Opening van het vernieuwde AfricaMuseum

Een nieuw gebouw en een nieuwe blik op de oude collectiestukken en ons koloniaal verleden.

Het AfricaMuseum opende zijn deuren na een renovatie van vijf jaar. Er werd een nieuw onthaalpaviljoen toegevoegd en het oude museumgebouw onderging een grondige renovatie. Maar ook de tentoonstelling zelf werd helemaal vernieuwd. Het museum wil een nieuwe kritische blik op ons koloniale verleden presenteren. Hedendaagse kunstwerken bieden weerwoord aan de oude koloniale standbeelden. Ook de natuurhistorische collecties zullen op een nieuwe manier tentoongesteld worden. De oude diorama’s met opgezette dieren maken plaats voor een nieuwe opstelling. Maar diezelfde dieren blijven natuurlijk de blikvangers in de zaal Landschappen en Biodiversiteit waar ik mee verantwoordelijk voor ben.

Okapi op wieltjes

Een van de blikvangers is de okapi. Op de foto zie je die naar zijn nieuwe plek gereden worden in de regenwoudzaal.

De okapi is een enigmatische diersoort, een van de laatst ‘ontdekte’ grote zoogdieren. Ontdekt door westerse wetenschappers tenminste, het waren immers pygmeeën die sir Johnston deze schuwe diersoort aanwezen. In 1901 werd de okapi door een Britse zoöloog formeel beschreven als Okapia johnstoni. De taxonomische rang bleef echter nog een lange tijd onopgehelderd. De gelijkenis met het paard zaaide verwarring, waardoor de okapi een tijdje als ‘Equus johnstoni’ door het leven ging. Pas in 1986 werd het geschil beslecht en werd het als een zustergroep van het geslacht Giraffa beschouwd. Vandaar de bijnaam ‘bosgiraf’.

De okapi heeft willens nillens een nauwe band met België. De Belgische broeder Jozef Hutsebaut slaagde er als eerste in om dit schichtige dier te vangen en te temmen. In 1928 begeleidde hij, in opdracht van Koning Albert I, een levende okapi naar België, om aan de Antwerpse Zoo te schenken. Hij zou er ook het okapi kweekprogramma leiden. Later volgden nog okapi’s. Ze dienden om andere Europese zoo’s te vullen of als staatgeschenk aan Rome of Engeland. Doorgaans was hen geen lang leven beschoren; soms overleefde ze zelfs de lange oversteek niet. Na verloop van tijd begon Broeder Hutsebaut zich echter zorgen te maken over de kwistige export van de okapi en andere soorten.

Vandaag probeert het okapi kweekprogramma van de Antwerpse Zoo deze intussen bedreigde diersoort mee in stand te houden. Uit de 29 okapi’s die de zoo op deze manier in zijn bezit kreeg zijn 784 okapi’s geboren, waarvan er nu nog 181 in leven zijn, verspreid over meerdere zoo’s.

Het verhaal van de okapi van het AfricaMuseum illustreert treffend de historische banden tussen het gekoloniseerde Congo en België. De meeste opgezette dieren hier zijn immers tijdens die periode in ons bezit gekomen. Vandaag gaan er steeds meer stemmen op om deze natuurhistorische collecties te ‘dekoloniseren’. Gelukkig is het museum daar niet doof voor gebleven.

Een eerste stap is het transparant maken van de herkomst van de collectiestukken. Bij elk collectiestuk zal je voortaan kunnen zien hoe en wanneer het in ons bezit gekomen is, en waar het vandaan komt. Jammer genoeg is soms niet alle info meer beschikbaar.

Afscheid van de diorama’s

Een andere, veel meer in het oog springende verandering is zoals gezegd het weghalen van de oude diorama’s. Want de oude diorama’s stelden de natuur in zijn meest idyllische vorm voor, zonder enig spoor van mensen. Dat strookt niet met de werkelijkheid. Voor een aantal bezoekers zal dat wellicht een ontgoocheling zijn. Voor hen moest het museum liefst blijven zoals het was.

We kozen dus voor een modernere aanpak, waar het landschap wordt voorgesteld door hedendaagse foto’s, die het decor vormen voor de oude opgezette dieren. Dit laat toe om de menselijke aanwezigheid te tonen. We willen namelijk de dynamische interacties tussen mens, plant, dier en klimaat centraal stellen.

Een goed voorbeeld van die interactie is toerisme. Jaarlijks strijken meer dan 300.000 toeristen neer in de Serengeti. Dit zet het ecosysteem enorm onder druk. Maar tegelijkertijd is het een belangrijke bron van inkomsten en maakt het mensen bewust van het belang van natuurbeheer. Als biologe was ik fervent voorstander van het oprichten van natuurparken, maar samenwerking met de menswetenschappers van het museum en de Afrikaanse diaspora in het kader van de renovatie leerde me de andere kant van deze problematiek te zien. Zo moesten bij aanleg van nationale parken duizenden mensen verhuizen, ook al waren ze grotendeels van de natuur afhankelijk voor hun voedsel en inkomsten. Tegenwoordig leven er vier miljoen mensen in en rond Virunga Nationaal Park. Het is belangrijk dat het parkbeheer deze mensen tegemoet komt. Alleen zo is een duurzame toekomst voor zowel het park als de bevolking mogelijk.

Geen pasklare antwoorden

Dat maakt dat we hier soms op de grens werken tussen wetenschappelijke feiten en menselijke gevoeligheden. Dat is niet altijd eenvoudig, maar we willen moeilijke onderwerpen niet uit de weg gaan. Anderzijds willen we ook geen pasklare antwoorden aanleveren. Die hebben we namelijk niet J. We willen vooral de bezoeker aanmoedigen om zelf een mening te vormen. Praktisch doen we dat door naast de traditionele collecties en huidige wetenschappelijke inzichten, cijfers en feiten, ook verschillende standpunten aan bod te laten komen aan de hand van getuigenissen.

Intussen is de okapi op zijn plek aangekomen, samen met twee andere soortgenoten. De zon is reeds ondergegaan, maar de avond is nog lang…