Vrije partnerkeuze? Bedank de middeleeuwse kerk

De Middeleeuwse kerk ouderwets en conservatief? Niet wat betreft haar visie op het huwelijk. Eeuwen vóór #MeToo zette ze ‘actief ja zeggen’ centraal. Zo maakte de kerk vrije partnerkeuze al in de twaalfde eeuw mogelijk, althans voor hetero’s.

In de nasleep van #MeToo maakten verschillende landen komaf met hun op dwang en verzet gebaseerde definities van verkrachting: ‘nee is nee’ werd ‘geen ja is ook nee’. Maar dat is geen moderne uitvinding. Al in de middeleeuwen implementeerde de kerk het idee van actieve toestemming of consent in haar wetgeving en verbood ze dwanghuwelijken. Onderzoek naar laatmiddeleeuwse wetteksten en rechtszaken leert ons hoe mensen die regels interpreteerden en toepasten.

De kerk richtte zich niet op seksuele toestemming, wel op huwelijkstoestemming, al waren beiden toen sterk met elkaar verweven. Vandaag is het evident dat je toestemt wanneer je trouwt, maar in de middeleeuwen was dat niet het geval. Huwelijken waren een geliefkoosd middel om te klimmen op de sociale ladder omdat ze families en bezittingen met elkaar verbonden. Vaak was de mening van de vrouw daarbij onbelangrijk en hoorden familiale dwang en seksueel geweld bij het trouwproces.

Ongeacht wat mijn familie denkt

‘Ik ging uit vrije wil en uit liefde mee met Jan en trouwde met hem, alles wat hij met mij gedaan heeft is met mijn instemming gebeurd’. Dit verklaarde Kateline Vanderstraten in 1458 prompt aan het Leuvense stadsbestuur. Kateline had het recht aan haar kant, want vanaf de twaalfde eeuw was wederzijdse toestemming de enige vereiste om te trouwen. Bovendien definieerde de kerk die toestemming op een actieve manier; de woorden ‘Ja, ik wil’ luidop uitspreken , gold als maatstaf.

Middeleeuwers koppelden het idee van toestemming al aan vrije wil, persoonlijke keuze en liefde

De Belgische archieven herbergen veel rechtsdossiers met verklaringen zoals die van de Leuvense Kateline. Het verslag van een rechtszaak uit Luik bevat bijvoorbeeld de getuigenis van Elizabeth Kepkens die in 1434 vertelde dat ze volgende huwelijksbelofte had uitgewisseld met Reyner Boyen: ‘Ik geef u mijn trouw met mijn eigen wil en ik beloof u als man te nemen ongeacht wat mijn familie daarvan denkt’. De Lubbeekse Liesbet Vandeneect verklaarde dan weer dat ze niet ontvoerd en verkracht was door Hendrik De Kuster, maar dat ze uit vrije wil met hem meeging om met hem te trouwen. Die beschrijvingen waarin vrouwen hun toestemming benadrukken, zijn opmerkelijk. Ze bewijzen dat toestemming al in de hoofden van middeleeuwers gekoppeld werd aan vrije wil, persoonlijke keuze en liefde.

Een middeleeuwse vrouw kiest zelf haar partner en past het huwelijksrecht toe (miniatuur uit een kerkelijk wetboek uit ca. 1280-1290).

Waren middeleeuwse huwelijken dan altijd vrolijke gebeurtenissen? Zeker niet. Het huwelijksrecht maakte vrije partnerkeuze mogelijk, maar leidde ook tot misbruik. Omdat trouwen eenvoudig was – het volstond om ‘Ja, ik wil’ te zeggen –, konden mannen en families beweren dat er sprake was van toestemming. Ruelen van IJsere bracht in 1473 Machtelde Truydens van Leuven naar Heverlee, waar hij haar verkrachtte en dwong om met hem te trouwen. Hetzelfde gebeurde met Hadewijch Comans die ontvoerd was door Goeswijn Wever. Onder druk van haar oom en tante trouwde ze met hem. In deze gevallen kwam het tot een rechtszaak omdat Machtelde en Hadewijch weigerden om het huwelijk te accepteren op basis van dwang. Vermoedelijk aanvaardden vele vrouwen zo’n dwanghuwelijk wel, hoe pervers dat ook lijkt.

