Screening voorkomt longkankerdoden

25 februari 2013 door Eos-redactie

Een jaarlijkse screening van vijftigplussers die zwaar roken, kan 15 tot 30 procent van de longkankerdoden vermijden.

Een jaarlijkse screening van vijftigplussers die zwaar roken, kan 15 tot 30 procent van de longkanker- doden vermijden.

Epidemioloog Jiemin Ma van de American Cancer Society hield informatie over screening tegen het licht. Hij baseerde zich onder meer op een grootschalige studie naar longkankerscreening met lagedosis CT-scans. Daarbij kregen 53.000 rokers en ex-rokers jaarlijks drie scans of drie röntgenfoto’s van de longen. Dat laatste heeft het nadeel dat er slechts één foto wordt gemaakt, terwijl een CT-scan meerdere beelden oplevert, waarbij een tumor makkelijker op te sporen is. Deze studie concludeerde dat CT-scans 20% longkankerdoden kunnen voorkomen.

In een optimaal scenario kan dat 30% worden – waarbij in de VS jaarlijks 18.375 overlijdens worden vermeden, stelt Ma. In dat scenario daagt 100 procent van de doelgroep op voor de screening. Ook verbreedt Ma die doelgroep. Terwijl in de CT-scan-studie, die van 2002 tot 2009 liep, de proefpersonen tussen 55 en 74 waren en de rokers minstens vijftien jaar twee pakjes per dag rookten, of minstens dertig jaar één pakje per dag, opteert Ma voor 50-plussers, en voor tien jaar twee pakjes per dag of twintig jaar één pakje. Daagt maar 70 procent van de doelgroep op voor screening, dan zakt het vermeden dodenpercentage naar 15%.

De studie verscheen in het vakblad Cancer. Samen met een begeleidend artikel dat wijst op de nadelen van massascreening naar longkanker. Zo’n programma kost immers niet alleen veel (overheids)geld. Het levert ook erg veel vals-positieven op. Van de duizenden proefpersonen testte 24% postief in een van de drie jaarlijkse tests. Verder onderzoek wees uit dat 96% van hen opgelucht kon ademhalen omdat er niets aan de hand was. Een nationaal screeningsprogramma zou dus niet alleen veel doden voorkomen, maar ook heel wat mensen nodeloos ongerust maken en voor niets aan (mogelijk riskant) opvolgingsonderzoek onderwerpen. (lg)