Kankertherapie is slecht voor het hart

Kinderen die kanker overleven, lopen later een hoger risico op hartaandoeningen.

Anthracyclines, een vorm van chemotherapie, worden vaak ingezet om verschillende soorten van kanker te behandelen. Dat ze het risico op hartaandoeningen verhogen, is al een tijdje gekend. Maar omdat de behandeling bij veel patiënten noodzakelijk is, kunnen die risicofactoren niet worden vermeden. Uit nieuw onderzoek blijkt dat kankerpatiënten ook andere aandoeningen ontwikkelen die op termijn kunnen leiden tot hartproblemen. En die aandoeningen kunnen wel worden voorkomen. 

Onderzoekers van de American Heart Association bestudeerden de gegevens van 7.300 patiënten bij wie rond hun zevende kanker was vastgesteld en die met succes waren behandeld. Ze vergeleken elk kind dat de ziekte al langer dan 5 jaar had overleefd met 5 kinderen die geen kanker hadden gehad. Die hadden telkens dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht en ze waren afkomstig uit dezelfde regio.  

De onderzoekers stelden vast dat het aantal voormalige kankerpatiënten tot drie keer meer risico liep op hartaandoeningen dan de controlegroep. Keken ze alleen naar hartfalen, dan was hun risico zelfs 10 keer groter. Ze stelden ook vast dat niet alleen overlevenden die de hoogste dosis anthracyclines hadden gekregen het hoogste risico liepen om op latere leeftijd hartproblemen te krijgen. Dat gold ook voor de patiënten die later diabetes, een hoge bloeddruk of beide ontwikkelden. 

Wie kanker overleeft, lijkt een hoger risico te lopen op metabole aandoeningen zoals diabetes, een hoge bloeddruk en ongezonde hoeveelheden vet in het bloed. En deze risicofactoren lijken te interageren met chemotherapie en bestraling op een manier die toxisch kan zijn voor het hart, het vroegtijdig kan laten verouderen, en de ontwikkeling van een hartaandoening kan bevorderen. 

De onderzoekers adviseren artsen om meer aandacht te hebben voor deze risicofactoren die ze wel kunnen beïnvloeden.