Hoe veilig is e-roken?

26 augustus 2014 door DFM

De Wereldgezondheidsorganisatie WHO bepleit in een nieuw rapport strengere regels voor de elektronische sigaret. Wat is er ongezond aan het roken zonder rook?

De Wereldgezondheids- organisatie WHO bepleit in een nieuw rapport strengere regels voor de elektronische sigaret. Wat is er zo ongezond aan het roken zonder rook?

Al in 1971 werd reclame voor sigaretten in de VS van de televisie verbannen, maar een zelfverklaard gezonder alternatief mag voorlopig wel gewoon in primetime op de buis. De elektronische sigaret of e-sigaret stal begin dit jaar nog het voetlicht in spotjes voor de Super Bowl – de hoogdag van het American football – en in een komische sketch op de Golden Globes. Volgens de laatste peilingen is vandaag zowat 60 procent van de Amerikanen vertrouwd met het elegante, rookloze neefje van de sigaret.

Het is een vernuftig concept: al het genot van de traditionele sigaret zonder de traditionele risico’s. In een kleine verhitte spiraal in de e-sigaret verdampt een vloeistof met een snuifje nicotine erin. Als die damp wordt ingeademd, krijgt de ‘roker’ dezelfde bevrediging als bij een gewone sigaret – alleen hoeft hij zich niet bloot te stellen aan tabak, die bij verbranding in kankerverwekkend teer verandert. In de VS worden e-rokers bovendien niet naar de kou of de regen verbannen terwijl hun vrienden gezellig binnen blijven op restaurant, en de e-sigaret valt er vaak niet onder het rookverbod op openbare plaatsen.

Daarmee is niet gezegd dat e-sigaretten veilig zijn. Het staat alvast buiten kijf dat de nicotine die ze bevatten, verslavend werkt. Bovendien leeft de vrees dat de elektronische sigaret ex-rokers weer naar de conventionele sigaret zal lokken, dat ze gebruikers en omstanders blootstelt aan ongekende risico’s, en dat ze een makkelijk opstapje wordt voor tieners die later aan het experimenteren gaan met tabak en andere drugs.

Zowel in Europa als in Amerika worstelen de bevoegde instanties dus met heel wat vragen bij het ontwerpen van wetgeving ter zake. Jammer genoeg moeten ze zich uitspreken voor alle feiten bekend zijn. Vrije toegang stelt de bevolking bloot aan nog niet gekende gezondheidsrisico’s, maar misschien zijn strikte voorwaarden wel nadelig voor mensen die de conventionele – en gevaarlijkere – tabak proberen af te zweren.

Eerste trekjes

De huidige uitvoering van de e-sigaret werd in 2003 bedacht en op de markt gebracht door een Chinees apotheker, Hon Lik. In de Verenigde Staten sloeg het fenomeen zo’n zeven jaar geleden aan. Eerder werd in 1965 al eens een ‘rookloze, tabakloze sigaret’ gepatenteerd, maar die sloeg niet aan.

Initieel probeerde het Amerikaanse voedselagentschap, de FDA (Food and Drug Administration), de e-sigaret te reguleren als een toestel dat geneesmiddelen toedient – in de wetgeving bekend als voorwerpen ‘bedoeld om de structuur of enige functie van het lichaam te beïnvloeden’. Daarop deed e-sigarettenproducent NJOY het voedselagentschap een proces aan. Het bedrijf voerde aan dat apparaten die nicotine bevatten, gelijkaardig zijn aan tabaksproducten. In december 2010 verklaarde het federale gerechtshof het agentschap onbevoegd voor e-sigaretten, met als argument dat ze enkel de recreatieve voordelen van de reguliere sigaret bieden. Die wettige beslissing zette het licht op groen voor de verkoop van e-sigaretten, maar veel vragen over hun veiligheid bleven onbeantwoord.

In plaats van kankerverwekkende tabak bevatten e-sigaretten doorgaans drie hoofdingrediënten: nicotine, een smaakstof en propyleenglycol – een stroperige synthetische vloeistof die aan voedsel, cosmetica en sommige medicijnen wordt toegevoegd om water op te slorpen en te voorkomen dat ze uitdrogen. Het belangrijkste bewezen gevaar van nicotine is dat het opwekkende middel bijzonder verslavend is, maar nieuw onderzoek legt ook het verband met schade aan het immuunsysteem. Propyleenglycol werd in 1997 door het FDA als veilig erkend, maar vooralsnog weten we te weinig om e-sigaretten groen licht te kunnen geven.