Vijftig tinten consent

De middeleeuwse samenleving was erg eergevoelig en de reputatie van jonge vrouwen werd in grote mate bepaald door hun maagdelijkheid. Wanneer een man een vrouw ontvoerde of er zelfs maar geruchten ontstonden dat ze huwelijksbeloften had uitgewisseld of verkracht was, stond de maagdelijkheid van het slachtoffer ter discussie. Dat verkleinde haar kansen op de huwelijksmarkt. Zo zijn er veel voorbeelden van vrouwen die, hoewel ze het huwelijk niet wilden, toch instemden door gevoelens van schaamte en schuld.

Ondanks de vooruitstrevende regels rond toestemming, ging er toch nog veel mis

Lijsken Crieckmans, bijvoorbeeld, werd ontvoerd door een agressieve aanbidder, maar na een tijdje, zo meldt de Leuvense rechter die de zaak behandelde, was ze ‘toch tevreden’ en trouwde ze met hem. In Gent was Amelkin Jacops het slachtoffer van familiale dwang en seksueel geweld: ze verklaarde dat het huwelijk dat haar bemoeizuchtige moeder voor haar geregeld had met haar toestemming plaatsvond. Uit latere documenten blijkt dat Amelkin haar verklaring herzag. Ze zei dat Laureys, haar vermeende echtgenoot, haar had verkracht en had gedwongen om ‘Ja, ik wil’ te zeggen. Laureys zweerde bij hoog en laag dat Amelkin hem haar trouw uit vrije wil had beloofd. Niet alleen had ze dit zelf verklaard, ze had een blij gezicht tijdens het huwelijk, zong vrolijk liedjes en weende enkel wanneer hij van haar zijde week, aldus Laureys. Amelkin verloor de rechtszaak.

Dwanghuwelijken bleven bestaan. Links zien we een trouwend koppel, maar rechts blijkt dat de vrouw voordien is aangerand door de man (miniatuur uit een kerkelijk wetboek uit ca. 1280-1290).

In dergelijke zaken hadden rechters de aartsmoeilijke taak om te oordelen of er sprake was van dwang of vrije wil. Dat dit niet altijd goed lukte bewijst een Antwerps vonnis uit 1428: een man dwong een huwelijk af dat  ‘deels met en deels tegen de wil’ van zijn slachtoffer was. De man moest een boete betalen, maar er kwam geen officiële rechtszaak.

Middeleeuwse vrouwen botsten nog vaak op obstakels wanneer ze hun partner vrij wilden kiezen of een gedwongen huwelijk wilden aanklagen. Met de nadruk op toestemming zette de kerk een belangrijke stap in de goede richting, maar diepgewortelde mysogiene opvattingen over eerbaarheid en seksuele zuiverheid verhinderden de toepassing van die wetgeving in de praktijk. Ondanks de vooruitstrevende regels, ging er dus toch nog heel wat mis, iets wat ons ook vandaag bekend in de oren klinkt. Uit de resultaten van een enquête over seksueel geweld in België door Amnesty International uit 2019 blijkt dat heel wat mensen dronkenschap, een gebrek aan een expliciete nee en het dragen van uitdagende kledij nog steeds als verzachtende omstandigheden bij verkrachting zien. Om paal en perk te stellen aan seksueel geweld en de vergoeilijking ervan, zijn dus diepere maatschappelijke omwentellingen nodig dan een strenge wetgeving, in de middeleeuwen, maar ook vandaag.

Chanelle Delameillieure is genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup. Ontdek meer over haar onderzoek op www.phdcup.be.