Eos Blogs

Lichtvervuiling doet de glimworm uitdoven

De mens heeft altijd al de nacht willen verlichten. Eerst met vuur, tegenwoordig met allerhande kunstlicht, met straatverlichting als voornaamste bron van lichtvervuiling. Glimwormen zijn er niet zo blij mee, want het belemmert de mannetjes in het vinden van een lichtgevende partner.

Kunstlicht deugt niet voor de glimworm

De glimworm is, in tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, eigenlijk een lichtgevende kever. In het Latijn klinkt zijn naam heel wat lyrischer: « Lampyris noctiluca » ofwel het “schitterende nachtlichtje”. Door hun op licht gebaseerde communicatie hebben deze dieren steeds tot de verbeelding gesproken. De vleugelloze vrouwtjes hebben een ‘bioluminescerend’ orgaan dat een groen licht geeft op basis van biologische reacties, aan de onderkant van hun achterlijf. Hiermee signaleren ze hun positie aan de vliegende mannetjes die naar hen op zoek zijn. De mannetjes zelf geven geen licht. De vrouwtjes blijven dit doen tot een mannetje hen vindt. Daarna paren ze, leggen ze hun eieren en vervolgens sterven de vrouwtjes.

Dit eeuwenoude biologische ritueel wordt nu verstoord door onze veelvuldig aanwezige straatverlichting. Wereldwijd neemt die hoeveelheid nachtelijke lichtvervuiling almaar toe: straatverlichting, verlichte reclameborden, voertuigverlichting en tal van andere lichtbronnen die horen bij verstedelijking en menselijke vestiging. De oude oranje straatlampen worden momenteel op grote schaal vervangen door witte LED-lampen, die energiezuiniger zijn en zorgen voor een betere zichtbaarheid voor de mens. In hoeverre worden de glimwormen door onze huidige straatverlichting in Vlaanderen nu juist verstoord?

Hoe gingen we te werk?

Dat wilden we onderzoeken aan de Universiteit Antwerpen. Vermits hun gevoelige ogen  gespecialiseerd zijn in het vinden van kleine groene lichtbronnen in de nacht, is het belangrijk om zowel licht intensiteit als lichtkleur in acht te nemen tijdens het onderzoeken naar de effecten van licht op de glimworm. We onderzochten de effecten van lichtvervuiling op de voortplanting van de glimwormen aan de hand van twee experimenten. In het eerste experiment plaatsten we zelf witte LED-verlichting in het bos, in het tweede experiment bekeken we het paarsucces van vrouwtjes in de omgeving van oude straatverlichting met oranje natriumlampen.

Witte lichten en “namaakvrouwtjes”

Voor het eerste experiment maakten we fuikvallen met een “namaakvrouwtje” - een groen LED-lichtje dat hetzelfde licht geeft als een vrouwtjes glimworm - waar de mannetjes naartoe gelokt werden. We plaatsten vallen op verschillende afstanden van een wit LED-licht. De lichtbron bestond telkens uit een warm wit – wat meer rood bevat -  of koud wit licht – wat meer blauw bevat -  van een fellere of zwakkere lichtintensiteit. Er werden ook vallen in het donker geplaatst als controleopstelling.

Opstelling van het eerste experiment met de fuikvallen naast een witte lichtbron. (Foto: Mira Van den Broeck)

Elke nacht telden we de mannetjes in elke val en dat gedurende drie weken. Het bleek dat wit licht al op heel lage intensiteit de mannetjes verhindert om vrouwtjes te vinden. Bovendien bleek er geen verschil te zijn tussen de warme en koude witte lichtbronnen, wat in tegenspraak was met wat we verwachtten op basis van eerdere, experimenten die suggereren dat mannelijke glimwormen gevoelig zijn aan verschillende lichtkleuren: glimwormmannetjes worden aangetrokken tot groen en ook oranje licht, terwijl blauw licht eerder een  “remmend” effect heeft, en ervoor zorgt dat mannetjes minder worden aangetrokken tot een groen loklichtje en zelfs helemaal inactief worden. In ons experiment was het kleurverschil tussen het koude en warm witte licht blijkbaar niet groot genoeg om een effect te hebben op de mannetjes.

Vrouwtjes in het licht

Voor het tweede experiment hebben we bevestigd dat vrouwtjes in meer verlichte omgevingen minder succes hebben om mannetjes aan te trekken, en dit op grote of kleine afstanden van straatverlichting met oranje natriumlampen.

Parend koppel glimwormen. (Foto: Mira Van den Broeck)

Omdat glimwormvrouwtjes nacht na nacht op dezelfde plek blijven glimmen tot ze gepaard hebben, konden we dit gemakkelijk bestuderen. We vonden dat in het schijnsel van de straatverlichting de vrouwtjes tot twee weken lang ongepaard bleven, terwijl ze in donkere delen van het bos na één dag al gepaard hadden. Het oranje licht hindert dus de mannetjes om vrouwtjes te vinden, ondanks het feit dat ze ook aangetrokken worden door dit licht.

Onze resultaten tonen mogelijk aan dat alle lichtkleuren schadelijk zijn voor de glimworm en dat bovendien zeer lage niveaus lichtvervuiling hier al een negatief effect op hebben. Gezien de schaarste aan ‘duistere’ natuur en natuurgebied in het algemeen in Vlaanderen, betekent dit dat de lichtjes van de glimwormen langzaam zullen doven als er niet ingegrepen wordt, want de glimworm slaagt er steeds minder in zich voort te planten.

Kunnen we de glimwormen een handje helpen?

Eigenlijk is het al bij al niet zo moeilijk, en zelfs niet echt ingrijpend. In straten die glimwormgebied doorkruisen, volstaat het om het licht te doven enkel gedurende het drie weken durende paarseizoen tussen eind juni en half juli. Tuin- en gevelverlichting aan de rand van glimwormgebieden zou dan ook best gedoofd worden. Dit werd al succesvol gedaan bij sommige natuurgebieden in Vlaanderen. Straatlampen kunnen ook voorzien worden van betere armaturen om strooilicht op ongewenste plaatsen te vermijden. Zelf kan je de glimwormen helpen door je observaties op www.waarnemingen.be te plaatsen. Zo krijgen we een beter beeld van de glimwormpopulaties en kan er gerichtere actie worden genomen om het licht te beperken.

Lees hier het volledige wetenschappelijke artikel.

 

Bronnen :

  • Van den Broeck, M., De Cock, R., Van Dongen, S., & Matthysen, E. (2021). White LED light intensity, but not colour temperature, interferes with mate‐finding by glow‐worm (Lampyris noctiluca L.) males. Journal of Insect Conservation, 1-9.
  • Van den Broeck, M., De Cock, R., Van Dongen, S., & Matthysen, E. Evaluating the impacts of light pollution on mating success in female glow-worms (Lampyris noctiluca L.). (in preparation).