Zo wordt propyleenglycol bijvoorbeeld doorgaans opgegeten (in cakejes, limonade en sladressing) of op het lichaam gesmeerd (in zeep, shampoo en deodorant). Of je het ook veilig kan inademen, is nog niet geweten. Veel dingen die je probleemloos kan opeten – zoals bloem – kunnen de longen beschadigen als je ze inademt. Niemand weet of propyleenglycol in die categorie valt. ‘We weten nog maar weinig over wat blootstelling aan de lucht met propyleenglycol doet’, staat te lezen op de website van het ATSDR, het Amerikaanse agentschap voor toxische substanties. Een rapport van het agentschap uit 2008 refereert slechts aan een paar onderzoeksresultaten over die inademingsrisico’s – stuk voor stuk van studies die met laboratoriumdieren werkten, niet met mensen.

In de dampen van de elektronische sigaret zitten kankerverwekkende stoffen en minuscule deeltjes tin, chroom en nikkel

Behalve over de drie hoofdingrediënten maken sommige wetenschappers zich ook zorgen over de bijwerkingen van het verhitten van de sigaretten en de verdampte vloeistof. Volgens verschillende studies zou de damp kankerverwekkende stoffen bevatten, en minuscule partikeltjes tin, chroom, nikkel en andere zware metalen. In voldoende grote concentratie kunnen die metaaldeeltjes de longen beschadigen. Ze schilferen waarschijnlijk af van de soldeernaden of van de metalen spiraal als de e-sigaret verhit wordt. Omdat ze zo klein zijn, kunnen die nanopartikels tot diep in de longen raken, met een negatief effect op astma, bronchitis (een ontsteking van de buisjes die lucht in en uit de longen voeren) en emfyseem (waarbij de talloze luchtzakjes in de longen kapot gaan en de patiënt kortademig wordt). Tot dusver beschikken we over onvoldoende cijfergegevens om met zekerheid te kunnen stellen of de e-sigaret deze aandoeningen verergert.

'Klinische proef'

Vorige zomer verkondigde Craig Weiss, de voorzitter en manager van NJOY, op de Amerikaanse publieke radio hoe veilig e-sigaretten zijn. Dat zou blijken uit de resultaten van ‘klinische proeven’ die binnenkort in de vakliteratuur zouden verschijnen. Toen Scientific American de studie opvroeg, ontvingen we het ontwerp van een klein onderzoek over het effect van e-sigaretten op de afname van het roken op korte termijn – niet het soort grootschalige, langlopende, zorgvuldig opgezette en uitgevoerde studie die de gouden standaard is geworden in de geneeskunde. ‘Het is geen onderzoek waarmee een geneesmiddel goedgekeurd zou worden’, geeft hoofdwetenschapper Joshua Rabinowitz van NJOY toe, maar een klinische proef ‘wordt gedefinieerd als een test van de biologische reactie bij de mens in een klinische omgeving, en dat is precies wat dit was’.

WHO wil verbod
Volgens de gezondheidsorganisatie van de VN zou de e-sigaret niet binnen moeten worden gebruikt, vanwege het effect op anderen van meeroken, en overheden zouden reclames voor e-sigaretten moeten inperken. Verder moeten drank-, fruit- en snoepsmaken verboden worden. Ook wil de WHO een verbod op het verkopen van de e-sigaret aan jongeren. De organisatie maakt zich verder zorgen dat de internationale tabaksindustrie een groot aandeel heeft in de handel in e-sigaretten. Ook zegt de WHO dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat de e-sigaret mensen van de gewone sigaret afhelpt, wat wel vaak als verkoopargument wordt gebruikt. De Verenigde Staten hebben plannen om de verkoop van de e-sigaret aan jongeren onder de 18 jaar te verbieden. Ook willen de VS dat er gezondheidswaarschuwingen op de producten komen én dat bekend wordt wat erin zit. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) meldde in april dat op 7 op de 10 navulverpakkingen voor elektronische sigaretten niet duidelijk wordt vermeld dat het goedje giftig is. Er zou volgens de NVWA een symbool van een doodshoofdje op de verpakkingen moeten staan om dat aan te geven. Op 108 van de 151 verpakkingen met nicotine stond het symbool niet, terwijl dat verplicht is.

