Mensen, niet de wetenschap, beslissen wanneer een pandemie voorbij is

Alle pandemieën eindigen uiteindelijk. Maar hoe zullen we precies weten wanneer de covid-19-pandemie echt voorbij is? Het antwoord op die vraag ligt meer in de sociologie dan in de epidemiologie.

Nu het twee jaar geleden is dat de Wereldgezondheidsorganisatie de covid-pandemie uitriep, lijkt er een keerpunt te komen. Het aantal covidgevallen en -doden neemt in grote delen van de wereld gestaag af, en naar schatting is een groot percentage van de mensen tot op zekere hoogte immuun voor SARS-CoV-2, het virus dat de ziekte veroorzaakt, door een besmetting met het virus of door vaccinatie. Hoewel SARS-CoV-2 waarschijnlijk altijd op een bepaald niveau zal blijven circuleren, geloven sommigen - maar niet iedereen - steeds meer dat de acute fase van de pandemie aan het afnemen is.

‘Ik geloof dat pandemieën deels eindigen omdat mensen ze voor beëindigd verklaren’, zegt Marion Dorsey, universitair hoofddocent geschiedenis aan de Universiteit van New Hampshire, die pandemieën uit het verleden bestudeert, waaronder de verwoestende grieppandemie van 1918. Natuurlijk, merkt zij op, is er ook een epidemiologische component, die wordt gekenmerkt door het punt waarop een ziekte nog steeds circuleert, maar niet langer grote pieken veroorzaakt in ernstige ziekte of sterfte. Dit wordt soms aangeduid als de overgang van een pandemische ziekte naar een endemische ziekte. Maar voor praktische doeleinden hangt de vraag wanneer deze overgang plaatsvindt grotendeels af van het menselijk gedrag.

‘Elke keer dat mensen zonder masker of voor hun plezier winkels binnenlopen, geven ze aan dat ze denken dat de pandemie aan het afnemen is, of zelfs voorbij is’, zegt Dorsey. ‘Of er nu wel of niet een officiële verklaring komt, ik denk niet dat iets echt betekenis heeft totdat we als samenleving doen alsof het zo is.’

‘Of er nu wel of niet een officiële verklaring komt, het heeft geen betekenis totdat we als samenleving doen alsof het voorbij is’

Auteur en historicus John M. Barry, die met The Great Influenza: The Story of the Deadliest Pandemic in History een van de meest definitieve kronieken over de pandemie van 1918 schreef, is tot een soortgelijke conclusie gekomen. Een pandemie eindigt ‘wanneer de mensen stoppen er aandacht aan te besteden’, zegt hij. De rest van de zaak is een combinatie van de virulentie van het virus, en de beschikbaarheid van vaccins en therapeutica. ‘We zijn bijna op dat punt’ met covid, voegt Barry eraan toe, hoewel vaccins en behandelingen voor veel mensen wereldwijd nog steeds buiten bereik zijn. Niettemin is het publiek steeds meer vermoeid geraakt door de beperkingen van het leven onder pandemische omstandigheden. ‘We zijn duidelijk uitgeput’, zegt Barry. Maar hij waarschuwt dat er een gevaar schuilt in te snel verdergaan met ons leven.

De  pandemie van 1918 - waarvan geschat wordt dat ze wereldwijd aan minstens 50 miljoen mensen het leven heeft gekost, hoewel nauwkeurige gegevens moeilijk te krijgen zijn - wordt vaak beschreven als bestaande uit drie golven. De eerste golf kwam in de lente van 1918, gevolgd door een beruchte dodelijke tweede golf in de herfst en dan een derde golf in de winter aan het begin van 1919, met gevallen die uiteindelijk afnamen tegen de zomer van dat jaar.

Maar Barry zegt dat een nieuwe variant opdook in 1920 en effectief een vierde golf veroorzaakte. Deze golf doodde in sommige steden meer mensen dan de tweede golf, ook al was er tegen die tijd al een wijdverbreide immuniteit tegen het virus. Hoewel veel steden en openbare instellingen tijdens de tweede en derde golf beperkingen oplegden, deed vrijwel niemand dat tijdens de vierde. Tegen 1921 was het aantal sterfgevallen door de griep teruggekeerd tot het niveau van vóór de pandemie. Maar te snel verdergaan was een vergissing, aldus Barry.

