Kan kinderleukemie worden voorkomen?

12 december 2012 door Eos-redactie

Het verband tussen omgevingsinvloeden en kinderleukemie is veelal onduidelijk of betrekkelijk onzeker.

Het verband tussen omgevingsinvloeden en kinderleukemie is veelal onduidelijk of betrekkelijk onzeker.

Het gemiddelde aantal nieuwe gevallen van kinderleukemie, een vorm van kanker in het bloedvormende systeem van het lichaam, ligt in België rond de 80 en in Nederland rond de 140. De ziekte wordt veroorzaakt door een complex samenspel van genetische factoren enerzijds, en natuurlijke of door de mens geproduceerde omgevingsinvloeden anderzijds. Omdat het aantal gevallen in het laatste decennium van de twintigste eeuw leek te stijgen, vroegen velen zich af of dit kon samenhangen met een verhoogde blootstelling aan schadelijke omgevingsfactoren. Daarom brachten de Belgische Hoge Gezondheidsraad en de Nederlandse Gezondheidsraad alle wetenschappelijke kennis over het oorzakelijk verband tussen omgevingsfactoren en kinderleukemie in kaart.

Hun belangrijkste conclusie is dat de meeste gevallen van kinderleukemie niet verklaard kunnen worden en dat slechts een klein deel kan worden voorkomen. Eigenlijk is alleen voor ioniserende straling een oorzakelijk verband met kinderleukemie aangetoond. Deze straling komt meestal natuurlijk voor, en kan, met uitzondering van het edelgas radon, niet worden verminderd. In sommige gevallen is de straling afkomstig van menselijke activiteiten, zoals medische toepassingen, waaronder röntgenfoto’s en in het bijzonder CT-scans. Voor deze gevallen van medische diagnostiek raden beide gezondheidsraden aan om de risico’s en de voordelen zorgvuldiger af te wegen.

Verder beoordelen de gezondheidsraden dat het verband tussen kinderleukemie en de blootstelling aan benzeen niet meer dan ‘waarschijnlijk’ is, en dat het verband tussen rokende ouders en kinderleukemie, net zoals het verband tussen de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen en kinderleukemie maar ‘mogelijk tot waarschijnlijk’ is, en dat voor het merendeel van de overige fysische, chemische of andere omgevingsinvloeden die bestudeerd zijn, het verband met kinderleukemie niet sterker is dan ‘mogelijk’, ‘onzeker’ of ‘onbekend’. Dat laatste geldt ook voor de elektromagnetische velden in de buurt van hoogspanningslijnen. De mogelijkheden voor beschermende maatregelen tegen kinderleukemie zijn volgens de gezondheidsraden beperkt. Alleen het krijgen van borstvoeding, het bezoeken van een kinderdagverblijf en het contact met andere jonge kinderen heeft ‘waarschijnlijk’ een beschermende invloed.

Op basis van deze gegevens raden beide gezondheidsraden het volgende aan:

- Het is van belang om de blootstelling aan ioniserende straling voor medische doeleinden bij zwangere vrouwen en jonge kinderen te verminderen.

- Hoewel een oorzakelijk verband met de huidige blootstelling aan echografieën - die routinematig tijdens de zwangerschap worden gemaakt

- onwaarschijnlijk wordt geacht, zouden echo’s niet mogen worden aangeboden zonder medische indicatie, om zo de blootstelling aan ultrageluid te beperken.

- Een belangrijke maatregel is om de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen te beperken, in het bijzonder voor zwangere vrouwen op het werk en thuis, en voor vrouwen die zwanger willen worden. Beide groepen zouden niet met bestrijdingsmiddelen mogen werken, of extra beschermingsmaatregelen moeten nemen.

- Omwille van het mogelijke verband tussen roken (zowel van tabak als marihuana) en kinderleukemie, wordt ouders aangeraden van roken af te zien, in het bijzonder in de periode voor de conceptie en tijdens de zwangerschap.

- Omwille van de onzekerheid over een oorzakelijk verband met kinderleukemie, is het aan te raden dat zwangere vrouwen geen vlees eten dat is behandeld met nitriet, zoals ham, spek en worst.

- Aangezien borstvoeding mogelijk beschermt tegen kinderleukemie, wordt moeders aangeraden borstvoeding te geven tot de leeftijd van zes maanden.