Pogingen om de lacunes in de onderzoeksliteratuur te vullen, lopen niet van een leien dakje. Bij het onderzoek naar tabakssigaretten simuleren rookmachines hoe frequent de gemiddelde roker een trekje neemt, en hoeveel rook bij elke teug wordt ingeademd. Maar hoeveel damp een e-roker gemiddeld inademt, is nog niet berekend, dus onderzoekers werken met uiteenlopende referentiecijfers. Dat maakt het lastig de resultaten te vergelijken.

Ook wat er met die damp gebeurt eenmaal hij ingeademd is, valt moeilijk te achterhalen. Als het menselijk lichaam een vreemde stof afbreekt, vinden we doorgaans chemische bijproducten in de haren of de urine die iets vertellen over de wisselwerking met de lichaamscellen. Dat geldt voor nicotine, maar voor propyleenglycol heeft niemand tot nu toe vastgesteld wat die relevante bijproducten zijn en hoe we ze kunnen vinden.

Het heeft dus heel wat voeten in de aarde om de veiligheid van e-sigaretten te testen, en ondertussen worden de apparaatjes steeds populairder bij tieners. Volgens recent onderzoek van de Centers for Disease Control and Prevention verdubbelde het aantal e-rokende jongeren op de Amerikaanse middelbare scholen van 4,7 procent in 2011 tot 10 procent in 2012. Minstens 160.000 scholieren die nog nooit een gewone sigaret hadden aangeraakt, hebben zich aan de e-sigaret gewaagd.

Een ander onderzoek stelde vast dat wie e-sigaretten rookt, meer kans loopt om ook tabak te proberen. De sigaretten – met kindvriendelijke smaakjes zoals chocolade, kauwgom en gummibeer – zijn online en in winkelcentra te koop, waar minderjarigen ze makkelijk kunnen vinden.

Wetgevende mijlpalen die jongeren in Amerika beschermen tegen conventionele sigaretten, zoals het verkoopverbod aan minderjarigen en het verbod op reclame gericht op tieners, gelden niet voor de e-sigaret. In een poging die situatie recht te trekken, ondertekenden 40 procureurs-generaal in september een brief aan het FDA, waarin ze aandrongen op ‘onmiddellijke wetgevende controle over de e-sigaret, een steeds breder gebruikt, verslavend product’.

Wilde Westen

De Verenigde Staten hinkt duidelijk achter op het vlak van klare en duidelijke wetgeving voor de verkoop en de consumptie van e-sigaretten. In Canada is het illegaal e-sigaretten gevuld met nicotine-oplossing te verkopen in de winkel, al wordt die regelgeving niet strikt gecontroleerd, en kunnen klanten de flesjes nicotine online kopen.

In Europa is de situatie iets beter. Bij het ter perse gaan van dit artikel had het Europees Parlement een verbod op reclame voor e-sigaretten goedgekeurd, dat wellicht gesteund zal worden door de Europese lidstaten. Het verbod zou ingaan halfweg 2016.

Zonder wetgevend kader is Amerika het ‘Wilde Westen’ voor e-sigarettenproducenten, zegt directeur Stanton Glantz van het Center for Tobacco Control Research and Education van de Universiteit van Californië, een zelfverklaard e-sigaretpessimist. Gezien het gebrek aan gezondheidsdata zou het verbod op roken in publieke gebouwen volgens hem ook voor de e-sigaret moeten gelden. ‘Een van de fundamentele problemen is dat je door de geringe kwaliteitscontrole nooit zeker weet wat je krijgt’, legt hij uit. Als de e-sigaret aan banden wordt gelegd, zo voeren tegenstanders van striktere regelgeving dan weer aan, zal dat meer mensen naar de conventionele sigaret doen grijpen.

Terwijl het debat voortwoedt, kopen grote tabaksimperia gretig e-sigarettenbedrijven op. Ze pompen miljoenen dollars in de markt met een mooie toekomst voor het e-roken als inzet. Meer dan honderd e-sigarettenfabrikanten lopen elkaar vandaag voor de voeten voor de klandizie van rokers en niet-rokers. Hun succes staat of valt met de premisse dat e-sigaretten gezonder zijn dan traditionele sigaretten. Bedrijven tekenen graag een zwart-witplaatje van een nieuw tijdperk van veilig roken. Maar de veiligheid van de e-sigaret blijft voorlopig in nevelen gehuld.

Dit is een update van een artikel dat eerder verscheen in Eos (mei, 2014).