Gg-mais wordt ook in het veld groter

17 december 2012 door Eos-redactie

Genetisch gewijzigde maïsplanten worden ook in het veld groter dan gewone maïs, blijkt uit een eerste veldproef van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie.

Genetisch gewijzigde maïsplanten worden ook in het veld groter dan gewone maïs en leveren langere bladeren op. Dat leert een eerste veldproef van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB).


Op 25 mei startte het VIB een drie jaar durende veldproef met genetisch gewijzigde maïsplanten. De planten hebben een verhoogde productie van het enzym GA20-oxidase, dat betrokken is in de aanmaak van het plantenhormoon gibberelline. Dat hormoon is van nature aanwezig in planten en stimuleert onder meer de groei van plantencellen. Planten met meer van dat enzym zouden dus harder moeten groeien.
 

In het lab bleek die hypothese alvast te kloppen: wetenschappers van het VIB stelden vast dat gg-maïsplanten tot 40 procent groter worden dan de controleplanten. Veldproeven moeten nu uitmaken of de planten buiten het lab datzelfde patroon vertonen. Een eerste veldproef heeft die laboratoriumresultaten nu bevestigd. 'In vergelijking met de controleplanten waren de bladeren van de GA20-oxidase maïsplanten 30 tot 60 procent langer, terwijl de genetisch gewijzigde maïsplanten bijna 40 procent groter waren', legt onderzoeker Hilde Nelissen van VIB uit.

De veldproef met het maïs wordt herhaald in 2013 en 2014. De maïsplanten zullen dan in verschillende dichtheden worden aangeplant om te achterhalen of de genetisch gewijzigde maïsplanten kunnen bijdragen tot een hogere opbrengst per hectare. De onderzoekers wijzen er ook op dat de opgedane kennis niet alleen belangrijk is in verband met de teelt van genetisch gewijzigde gewassen, maar evengoed gebruikt kan worden in de klassieke verdeling om oogsten te verbeteren.
 

Milieuorganisaties zien het genetisch wijzigen van gewassen doorgaans minder positief tegemoet. Zij vrezen dat de gg-planten schade berokkenen aan de natuur en aan de biologische landbouw.