Hoofdhuidkoeling wordt te weinig toegepast

16 september 2013 door Eos-redactie

De helft van de kankerpatiënten die een chemobehandeling krijgen, zouden door hoofdhuidkoeling minder last hebben van haaruitval.

De helft van de kankerpatiënten die een chemobehandeling krijgen, zouden door hoofdhuidkoeling minder last hebben van haaruitval.

Chemotherapie wordt toegepast om kankercellen te doden. Maar ook andere sneldelende cellen, zoals haarwortelcellen, kunnen erdoor worden beschadigd, wat zich vertaalt in haaruitval. De enige methode om dit te voorkomen, is koeling van de hoofdhuid met een speciale koelkap. Koeling verlaagt namelijk de activiteit van de haarwortelcellen en zorgt voor minder bloedtoevoer ernaartoe, waardoor ze minder schadelijke stoffen opnemen.

Toch krijgt maar een beperkt aantal patiënten deze behandeling. In veel ziekenhuizen wordt hoofdhuidkoeling alleen voorgesteld aan vrouwen, omdat ervan uitgegaan wordt dat zij meer lijden onder haaruitval dan mannen. Bovendien wordt de koeling vaak voorbehouden voor vrouwen met borstkanker, terwijl ook patiënten met eierstok-, long- en prostaatkanker er baat bij zouden hebben.

De vrees dat de behandeling onveilig is doordat kankercellen zich zouden verschuilen in de gekoelde hoofdhuid, ze zo minder schadelijke stoffen zouden opnemen, en daardoor het risico op uitzaaiingen zou vergroten, is ongegrond, zo blijkt uit onderzoek aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Het risico op uitzaaiingen was zowel bij patiënten die hoofdhuidkoeling hadden gekregen als bij patiënten die ervoor hadden gepast hetzelfde, namelijk 0,5 procent.

Hoofdhuidkoeling kan wel milde bijwerkingen hebben, zoals hoofdpijn. Helaas hebben niet alle patiënten baat bij de techniek. Vooral de soort van chemotherapie en de dosis die ervan moet worden toegediend, bepaalt de effectiviteit ervan. (ev)