Niet enkel bijen lijden onder pesticiden

24 juni 2014 door Eos-redactie

Ook regenwormen en vogels lijden onder het gebruik van neonicotinoïden in de landbouw.

De neonicotinoïden vormen een klasse binnen de insecticiden, waarvan de producten verwant zijn met nicotine. Het zijn zogenoemde systemische middelen, die door de plant worden opgenomen en zich in alle weefsels verspreiden. Zo doden ze vraatzuchtige insecten. Imidacloprid, ontwikkeld door Bayer Cropscience, was het eerste neonicotinoïde dat begin jaren 1990 op de markt werd toegelaten. Andere vaak gebruikte neonicotinoïden zijn thiamethoxam, clo­thianidine en thiacloprid.

Neonicotinoïden zijn uitgegroeid tot de meest gebruikte insecticiden wereldwijd. Ze worden toegepast als sproeistof, bodembehandeling of zaadcoating. Imi­dacloprid alleen al wordt in meer dan 120 landen op meer dan 140 gewassen toegepast. In België en Nederland worden neonicotinoïden onder meer gebruikt in de fruitteelt, op mais, bieten, groenten zoals kool, sla en wortelen maar ook op sierplanten en grasvelden. In tuincentra zijn ze onder meer als sproeistof, sticks of oplosbaar poeder te koop onder de namen Provado, Admire, Pokon (bevatten imidacloprid), Axoris (bevat thiamethoxam) en Calypso (thiacloprid).

Bijen die aan deze neonicotinoïden worden blootgesteld kunnen onmiddellijk sterven, maar vooral een langdurige, geringe blootstelling is schadelijk: de bijen verliezen hun vliegvermogen, reukzin, weerstand tegen ziektes, geheugen, vruchtbaarheid en gaan daardoor minder foerageren.

‘Door neonicotinoïden te gebruiken beschermen we onze voedselproductie helemaal niet’, zegt dr. Jean-Marc Bonmatin van het Centre national de la Recherche scientifique, een van de hoofdauteurs. ‘Integendeel, we brengen de infrastructuur ervan, die de productie mogelijk maakt, in gevaar waardoor de bestuivers, habitatbouwers en natuurlijke plaagbestrijders die een centrale rol spelen in een functionerend ecosysteem bedreigd worden.’

Niet enkel de bestuivende insecten zoals bijen en vlinders worden getroffen. De onderzoekers stelden vast dat ook vissen, amfibieën, vogels en microben aangetast waren na hoge of langdurige blootstelling. Watermonsters uit de hele wereld overschrijden bovendien geregeld de ecotoxicologisch toegelaten grenswaarden.

De auteurs adviseren op basis van hun uitgebreide studie dat de regelgevende instanties plannen beginnen maken voor een wereldwijde uitfasering of ten minste voor een sterke reductie van de wereldwijde schaal waarop de stoffen gebruikt worden. In de Europese Unie is het gebruik van drie neonicotinoïden tot sinds december 2013 verboden op gewassen die voor bijen aantrekkelijk zijn. De wetgeving geldt echter maar tot eind 2015.

De werkgroep die deze analyse heeft gemaakt is samengesteld uit onafhankelijke wetenschappers van over de hele wereld. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Environmental Science and Pollution Research.