Vissen naar DNA

01 september 2016 door Eos-redactie

‘eDNA’ verraadt welke dieren in rivieren leven.

DNA in het water kan helpen om de biodiversiteit in rivieren in kaart te brengen, melden Zwitserse onderzoekers in Nature Communications.

Dieren laten constant DNA in hun leefomgeving achter, onder meer via uitwerpselen en huidschilfers. Dat ‘eDNA’ (environmental  DNA) kunnen wetenschappers gebruiken om de dieren op het spoor te komen. Het DNA van elk organisme is op verschillende plaatsen uniek, en wetenschappers kunnen die specifieke stukjes DNA gebruiken als een genetische barcode om soorten van elkaar te onderscheiden.

De onderzoekers verzamelden water in een rivier en analyseerden het eDNA. Het beeld van de biodiversiteit dat ze zo kregen, bleek goed te stroken met wat over het leven in en rond de rivier bekend is.  Ze identificeerden meer dan 250 soorten, van eendagsvliegen tot bevers.

Waterkwaliteit

Ook het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) werkt aan methodes om met eDNA de biodiversiteit in onze rivieren, meren en poelen te analyseren. ‘Om de waterkwaliteit in te schatten wordt onder meer gekeken naar de samenstelling van de visgemeenschap die in onze riveren leeft’, zegt Rein Brys (INBO). ‘Momenteel doen we dat door op een groot aantal plaatsen vissen te vangen. Maar die methode is arbeidsintensief en niet waterdicht. eDNA kan helpen om onze wateren op termijn efficiënter en nauwkeuriger in kaart te brengen.’

De onderzoekers van het INBO konden al aantonen dat ze op basis van een analyse van eDNA in waterstalen niet alleen kunnen bepalen welke vissoorten er in het water rondzwemmen, maar ook in welke aantallen een bepaalde soort aanwezig is. ‘De hoeveelheid DNA vertalen naar biomassa of aantallen dieren is de grote moeilijkheid’, zegt Brys. Om dat te kunnen doen, bestuderen de onderzoekers de hoeveelheid eDNA in bassins met variërende aantallen dieren.

Brys en zijn collega’s ontwikkelen ook methodes om met eDNA exoten zoals de stierkikker en zeldzame soorten zoals de kamsalamander op te sporen. ‘De status van die zeldzame soorten in kaart brengen door ze te proberen vangen kost niet alleen veel tijd, maar verstoort ook de populaties. Ook hier is eDNA een beloftevol alternatief.’ (ddc)