.