'Korting op gezonde voeding betere maatregel dan belasting op ongezonde'

De Nederlandse gezondheidsexpert Jaap Seidell en de Belgische arts Luc Bonneux hebben grote bedenkingen bij de suikertaks.

De suikertaks: voor de een is het een goedbedoelde ingreep van de regering om de bevolking gezonder te maken, voor de ander een noodzakelijk kwaad dat er vooral op gericht is de staatskas te spijzen. Maandagavond debatteerden de Nederlandse gezondheidsexpert Jaap Seidell en de Belgische arts Luc Bonneux over het thema. Dat gebeurde in de Gentse Handelsbeurs, waar Eos’ debatavond Grijze Cellen plaatsvond.

Moet de overheid ingrijpen om de gezondheid van haar burgers te beschermen. En zo ja, wat moet of kan ze dan (nog meer) doen? Voor Seidell is een taks op suikerhoudende dranken alvast een goede zaak, en het absolute minimum. ‘Een taks van één cent per blikje is veel te weinig. Die prijsverhoging gaat ons consumeergedrag absoluut niet veranderen.’

Seidell is hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en deed in het verleden al onderzoek naar zogenoemde ‘prijselasticiteit’: hoe populair of onpopulair wordt een product nadat de prijs ervan is aangepast? ‘Uit onze studies blijkt dat de prijs van suikerhoudende dranken minstens met een kwart omhoog moet om een effect te bewerkstelligen.

Gezond moet goedkoper

Maar dat niet alleen: je moet de gezondheidsvariant ook goedkoper maken. Water kost nu in een automaat pakweg twee euro, evenveel als de frisdrank. Maak je de frisdrank 2,50 euro en het water 1,50 euro, dan zullen sommige kinderen voor het water kiezen. Helemaal mooi wordt het als de overheid vervolgens de inkomsten van die suikertaksen gebruikt om gezondheidsbevorderende maatregelen te nemen.’

Zowel Seidell als Bonneux zien een belangrijke taak weggelegd voor de scholen. Die moeten kinderen aanleren wat gezond is en wat niet, en moeten hen in beweging zetten en houden. ‘Als water en cola in de schoolautomaat evenveel kosten, dan kiezen kinderen voor die laatste optie’, aldus Seidell. ‘Onder je 25e kan je nog niet omgaan met die verantwoordelijkheid en dat langetermijndenken.’ ‘Een fonteintje met gratis water, zou elke school moeten hebben’, vult Bonneux aan.

Kleinere porties

Maar een prijsbeleid vormt niet de enige manier waarop de overheid mensen gezonder kan doen eten. De groottes van porties reguleren, is nog zoiets. ‘Ik moet bekennen dat ik een verslaving heb’, zegt Luc Bonneux. ‘Ik ben verslaafd aan paprikachips. Als ik een zak opentrek, dan sla ik die helemaal achterover. Ik vind dat niet leuk, maar het is sterker dan mezelf. Daarom koop ik alleen nog maar kleine zakjes. Dat kan in België, maar niet in Nederland. De staat zou die reuzenporties moeten bannen.’

Datzelfde zie je bijvoorbeeld in bioscopen. De omvang van de popcornemmers varieert er van groot naar heel groot naar extreem groot. ‘En die porties eet je op, natuurlijk’, aldus Seidell. ‘Onderzoek toont aan dat als mensen tussen verschillende portiegroottes kiezen, ze meestal de middelste nemen. Als je de middelste dus kleiner maakt, nemen de mensen daar genoegen mee. En ze zullen evengoed ‘vol’ zitten.’

Nog beter zou zijn om de standaardkeuze de gezonde keuze te maken – het zogeheten libertijns paternalisme. Iets wat tegenwoordig nog veel te weinig wordt toegepast, volgens Jaap Seidell. ‘Toen ik van Nederland naar België reed, ben ik in beide landen een keertje gestopt bij een tankstation. Maar in geen van de twee vond ik zo gauw gezond eten.’

Te goedkoop

Ongezond voedsel is overal beschikbaar, en volgens Seidell veel te goedkoop. ‘Een econoom berekende eens wat de echte prijs van een hamburger is. Hij hield rekening met waterverbruik, landgebruik, veevoeder, klimaatverandering, milieugevolgen, gezondheidseffecten en noem maar op. Tel je dat alles samen, en dan kom je op 150 dollar uit. En toch kost een Big Mac maar 4 dollar.’

Wat de overheid wel al verplicht aan fabrikanten, is dat ze tal van informatie op hun voedselverpakkingen neerpennen. Ingrediënten, voedingswaarden en percentages van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid, om er maar enkele te noemen. Maar die gegevens interpreteren, vereist ingewikkelde rekensommen die mensen met een lage opleiding niet maken, stelt Seidell. Terwijl juist die mensen op het vlak van gezondheid van achterophinken. ‘In achterstandswijken ligt de levensverwachting vijf jaar lager dan het gemiddelde. De gezonde levensverwachting – het aantal gezonde levensjaren – verschilt zelfs vijftien jaar. Dat heeft voor een groot deel te maken met obesitas.’

Verbieden dan maar?

Moeten we frisdranken en ongezonde voeding dan misschien helemaal verbieden? ‘Dat is heel erg lastig’, denkt Seidell. ‘Want waar trek je de grens? Fruitsappen zijn eigenlijk even slecht, siropen ook. Er is geen tweedeling tussen ziekmakend en gezond. Je hebt schakeringen. Dus wat verbied je dan?’

Luc Bonneux is hoe dan ook niet wild van al te extreme stellingen. Voor hem mogen kinderen best wel frisdrank drinken. Te veel regeltjes en gezondheidsadviezen verzandt na verloop van tijd in wat hij paranoid parenting noemt. Kinderen mogen dan helemaal niets meer. ‘Zolang ze er maar een actieve levensstijl op nahouden, kan wat frisdrank geen kwaad. Als ze dus de kans krijgen om buiten te spelen en ze niet de hele dag achter een beeldscherm zitten. Een taks op beeldschermen, dat is misschien nog een idee’, lacht hij.

Eigen verantwoordelijkheid

Tot slot gaan er ook stemmen op die zeggen dat mensen maar zelf moeten opdraaien voor hun ongezonde levensstijl. Een patiënt met obesitas die weigert om ongezonde voeding te bannen? Die heeft geen recht meer op een ziekteverzekering. Uit een enquête bij 1.300 Nederlandse artsen blijkt dat een derde van hen wel iets ziet in dat plan.

Maar Bonneux en Seidell vinden het te ver gaan. Bonneux: ‘Het principe van humane geneeskunde luidt: soms genezen, vaak verlichten, altijd verzorgen. Artsen die met dit soort voorstellen afkomen, zou ik onmiddellijk schorsen. Geneeskunde is gebaseerd op mededogen met de lijdende mens. En daarbij: gezondheid is het eindresultaat van de omgeving waarin je opgroeit én van toeval, heel veel toeval.’

‘David Cameron (de Britse premier, red.) is daar heel sterk in’, gaat Seidell verder. ‘Ben je arm, verslaafd of te dik? Eigen schuld, zegt hij dan. Draai zelf maar op voor de kosten. Dat is natuurlijk een elitaire, 17de-eeuwse opvatting. We weten dat het onzin is. Het hangt er allemaal van af waar je toevallig geboren bent. Ik ben het er zeer mee oneens dat je mensen daar zelf voor moet laten opdraaien. Je vergroot de sociale ongelijkheid.'