Patiënt krijgt nier van donor met andere bloedgroep

19 september 2013 door Eos-redactie

Vlaamse nierspecialisten hebben met succes een niertransplantatie uitgevoerd waarbij patiënt en donor een verschillende bloedgroep hadden.

Vlaamse nierspecialisten hebben met succes een niertransplantatie uitgevoerd waarbij patiënt en donor een verschillende bloedgroep hadden. Ze filterden voordien antistoffen uit het lichaam van de nierpatiënt, waardoor afstotingsverschijnselen uitbleven.

Het Universitair Ziekenhuis van Leuven heeft een half jaar geleden met succes een eerste niertransplantatie uitgevoerd waarbij de nierpatiënt en de levende donor een verschillende bloedgroep hadden. Het UZ ontwikkelde hiervoor een techniek gebaseerd op procedures die de voorbije jaren in enkele buitenlandse pioniercentra werden uitgewerkt. Deze 'bloedgroep-incompatibele niertransplantatie' zal het aantal levende donaties sterk doen stijgen.

Vanwege de ernstige afstotingsverschijnselen was een niertransplantatie van een levende donor tot voor kort niet altijd mogelijk als de bloedgroep van donor en ontvanger niet compatibel waren. Zo kan iemand met bloedgroep O alleen een orgaan van een O-donor ontvangen. Het UZ Leuven past nu in dergelijke situaties een nieuwe procedure toe waarbij enkele weken voor de transplantatie de bloedgroep-antistoffen uit het lichaam worden weggefilterd.

Zes maanden na de eerste transplantatie stellen donor én ontvanger - een koppel - het uitstekend. Binnen afzienbare tijd vinden nieuwe van dergelijke ingrepen plaats.

Enkele decennia geleden werd al geëxperimenteerd met ‘bloedgroep-incompatibele niertransplantaties’. Omdat de gebruikte procedure zeer belastend was – onder meer de milt moest hierbij worden weggenomen – raakte ze niet ingeburgerd. De techniek die vandaag in het UZ Leuven wordt toegepast, veroorzaakt weinig ongemakken bij de patiënt.

Prof. Maarten Naesens, nefroloog van UZ Leuven, is ervan overtuigd dat de nieuwe procedure het aantal levende orgaandonaties zal doen toenemen. 'Levende donatie geeft betere resultaten, maar niet elke nierpatiënt heeft in zijn omgeving een bloedgroep-compatibele donor', zegt Naesens. 'Hij kan zich wel samen met zijn partner of een andere kandidaat-donor laten registreren in een nationaal register waarmee compatibele transplantatiekoppels kunnen worden samengesteld, maar ook dat biedt zelden een snelle oplossing. Wachten op een overleden donor duurt doorgaans erg lang en meestal is de patiënt dan al geruime tijd afhankelijk van dialyse. Bloedgroep-incompatibele niertransplantatie van een levende donor biedt in dat geval een goed alternatief.' (rvb)