Malaria stoppen met antistoffen

13 februari 2018 door EV

Wie besmet wordt met malaria, geeft de parasiet door aan nieuwe muggen die weer andere personen besmetten. Menselijke antistoffen kunnen die verspreiding helpen voorkomen.

Een vrouwelijke malariamug voedt zich met een bloedmaal. Het is besmet met malariaparasieten, maar bevat ook menselijke antistoffen. Foto: Fabien Beilhe.

Malaria is een ziekte die zich heel efficiënt verspreidt. De huidige medicijnen kunnen die verspreiding nauwelijks tegengaan, omdat de parasieten ook tijdens de behandeling nog lang in het bloed van een patiënt blijven zitten. Onbesmette muggen die een besmette patiënt steken, kunnen de parasiet opzuigen. In hun maag bevruchten mannelijke en vrouwelijke parasieten elkaar, waarna ze nakomelingen krijgen die via een steek van de mug weer naar de mens overgaan. Eén patiënt kan zo zorgen voor meer dan honderd nieuwe malariagevallen.

Voorkomen dat besmette mensen nieuwe muggen besmetten, is dus belangrijk om malaria uit te roeien. Daar is nu een oplossing voor gevonden. Sommige personen die met malaria besmet raken, ontwikkelen na een infectie een afweerreactie. De antistoffen die de patiënten dan aanmaken, kunnen hen beschermen bij een volgende besmetting. Nu blijkt dat die antistoffen ook verdere verspreiding kunnen voorkomen, doordat de antistoffen door nieuwe muggen worden opgezogen. Die schakelen de parasieten in de muggenmaag uit of voorkomen de bevruchting ervan.

Eén patiënt kan zorgen voor meer dan honderd nieuwe malariagevallen

Malariaonderzoeker Teun Bousema van het Radboudumc ontdekte met collega’s van de London School of Hygiene & Tropical Medicine dat een op de vijfentwintig patiënten op deze manier de verspreiding van malaria volledig kan voorkomen. Ze ontrafelden de afweereiwitten die hiervoor zorgen. De onderzoekers hopen dat ze met een aantal daarvan een vaccin kunnen ontwikkelen dat de verspreiding van malaria kan voorkomen.