Duurzame energie vraagt veel land: 'We moeten rekening houden met de impact op het landschap'

Elektriciteitsproductie vandaag neemt maar weinig landoppervlakte in beslag. Dat dreigt dramatisch om te slaan door de shift naar een koolstofarme energieproductie. Hernieuwbare energiebronnen vragen immers wel behoorlijk wat land.

De globale energieproductie heeft een enorme impact op de planeet, maar neemt slecht 0,4 procent van het ijsvrije landoppervlakte in beslag, haast niets in vergelijking met landbouw of infrastructuur. Maar dat verandert. De verschuiving naar koolstofarme energieproductie zet in op productiemethodes die wel veel land vragen, zoals waterkracht of windparken, land dat al langs alle kanten onder druk staat.

Vreemd genoeg blijft landgebruik grotendeels buiten beeld bij het uittekenen van de energieproductie van morgen, aldus Jessica Lovering die als gastdocent verbonden is aan de University of Michigan. Ze is gespecialiseerd in duurzaam energiebeleid en is hoofdauteur van een recente studie naar de impact van toekomstige elektriciteitsproductie op landgebruik. 'De plannen die nu op tafel liggen, gaan uit van een maximale reductie van de CO2-uitstoot aan een zo laag mogelijke kost. Landgebruik wordt vaak vergeten.'

Lovering en haar team onderzochten de impact op landgebruik van tien verschillende energieproductiescenario's. Ze keken naar de energiemix en de hoeveelheid land dat ieder productietype vraagt. In alle scenario's stijgt de inbeslagname op landoppervlakte sterk, maar de verschillen onderling zijn erg groot.

Biomassa grote slokop

Die variatie komt vooral doordat koolstofarme energiebronnen een erg verschillende voetafdruk hebben qua landgebruik. Nucleaire energie vraag slechts 7,1 hectare land om een terawatt (TW) per jaar te produceren. Biomassa specifiek gekweekt om energie op te wekken heeft dan weer een landbeslag van maar liefst 58 000 hectare per terawatt op jaarbasis nodig. Ter vergelijking, de totale vraag naar elektriciteit in België bedroeg vorig jaar ongeveer 83,7 TW.

'Biomassa die speciaal wordt geoogst om elektriciteit op te wekken heeft veruit het grootste grondbeslag', verduidelijkt Lovering. 'Ook waterkracht slokt heel wat land op. Wind en zonne-energie zijn eveneens landintensief, maar er bestaan manieren om hun impact te verminderen. Het probleem is dat veel plannen steunen op biomassa, omdat het op ieder moment energie kan leveren. De opbrengst is niet afhankelijk van weersomstandigheden zoals wind en zon die minder voorspelbaar zijn. Wind- en zonne-energie vragen bovendien een grote overcapaciteit om aan een constante vraag te voorzien, wat hun landbeslag aanzienlijk verhoogt.'

'Daarom dat men graag biomassa meeneemt in de energiemix, zonder echter stil te staan bij de gevolgen op vlak van landgebruik. Want hoewel er behoorlijk wat biomassa beschikbaar is uit reststromen van de landbouw of de houtproductie, zijn die absoluut onvoldoende om aan de geplande vraag te voldoen. Biomassa gekweekt omwille van energieproductie dreigt grote veranderingen in landgebruik te veroorzaken en te botsen met voedselproductie of natuurbehoud, een evolutie die we vandaag al zien.'

Landgebruik mee in rekening

Het landbeslag van niet-fossiele energiebronnen zal sterk toenemen, ongeacht de energiemix van morgen. Toch zijn er manieren om de druk op land in te perken, aldus Lovering. 'Nucleaire en geothermische energie vragen maar weinig oppervlakte. Zonne-energie op daken is een goede oplossing, zeker bij grootschalige toepassingen op daken van grote gebouwen. Bij de bouw van windmolens kan men kijken naar industriële gebieden of andere gronden die al in gebruik zijn. Wat biomassa betreft is het noodzakelijk eerst ten volle gebruik te maken van restproducten. Gekweekte biomassa zou een allerlaatste optie moeten zijn.'

'Wat we willen aantonen met ons onderzoek is dat landgebruik mee moet in de afweging hoe duurzaam een energiebron precies is, net als CO2-uitstoot. Het potentiële gebruik van land doet de ecologische voordelen van hernieuwbare energie niet teniet, maar we moeten rekening houden met de impact op het landschap en concurrentie met ander landgebruik.'