Wereldwijde vergrijzing

20 augustus 2012 door Eos-redactie

Ook in ontwikkelingslanden worden mensen ouder. De wereldwijde werkende bevolking zal daardoor steeds meer gepensioneerden moeten ondersteunen.

Amerikaanse statistici hebben becijferd dat tegen 2050 de groep van 85-plussers wereldwijd veel sterker zal aangroeien dan wordt aangenomen. Tegelijk daalt het aantal werkende mensen die de gepensioneerden moeten ondersteunen.

De onderzoekers van University of Washington ontdekten dat vooral de groep van de ‘oudste oudjes’, 85 jaar of meer, sterker aangroeit dan wordt aangenomen. De evolutie beperkt zich niet tot de ontwikkelde landen, maar is een wereldwijd fenomeen. Omdat tegelijk het aantal werkende mensen wereldwijd niet zal stijgen, waarschuwen de Amerikanen dat in de toekomst nog minder werkende mensen voor nog meer gepensioneerden zullen moeten instaan. Een globaal vergrijzingsprobleem dus.

Grote aankomende landen zoals China en India maken ook op vlak van vergrijzing een enorme inhaalbeweging. In China zal het aantal werkende mensen per gepensioneerde (65 jaar of ouder) dalen van 7,9 in 2010 naar 2,2 in 2050 en 1,6 in 2100, een vergelijkbaar cijfer als vandaag in de meeste ontwikkelde landen. De verhouding daalt nog sterker in India, het land met op China na de grootste bevolking ter wereld, van 11,1 in 2010 naar 4,6 in 2050 en 2,0 in 2100.

De Belgische werkende bevolking - gepensioneerden verhouding van 3,4 naar 1,8. Dat betekent dat amper 1,8 werkende mensen zullen moeten instaan voor het pensioen van een oudere. Nederland staat voor een gelijkaardige uitdaging (van 4 naar 1,8), al is de huidige bevolking iets jonger dan de Belgische. Andere ontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten (4,6 naar 2,4) en Groot-Brittannië (3,6 naar 2,2) staan er iets beter voor. Crisislanden Spanje (3,7 naar 1,4) en Portugal (3,4 naar 1,2) krijgen het nog moeilijker om hun gepensioneerden te onderhouden. (kv)