Donorbloed beter bewaren dankzij antivriesalcohol

12 februari 2014 door Eos-redactie
Britse onderzoekers hebben een nieuwe methode ontwikkeld om bloed te bewaren bij extreem lage temperaturen, zonder dat er schadelijke ijskristallen ontstaan.

Britse onderzoekers hebben een nieuwe methode ontwikkeld om bloed te bewaren bij extreem lage temperaturen, zonder dat er schadelijke ijskristallen ontstaan.

Daarvoor spiekten de onderzoekers van de University of Warwick bij vissoorten die in ijskoud water leven, zoals de poolkabeljauw. De dieren beschermen hun bloed met een soort antivriesproteïnen. Uit de studie, gepubliceerd in het vakblad Nature Communications, bleek dat polyvinylalcohol, een synthetisch polymeer dat onder andere in houtlijm zit, sterk lijkt op die proteïnen.

Afgetapt bloed wordt in de meeste gevallen bewaard in een koelkast, maar daar blijft het goedje maar een maand houdbaar. Ziekenhuizen moeten dus voortdurend op jacht naar nieuwe donoren. Daarom, en vanwege het groeiende aantal biobanken en stamceldonoren, proberen wetenschappers nieuwe bewaarmethodes uit te vissen.

Diepgevroren bloed

Cryopreservatie biedt een uitweg. Bij cryopreservatie worden substanties opgeslagen onder extreem lage temperaturen, meestal kouder dan -100°C. Onder meer in de Verenigde Staten wordt die techniek al toegepast om bloed te bewaren.

Het nadeel is dat medici grote hoeveelheden organisch oplosmiddel of ‘solvent’ moeten toevoegen: tot een liter solvent per liter bloed. Het oplosmiddel voorkomt dat er zich ijskristallen vormen die de bloedcellen beschadigen. Maar tijdens het ontdooiproces kan het dagen duren om het oplosmiddel en het bloed weer van elkaar te scheiden.

Met polyvinylalcohol lijkt dat probleem van de baan. Zo zou er amper 0,1% polyvinyalcohol in het bloed nodig zijn om het veilig te bewaren. Bovendien hoeven artsen de stof niet te verwijderen na de ontdooiing. (adw)