Uiteindelijk evolueerde de ziekteverwekker van de pandemie van 1918 (een H1N1-griepvirus) en werd hij minder virulent: het verloor veel van zijn vermogen om cellen in de longen te infecteren, waar het een dodelijke longontsteking kon veroorzaken. De Omicron-variant van SARS-CoV-2 lijkt ook een mildere ziekte te veroorzaken, hoewel het niet duidelijk is in hoeverre dat komt doordat het een deel van het vermogen van de eerdere varianten om de lagere luchtwegen te infecteren is kwijtgeraakt, of doordat meer mensen immuniteit hebben door vaccinatie of eerdere infectie.

Hoe verwoestend de pandemie van 1918 ook was, de geschiedenis lijkt de gruwelen ervan enigszins te zijn vergeten

Maar er is geen natuurwet die zegt dat een virus altijd moet evolueren om minder virulent te worden. Het is heel goed mogelijk dat een toekomstige variant even overdraagbaar is als omikron en ernstigere ziekte veroorzaakt. Het virus van 1918 veroorzaakte in de jaren daarna verschillende ernstige uitbraken, aldus Barry, die opmerkt dat één daarvan - een bijzonder hevig griepseizoen in 1928 - voor het Congres aanleiding was om in de Verenigde Staten het Hygiënisch Laboratorium uit te breiden en te reorganiseren tot wat nu het National Institutes of Health is.

Barry is vooralsnog voorzichtig optimistisch over covid. ‘Ik denk dat het meer dan waarschijnlijk is dat toekomstige varianten niet erger zullen zijn’, zegt hij. ‘In feite denk ik dat het waarschijnlijker is dat ze milder worden dan dat ze virulenter worden. Maar dat weten we niet. Het is een toevallige gebeurtenis. Ik denk dat we daar op lange termijn zullen uitkomen, maar dat betekent niet dat elk opduiken van het virus dezelfde kant op gaat.’

Het griepvirus van 1918 is nooit verdwenen (uiteindelijk is het overgegaan in de seizoensgriep), maar de meeste overlevenden zijn er enigszins immuun voor geworden en besloten gewoon verder te gaan met hun leven. ‘Er is een bepaald aantal besmetting waarmee we kunnen leven’, zegt Dorsey. Een andere factor die de pandemie uit het publieke bewustzijn hielp verdwijnen, was dat deze samenviel met het einde van de Eerste Wereldoorlog. Toenmalig president Woodrow Wilson en zijn regering waren meer gericht op het herstel van de oorlog, en dit slokte veel van de media-aandacht op in die tijd. ‘Vooral toen de griep in virulentie begon af te nemen’, zegt Dorsey, ‘was het gemakkelijker om aandacht aan de oorlog te besteden.’ Toen de griep geleidelijk minder hevig werd, kregen andere ziekten, zoals polio, veel meer aandacht.

Hoewel het onmogelijk is om een directe parallel te trekken met hoe de pandemie van 1918 eindigde, gaat covid misschien wel die kant op. Het is duidelijk dat het virus ons al eerder heeft verrast, aldus Dorsey. Zelfs nadat de directe dreiging is geweken, zal de samenleving waarschijnlijk nog jaren te maken hebben met de nasleep ervan. De vele mensen die familieleden hebben verloren en de legioenen gezondheidswerkers die getuige zijn geweest van een onvoorstelbare hoeveelheid dood en leed, zullen een rouw- en traumaverwerking ondergaan die het voor velen onmogelijk zal maken om verder te gaan met hun leven - zelfs als de rest van de wereld dat wel doet. En dan hebben we het nog niet over een potentiële vloedgolf van langdurige of long covid, waarvan de samenleving de volledige effecten nog moet verwerken.

Hoe verwoestend de pandemie van 1918 ook was, de geschiedenis lijkt de gruwelen ervan enigszins te zijn vergeten. Barry denkt dat dat met covid niet snel meer zal gebeuren. ‘In 1918 stierven er voortdurend mensen aan besmettelijke ziekten, dus er was een zekere gewenning’, zegt hij. Dat is niet langer het geval in de moderne tijd. Covid heeft de samenleving al diepgaand en blijvend ontwricht. ‘Het heeft het leven van iedereen voor lange tijd veranderd’, zegt Barry, ‘en dat zal niet worden vergeten.’